In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1956, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 16 december 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van seksueel binnendringen en ontuchtige handelingen met een minderjarige, geboren in 2015, die aan zijn zorg was toevertrouwd. De tenlastelegging omvatte primair het binnendringen van de vagina en anus van het slachtoffer en subsidiair ontuchtige handelingen. Tijdens de zitting op 2 december 2021 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.J.J.L. Maalsté, terwijl de raadsvrouw van de benadeelde partij, mr. M.A.J. Kubatsch, ook aanwezig was. De officier van justitie, mr. T. Tanghe, vroeg om een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat de betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer niet voldoende kon worden vastgesteld. De rechtbank wees op de jonge leeftijd van het slachtoffer en de mogelijkheid van beïnvloeding door een familieruzie. Hierdoor kon de rechtbank de belastende uitspraken van het kind niet als bewijs gebruiken. Gezien het gebrek aan bewijs sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de proceskosten werden gecompenseerd.