Op 1 december 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van beide kinderen voor de duur van twaalf maanden toegewezen, op basis van ernstige bedreigingen in hun ontwikkeling. De Raad voor de Kinderbescherming en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering hebben verzocht om deze maatregelen, omdat er zorgen zijn over de opvoedcapaciteiten van de ouders, die onvoldoende in staat zijn om voor de kinderen te zorgen. De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen de ondertoezichtstelling, maar is het niet eens met de verzoeken tot (verlenging van) de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] verlengd tot 20 januari 2022 en een nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing voor [minderjarige 2 (voornaam)] verleend, eveneens tot 20 januari 2022, zodra hij uit het ziekenhuis wordt ontslagen. De kinderrechter heeft de GI verzocht om voor de volgende zitting op 19 januari 2022 meer informatie te verstrekken over de mogelijkheden voor terugplaatsing van de kinderen bij de ouders. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2021.