ECLI:NL:RBMNE:2021:6043

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
10 december 2021
Zaaknummer
9275300
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een gebruikte Volkswagen Transporter en de gevolgen voor de koper

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en een verkoper van een gebruikte Volkswagen Transporter. De koper, aangeduid als [eiser], had de Transporter op 7 juli 2019 gekocht voor € 5.500,00. Bij de koop was de auto twaalf jaar oud en had deze een kilometerstand van 336.096. De koper vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van het aankoopbedrag, omdat hij problemen ondervond met de versnellingsbak na een rit van 5.000 kilometer naar Marokko. De verkoper, aangeduid als [gedaagde sub 1], betwistte de vordering en stelde dat de Transporter niet non-conform was.

De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een gebrek aan de versnellingsbak, maar dat dit gebrek niet al bij de levering aanwezig was. De rechter stelde vast dat de koper na de aankoop nog 5.000 kilometer zonder problemen had gereden, wat erop wees dat het gebrek pas later was ontstaan. De kantonrechter concludeerde dat de koper, gezien de ouderdom en kilometerstand van de auto, rekening had moeten houden met het risico op gebreken. De vordering van de koper werd afgewezen, en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de verkoper.

Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de koper als de verkoper bij de aankoop van gebruikte voertuigen, en de verwachtingen die partijen mogen hebben op basis van de staat en prijs van het voertuig.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9275300 AC EXPL 21-1498 LT/4405
Vonnis van 22 december 2021
inzake
[eiser],
wonend in [woonplaats 1] ,
verder ook te noemen: [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. J.P. van Veenendaal en mr. N. Niggelie,
tegen:
1. de vennootschap onder firma,
[gedaagde sub 1] , tevens handelend onder de naam [handelsnaam],
kantoorhoudend in [plaatsnaam] ,
2.
[gedaagde sub 2] ,beherend vennoot van gedaagde sub 1,
wonend in [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde sub 3] ,beherend vennoot van gedaagde sub 1,
wonend in [woonplaats 2] ,
verder ook gezamenlijk te noemen: [gedaagde sub 1] (mannelijk enkelvoud),
gedaagde partijen,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
[eiser] heeft [gedaagde sub 1] op 28 mei 2021 gedagvaard. [gedaagde sub 1] heeft bij conclusie van antwoord op de dagvaarding gereageerd. De kantonrechter heeft vervolgens een mondelinge behandeling bepaald.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op vrijdag 19 november 2021. [eiser] is samen met zijn gemachtigden en schoonzoon op de mondelinge behandeling verschenen. Van de zijde van [gedaagde sub 1] zijn de heer [gedaagde sub 2] en mr. [A] verschenen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn door of namens partijen de standpunten toegelicht en is antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter. De gemachtigde van [eiser] heeft daarnaast een pleitnota voorgedragen, waarbij ook een aantal aanvullende producties in het geding zijn gebracht.
1.3.
Besloten is dat vandaag vonnis wordt gewezen in de zaak.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 7 juli 2019 van [gedaagde sub 1] een gebruikte Volkswagen Transporter T5 2.5 tdi met kenteken [kenteken] (hierna: de Transporter) gekocht voor een bedrag van € 5.500,00. De Transporter was ten tijde van de koop twaalf jaren oud en had een kilometerstand van 336.096.
2.2.
Op de factuur van de Transporter staat onder meer vermeld dat geen enkele vorm van garantie van toepassing is.
2.3.
[eiser] heeft bij aankoop van de Transporter ook meteen een onderhoudsbeurt laten uitvoeren door [gedaagde sub 1] voor een bedrag van € 250,00.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
  • de tussen partijen tot stand gekomen koopovereenkomsten te ontbinden en [gedaagde sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot terugbetaling van het aankoopbedrag en de kosten voor de onderhoudsbeurt, te weten € 5.750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • [gedaagde sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade, te weten € 3.576,50, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • [gedaagde sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • [gedaagde sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de door [eiser] gemaakte advocatenkosten.
3.2.
[eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd.
[gedaagde sub 1] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn uit de koopovereenkomst voortvloeiende verbintenissen. De geleverde Transporter beantwoordt namelijk niet aan de overeenkomst, ofwel: de Transporter is non-conform. [eiser] is meteen na aankoop met de Transporter vanuit Nederland naar Marokko gereden. Op de eerste dag van de reis naar Marokko ondervond [eiser] al problemen met de versnellingsbak. Hierdoor moest [eiser] om de 100 kilometer stilstaan met zijn reisgezelschap. Op de terugweg vanuit Marokko naar Nederland kon de Transporter niet verder rijden dan België vanwege de problemen met de versnellingsbak. De ANWB heeft de Transporter daarom vanuit België naar Nederland moeten transporteren. [eiser] heeft de Transporter op 21 januari 2021 laten onderzoeken door een specialist op het gebied van versnellingsbakken. Deze specialist heeft geconcludeerd dat de versnellingsbak geheel vervangen moet worden, voordat weer met de Transporter gereden kan worden. Vervanging van de versnellingsbak kost € 3.250,00 en is dus zeer kostbaar. Gelet op deze tekortkoming kan de koopovereenkomst ontbonden worden en heeft [eiser] aanspraak op vergoeding van de schade die hij als gevolg van de tekortkoming heeft geleden.
3.3.
[gedaagde sub 1] is het niet eens met de vordering. Volgens hem is de Transporter niet non-conform. Hij wil dan ook dat de vordering van [eiser] wordt afgewezen en dat [eiser] wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Is sprake van een gebrek aan de Transporter?
4.1.
De kantonrechter stelt om te beginnen vast dat sprake is van een gebrek aan de Transporter. Uit de door [eiser] overgelegde stukken blijkt namelijk dat een garage in België op 26 augustus (2019) bij de ANWB een melding heeft gedaan over de Transporter, waarin staat dat de Transporter op de werkplaats (van de garage) is getest en dat deze in de ‘drivestand’ schokken vertoonde. In deze melding staat verder dat de ANBW is verzocht om de Transporter naar Nederland te vervoeren, omdat de betreffende garage geen reparaties uitvoert aan automatische versnellingsbakken. Hieruit volgt dat sprake is van een gebrek aan de versnellingsbak van de Transporter dat dusdanig ernstig is dat de Transporter vanaf België niet meer zelf (veilig) verder kon rijden. Uit het door [eiser] overgelegde rapport van de specialist op het gebied van versnellingsbakken blijkt daarnaast dat de versnellingsbak zo gebrekkig is dat deze geheel vervangen moet worden.
Was het gebrek al bij levering van de Transporter aanwezig?
4.2.
Voorts is het de vraag of het gebrek aan de versnellingsbak al aanwezig was ten tijde van de levering van de Transporter op 7 juli 2019.
4.3.
In dit kader is van belang dat in deze zaak sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [gedaagde sub 1] handelde namelijk in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf en [eiser] is een natuurlijk persoonlijk die handelde voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit. In geval van een consumentenkoop wordt op grond van artikel 7:18 lid 2 BW vermoed dat het gebrek al bij levering bestond, wanneer dit gebrek zich binnen zes maanden na levering openbaart.
4.4.
Hoewel op de onder 4.1 genoemde melding van de garage in België over het gebrek aan de versnellingsbak alleen staat dat deze melding is gedaan op 26 augustus, zonder dat hierbij een jaartal is vermeld, ziet de kantonrechter geen aanleiding om te twijfelen aan de stelling van [eiser] dat deze melding is gedaan op 26 augustus 2019, op de terugweg vanuit Marokko naar Nederland. Uit de overgelegde stukken blijkt daarnaast dat [eiser] op 11 september 2019 melding heeft gemaakt bij [gedaagde sub 1] van problemen met de versnellingsbak. De kantonrechter stelt dan ook vast dat het gebrek aan de versnellingsbak zich binnen zes maanden na levering heeft geopenbaard. Daarom wordt vermoed dat het gebrek bij levering al aanwezig was.
4.5.
Om het vermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW te weerleggen, is nodig dat bewijs van het tegendeel wordt geleverd. Het is dus aan [gedaagde sub 1] om te bewijzen dat het gebrek aan de versnellingsbak ten tijde van levering niet aanwezig was. [gedaagde sub 1] heeft er in dit verband op gewezen dat [eiser] na levering nog ongeveer 5.000 kilometer probleemloos met de Transporter heeft gereden, namelijk vanuit Nederland naar Marokko en vanuit Marokko naar België. [eiser] heeft in reactie hierop gesteld dat hij op de heenweg vanuit Nederland naar Marokko al ernstige problemen had met de versnellingsbak van de Transporter. [eiser] heeft dit echter op geen enkele wijze onderbouwd, zodat dit in deze procedure niet kan worden vastgesteld. De kantonrechter acht het daarbij niet geloofwaardig dat 5.000 kilometer met een kapotte of sterk haperende versnellingsbak is gereden. Daarom gaat de kantonrechter ervan uit dat [eiser] na levering inderdaad nog 5.000 kilometer probleemloos met de Transporter heeft gereden. Uit deze omstandigheid kan worden opgemaakt dat het gebrek aan de versnellingsbak niet al bij levering aanwezig was, maar pas later aan de orde is gekomen.
Is de Transporter non-conform?
4.6.
Dat het gebrek aan de versnellingsbak niet al bij levering aanwezig was, maakt niet dat geen sprake kan zijn van non-conformiteit van de Transporter. De Transporter kan alsnog nonconform zijn op de grond dat [eiser] niet hoefde te verwachten dat de versnellingsbak kapot zou gaan, nadat hij 5.000 kilometer met de Transporter had gereden.
4.7.
Volgens artikel 7:17 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) beantwoordt een zaak namelijk niet aan de overeenkomst als deze, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
4.8.
Bij een gebruikte auto is verder van belang dat de koper mag verwachten dat de auto in een staat is die bij de ouderdom, het aantal gereden kilometers en de onderhoudstoestand past. Daarmee is niet gegeven dat de koper geen rekening hoefde te houden met reparaties. Dat betreft echter niet ernstige of uitzonderlijke gebreken die zich binnen relatief korte tijd voordoen, in aanmerking genomen het na de koop gereden aantal kilometers, en niet passen bij de kenmerken van de auto, waaronder de ouderdom, de kilometerstand en de onderhoudshistorie (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3601).
4.9.
In deze zaak is sprake van een ernstig gebrek aan de versnellingsbak dat zich binnen relatief korte tijd na aankoop heeft voorgedaan en dat maakt dat niet meer (veilig) aan het verkeer kan worden deelgenomen met de Transporter. Het is pas weer mogelijk om (veilig) aan het verkeer deel te nemen met de Transporter als de versnellingsbak geheel wordt vervangen, wat kostbaar is. Het is echter de vraag of [eiser] , mede gelet op de kenmerken van de Transporter bij aankoop, kon verwachten dat zich een dergelijk ernstig gebrek aan de versnellingsbak zou voordoen nadat hij 5.000 kilometer met de Transporter had gereden. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit het geval.
4.10.
Bij de koop van een gebruikt busje moet er rekening mee worden houden dat een busje bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig is en dat in het algemeen geldt dat de kans op gebreken groter wordt naarmate het busje ouder is. In dit geval was de Transporter ten tijde van de koop al twaalf jaren oud. Daarnaast was reeds 336.000 kilometer met de Transporter gereden. Wanneer zo veel kilometers zijn afgelegd met een busje, is daaraan inherent dat de versnellingsbak veel te verduren heeft gehad en dat hier dus mogelijk (op korte termijn) gebreken aan kunnen ontstaan. Ook een consument-koper die geen kennis heeft van auto’s en/of busjes behoort hiervan op de hoogte te zijn. Gelet op de ouderdom en de kilometerstand van de Transporter had [eiser] dus rekening moeten houden met het risico dat de versnellingsbak kapot zou kunnen gaan en vervangen zou moeten worden, nadat hij zelf (binnen een kort tijdsbestek) nog 5.000 kilometer met de Transporter zou hebben gereden. Zeker nu de koopprijs voor de Transporter slechts € 5.500,00 bedroeg, wat laag is voor een gebruikte Volkswagen Transporter, én [gedaagde sub 1] op de factuur expliciet heeft vermeld dat geen enkele vorm van garantie wordt verleend. Hoewel deze uitsluiting van enige garantie niet betekent dat geen beroep kan worden gedaan op de nonconformiteit van de Transporter, maakt een dergelijke mededeling over het ontbreken van elke vorm van garantie wel dat [eiser] nog meer rekening had te houden met het risico dat mogelijk (op korte termijn) gebreken zouden kunnen ontstaan aan de Transporter.
4.11.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de Transporter niet nonconform is, doordat de versnellingsbak kapot is gedaan, nadat [eiser] hier 5.000 kilometer mee had gereden.
Wat is de conclusie?
4.12.
Het voorgaande brengt met zich dat de vordering van [eiser] wordt afgewezen.
Wie moet de proceskosten betalen?
4.13.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde sub 1] worden begroot op nihil. Weliswaar heeft mr. [A] tijdens de mondelinge behandeling het woord gedaan voor [gedaagde sub 1] , maar ter zitting is duidelijk geworden dat hij (op dit moment) geen professionele rechtshulpverlener is en gesteld noch gebleken is dat [gedaagde sub 1] een vergoeding aan hem verschuldigd is voor zijn hulp bij deze procedure.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 1] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil;
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 december 2021.