Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 13 producties, die op 27 november 2020 bij de Stichting is bezorgd,
- de aanvullende producties 14 t/m 19 van de Gemeente Utrecht,
- de pleitaantekeningen van de Stichting,
- de pleitaantekeningen van de Gemeente Utrecht,
- de mondelinge behandeling gehouden op 22 december 2020, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden. Aan het slot van de zitting heeft de rechter meegedeeld dat op 13 januari 2021 vonnis zal worden gewezen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
verbouwingswerkzaamheden. De bestemming die is opgenomen in de erfpachtakte ziet op het
gebruikvan de onroerende zaak. Daar komt bij dat het een gemeente in beginsel vrij staat om in erfpachtverhoudingen verdere beperkingen op te leggen dan voortvloeien uit het bestemmingsplan. Dat is in dit geval ook gebeurd. De Stichting was daarvan op de hoogte, althans dat kon zij zijn. De voorzieningenrechter is dan ook voorshands van oordeel dat de beide afwegingskaders (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk) in dit geval niet parallel lopen. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat de Gemeente Utrecht door de omgevingsvergunning te verlenen nog geen civielrechtelijke toestemming heeft verleend aan de Stichting. Ook betekent het niet dat het de Gemeente Utrecht niet vrij zou staan voorwaarden te verbinden aan de civielrechtelijke toestemming.
- de Stichting is kort voor het verkrijgen van het erfpachtrecht opgericht;
- de Stichting heeft € 600.000,00 voor het erfpachtrecht betaald, zonder dat daarvoor (op 26 maart 2019) een hypotheekrecht was gevestigd;
- op 28 juni 2019 bleek er wel een hypotheekrecht te zijn gevestigd ten behoeve van een natuurlijke persoon. Dat hypotheekrecht was op 4 september 2020 weer uitgeschreven. Op dit moment is er geen hypotheekrecht gevestigd;
- de Stichting heeft in 2018 en 2019 in korte tijd veel onroerende zaken in eigendom verkregen zonder dat daarvoor hypotheekrechten zijn gevestigd. Voor zover er wel hypotheekrechten zijn gevestigd betreft dit telkens een financiering door natuurlijke personen of rechtspersonen die geen erkende bankinstelling zijn;
- de (enig) bestuurder van de Stichting heeft (voor zover de Gemeente Utrecht kon nagaan) geen achtergrond of ervaring in het vastgoed;
- de bestuurder van de Stichting heeft op dezelfde dag nog twee andere stichtingen opgericht die voor aanzienlijke bedragen onroerende zaken in eigendom hebben verkregen zonder dat daarvoor hypotheekrechten zijn gevestigd.
5.De beslissing
,te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;