Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het om?
3.De vordering van [eiser] en het verweer van [gedaagde]
4.De beoordeling van de vordering van [eiser]
inclusiefnetbeheerkosten. De netbeheerkosten van het derde lid zien bovendien op een heel ander netwerk, namelijk het recreatienet van [gedaagde] zelf, dat is bedoeld in het eerste lid van artikel 4.
zijn kavel niet op andere wijze dan op het door Exploitatiemaatschappij ter beschikking gesteld energienetwerk aan te sluiten en aangesloten te houden”.Uit die formulering blijkt voldoende duidelijk dat met “het door Exploitatiemaatschappij ( [gedaagde] ) ter beschikking gesteld energienetwerk” het recreatienet van [gedaagde] wordt bedoeld, waarop [eiser] zijn kavel moet aansluiten en aangesloten moet houden, terwijl het hem niet is toegestaan zijn kavel
op andere wijzevan energie te voorzien. Die andere wijze is een rechtstreekse, eigen aansluiting op het netwerk van de regionale netbeheerder. Uit de stellingen van [eiser] blijkt dat hij het eerste lid van artikel 4 ook zo heeft begrepen, namelijk dat hij verplicht is gebruik te maken van het recreatienet en dat een eigen aansluiting niet is toegestaan.
“wegens de terbeschikkingstelling van het energienetwerk”.Die vaste kosten komen bovenop de kosten voor water, gas en elektra die [eiser] op grond van het tweede lid van artikel 4 aan [gedaagde] is verschuldigd (“
Voortsis de kaveleigenaar verplicht…”). De kosten verbonden aan het verbruik van gas en elektriciteit, als bedoeld in het tweede lid, worden in rekening gebracht tegen “
marktconforme prijzen, zoals deze door leveranciers aan individuele particulieren worden doorberekend.”Het is een algemeen bekend feit dat energieleveranciers aan particulieren naast de vaste en variabele verbruikskosten, netbeheerkosten in rekening brengen. Ook die netbeheerkosten zijn “
kosten verbonden aan het verbruik van gas en elektriciteit”, als bedoeld in het tweede lid. Deze kosten hebben betrekking op een ander netwerk dan het netwerk bedoeld in het derde lid van artikel 4, namelijk het netwerk van de regionale netbeheerder, oftewel het netwerk tot aan het centrale aansluitpunt op het park. Er kan vanuit worden gegaan dat ook zakelijke afnemers voor het gebruik van dat netwerk moeten betalen en dat die kosten dus deel uitmaken van de prijs die [gedaagde] zelf betaalt voor de ingekochte energie. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat die netbeheerkosten ook deel uitmaken van de prijs die [eiser] aan [gedaagde] moet betalen voor de doorgeleverde energie. Niet valt in te zien namelijk waarom [gedaagde] dat deel van de kosten van het energieverbruik van [eiser] zou moeten dragen. Dat [eiser] die netbeheerkosten al zou betalen op grond van het derde lid, zoals hij heeft aangevoerd, is niet juist. Het door [eiser] te betalen vast recht op grond van het derde lid (voor het gebruik van het recreatienet waarvan [gedaagde] eigenaar is) moet worden onderscheiden van de door hem te betalen netbeheerkosten op grond van het tweede lid van artikel 4 (namelijk als onderdeel van de marktconforme prijs voor particulieren, zijnde de vergoeding voor het gebruik van het netwerk van de regionale netbeheerder). Van dubbel berekende kosten is daarom geen sprake.