ECLI:NL:RBMNE:2021:5968

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
527902
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot de zorg voor minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 december 2021 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die samen de ouders zijn van drie minderjarige kinderen. De vrouw heeft de rechtbank verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen, waaronder de toevertrouwing van de kinderen aan haar en het uitsluitend gebruik van de gezamenlijke woning. De man heeft zijn verzoek gewijzigd en vraagt om een zorgregeling voor de omgang met de kinderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 november 2021 heeft de rechter haar ongenoegen geuit over het gebrek aan informatie dat door de advocaten is overgelegd, met name over de ondertoezichtstelling van de kinderen en de spanningsvolle situatie tussen de ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen aan de vrouw worden toevertrouwd en dat zij het uitsluitend gebruik van de woning krijgt. Tevens is er een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen tot 10 december 2021 elke zaterdag bij de vrouw zijn en daarna bij de man verblijven. De rechtbank heeft benadrukt dat het aan de partijen is om de benodigde informatie te verstrekken voor een weloverwogen beslissing in het belang van de kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/527902 / FA RK 21-1926
Voorlopige voorzieningen
Beschikking van 2 december 2021
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. E. El-Sharkawi,
tegen
[verweerder] ,
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. Z. Benguedda.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift van de vrouw, binnengekomen op 23 september 2021;
  • het verweerschrift van de man met daarin een aantal zelfstandige verzoeken, van 16 november 2021.
1.2.
Het verzoek is behandeld tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 18 november 2021. Daarbij waren aanwezig: partijen bijgestaan door hun advocaten.
Verder waren twee tolken aanwezig. De heer J.A. Matti, tolk van de vrouw en de heer H. Assaidi, tolk van de man.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van de man nog het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 6 augustus 2021 en het Raadsrapport van de Raad van 30 juli 2021 overgelegd.

2.Waar gaat het over?

2.1.
Partijen zijn met elkaar getrouwd.
2.2.
Partijen zijn de ouders van de minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2009 in [geboorteplaats 1] (Syrië);
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 1] 2012 in [geboorteplaats 2] (Syrië);
  • [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 2] 2018 in [geboorteplaats 3] .
2.3.
De vrouw wil scheiden. Zij vraagt de rechtbank om voorlopige voorzieningen te treffen. Dat zijn tijdelijke maatregelen die gelden voor de duur van de echtscheidingsprocedure.
2.4.
De vrouw verzoekt de rechtbank om:
  • de kinderen aan de vrouw toe te vertrouwen;
  • te beslissen dat alleen de vrouw de woning aan de [adres] ( [postcode] ) in [woonplaats] (hierna: de woning) mag gebruiken.
2.5.
De man heeft tijdens de zitting zijn verzoek gewijzigd en vraagt de rechtbank om een zorgregeling vast te stellen waarbij de man en de kinderen elke zaterdag van 12:00 uur tot 15:00 uur bij de vrouw thuis omgang hebben met elkaar, totdat zijn eigen woning op 10 december 2021 opgeknapt is. Met het verzoek dat de vrouw de woning tijdens dit omgangsmoment zal verlaten. Vanaf 10 december 2021 verzoekt de man een zorgregeling waarbij de kinderen iedere zaterdag van 10:00 uur tot zondag om 17:00 uur bij de man verblijven en de helft van de vakanties.
2.6.
De rechter heeft tijdens de mondelinge behandeling haar ongenoegen uitgesproken over het gebrek aan informatie dat door de advocaten was overgelegd. Tijdens de zitting bleek dat de kinderen op 13 september 2021 onder toezicht zijn gesteld voor de duur van een jaar. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de spanningsvolle situatie tussen de ouders. Zowel het verzoekschrift als het verweerschrift in deze procedure zijn ingediend nadat de ondertoezichtstelling is uitgesproken. In deze stukken wordt over de ondertoezichtstelling met geen woord gerept. Er wordt ook, noch door verzoeker, noch door verweerder, iets vermeld over de kennelijk langdurige spanningsvolle situatie tussen partijen waar de kinderen last van hebben. Ook het beschermingsonderzoek van 6 augustus 2021 is niet overgelegd. Tijdens de zitting is dit op verzoek van de rechter alsnog overgelegd. Uit het beschermingsonderzoek blijkt dat er al langere tijd forse zorgen zijn over de kinderen. De rechter vindt het onbegrijpelijk dat door partijen hierover niets naar voren is gebracht, terwijl partijen wel verzoeken doen waarbij de rechter moet bepalen welke beslissing het meest in het belang van de kinderen is. Ten overvloede merkt de rechter daarbij op dat de rechter niet ambtshalve beschikt over informatie over kinderen in een andere procedure, in dit geval een procedure in het kader van een ondertoezichtstelling. Het staat de rechter ook niet vrij om te gaan ‘grasduinen’, door te bekijken of er een ondertoezichtstelling loopt, of door dossiers over eerdere procedures in te zien. Het is aan partijen, en in dit geval aan advocaten, om de rechter te voorzien van die informatie die nodig is om een beslissing te kunnen nemen.

3.De beoordeling

De beslissing
3.1.
De rechtbank zal beslissen dat:
  • de kinderen aan de vrouw worden toevertrouwd;
  • de vrouw gerechtigd is tot het uitsluitend gebruik van de woning;
  • een zorgregeling tussen de vader en de kinderen wordt vastgesteld.
Hierna zal de rechtbank uitleggen waarom zij deze beslissingen neemt.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
3.2.
De rechtbank overweegt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ten aanzien van deze verzoeken en dat Nederlands recht van toepassing is.
De zorg voor de kinderen
3.3.
De rechtbank vertrouwt de kinderen toe aan de vrouw. Dat betekent dat de vrouw de (dagelijkse) zorg over de kinderen krijgt. De rechtbank neemt deze beslissing omdat partijen het hierover eens zijn.
3.4.
Daarnaast stelt de rechtbank een zorgregeling vast tussen de vader en de kinderen, die inhoudt dat de vader de kinderen tot 10 december 2021 iedere zaterdag van 12:00 uur tot 15:00 uur in de woning van de vrouw ziet. De vrouw zal op dat moment de woning verlaten. De rechtbank neemt deze beslissing omdat partijen het hierover eens zijn geworden op de zitting. Voor de periode na 10 december 2021 stelt de rechtbank een zorgregeling vast tussen de man en de kinderen, waarbij de kinderen iedere zaterdag van 10:00 uur tot 18:00 uur bij de man verblijven, waarbij de rechtbank de regie aan de gezinsvoogd geeft om deze regeling uit te breiden wanneer dat in het belang van de kinderen is. Dat geldt ook voor een uitbreiding tijdens vakantie- en feestdagen, die de rechtbank nu niet zal bepalen.
De woning
3.5.
De rechtbank beslist dat alleen de vrouw de woning mag gebruiken. Dat betekent dat de man de woning moet verlaten en zonder toestemming van de vrouw niet meer mag binnenkomen. De rechtbank neemt deze beslissing omdat partijen het hierover tijdens de zitting eens zijn geworden. De man heeft inmiddels eigen woonruimte gevonden.
Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt daar de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

voor de duur van de echtscheidingsprocedure
De rechtbank
4.1.
vertrouwt de kinderen toe aan de vrouw;
4.2.
bepaalt dat de vrouw is gerechtigd tot het uitsluitend gebruik van de woning aan de [adres] ( [postcode] ) in [woonplaats] met het bevel dat de man die woning moet verlaten en deze verder niet mag betreden;
4.3.
stelt een zorgregeling vast tussen de vader en de kinderen, die inhoudt dat:
De vader de kinderen tot 10 december 2021 iedere zaterdag van 12:00 uur tot 15:00 uur in de woning van de vrouw ziet. De vrouw zal op dat moment de woning verlaten. Voor de periode na 10 december 2021 stelt de rechtbank een zorgregeling vast tussen de man en de kinderen, waarbij de kinderen iedere zaterdag van 10:00 uur tot 18:00 uur bij de man verblijven, waarbij de rechtbank de regie aan de gezinsvoogd geeft om deze regeling uit te breiden, ook met een verdeling van de vakantie- en feestdagen, wanneer dat in het belang van de kinderen is;
4.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Dit is de beslissing van rechter mr. T. Dopheide, tot stand gekomen in samenwerking met de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 december 2021.