ECLI:NL:RBMNE:2021:5966
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteldverklaring in het kader van de Ziektewet en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak gaat het om de vraag of eiseres per 22 februari 2021 recht heeft op een ZW-uitkering. Eiseres heeft zich ziek gemeld op 8 november 2016 en na een periode van ziekte heeft zij een WIA-uitkering aangevraagd, die haar werd geweigerd omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft zich opnieuw ziek gemeld en kreeg per 24 augustus 2020 een ZW-uitkering. Echter, op 19 februari 2021 heeft de verzekeringsarts geconcludeerd dat eiseres weer geschikt was voor haar eerder geduide functies, wat leidde tot de stopzetting van haar ZW-uitkering per 22 februari 2021. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres behandeld en vastgesteld dat de medische rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand zijn gekomen en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres heeft niet voldoende medische onderbouwing geleverd om de conclusies van de verzekeringsartsen te weerleggen. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft aangenomen dat eiseres op de beoordelingsdatum geschikt was voor de geduide functies en dat de stopzetting van de ZW-uitkering terecht is gebeurd. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.