ECLI:NL:RBMNE:2021:5875
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke tegemoetkomingsregeling Kinderopvangtoeslag en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Minister van Financiën over de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling Kinderopvangtoeslag (TTKO). Eiser had een vergoeding van € 1.266,- ontvangen voor de eigen bijdrage kinderopvang, maar meende recht te hebben op een hoger bedrag omdat hij voor 3 dagen opvang had betaald in plaats van de 2 dagen waar de Minister van Financiën van uitging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Minister zich baseerde op gegevens van 6 april 2020, waaruit bleek dat de dochter van eiser 2 dagen per week naar de opvang ging. Eiser had echter op 24 juni 2020 aangegeven dat zijn dochter 3 dagen per week naar de opvang ging.
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat artikel 5 van de TTKO, dat de peildatum van 6 april 2020 vaststelt, buiten toepassing moet worden gelaten. Dit is omdat de toepassing van deze peildatum onevenredig nadelig uitwerkt voor betrokkenen en in strijd is met het gewekte vertrouwen. De rechtbank heeft in deze zaak de overwegingen van de eerdere uitspraken gevolgd en vastgesteld dat eiser recht heeft op een hogere tegemoetkoming van € 1.786,-. De rechtbank heeft het bestreden besluit van de Minister vernietigd en zelf in de zaak voorzien. Tevens is bepaald dat de Minister het door eiser betaalde griffierecht van € 48,- moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. M.R. van der Vos, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen 6 weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met de uitspraak.