8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling en mishandeling van een agent. Daarmee heeft verdachte ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de agent. Algemene ervaringsregels leren dat slachtoffers van een dergelijk feit nog een lange tijd de psychische gevolgen daarvan kunnen ondervinden. Bovendien worden daardoor in de maatschappij levende gevoelens van angst en onveiligheid aangewakkerd.
Ook heeft verdachte de agent beledigd terwijl de agent gewoon zijn werk deed. Daarmee heeft verdachte ervan blijk gegeven geen respect te hebben voor het openbaar gezag. Ambtenaren met een publieke taak moeten - in het belang van de openbare orde - kunnen functioneren zonder daarbij geconfronteerd te worden met beledigingen vanuit het publiek.
Uit de slachtofferverklaring van de agent en zijn verklaring ter terechtzitting blijkt dat de worsteling, naast de fysieke pijn en overlast, in toenemende mate impact had toen er ruimte kwam om na te denken over wat er was gebeurd en wat had kunnen gebeuren. Toen de agent na de nachtdienst thuis kwam en zijn zoontjes van 2 en 5 jaar een knuffel gaf besefte hij dat dit niet vanzelfsprekend was vanwege wat zich die nacht op straat had afgespeeld. De agent heeft voor zijn gevoel voor zijn leven moeten vechten en het is voor hem onbegrijpelijk dat de verdachte de nekklem liet voortduren terwijl hij ook had kunnen loslaten, opstaan en wegrennen. Ook blijkt uit de slachtofferverklaring dat de worsteling met verdachte impact heeft gehad op de agent bij de uitoefening van zijn functie, waarvan de aanhouding van ‘recalcitrante’ verdachten deel uitmaakt, en waarbij de agent merkt dat hij zich terughoudender dan voorheen opstelt.
De rechtbank stelt vast dat verdachte, voorafgaand aan het begaan van de strafbare feiten, sterk onder invloed van alcohol was (800 ug/l). Voor zover verdachte daardoor in een situatie is geraakt waarin hij zijn handelen en de gevolgen daarvan niet meer scherp voor ogen had, heeft te gelden dat dit niet strafverminderend meeweegt. Verdachte dient verantwoordelijk te worden gehouden voor wat hij heeft gedaan omdat hij zichzelf in de situatie van dronkenschap heeft gebracht.
Bij de beantwoording van de vraag welke staf passend is, hanteert de rechtbank de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor zware mishandeling zonder gebruik van een wapen uit van 3 tot 6 maanden gevangenisstraf. Het is strafverhogend als het zware mishandeling van een politieagent betreft. Strafverlagend is dat het een poging betreft.
Het oriëntatiepunt voor mishandeling met pijn zonder letsel is een geldboete van € 500,-.
Het oriëntatiepunt voor belediging is een geldboete van € 150,-.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie (hierna: strafblad) betreffende verdachte van 12 oktober 2021;
- een reclasseringsadvies van 2 november 2021.
Het strafblad van verdachte is leeg. De rechtbank hecht daar betekenis aan in het voordeel van verdachte.
In het reclasseringsadvies wordt vermeld dat verdachte zijn leven op orde heeft. Hij volgt een studie en heeft een eigen bedrijf. Overmatig alcoholgebruik lijkt de oorzaak van de strafbare feiten te zijn geweest. Er is geen sprake van verslaving aan alcohol. Door het volgen van de gedragsinterventie Alcohol & Geweld heeft verdachte inzicht gekregen in zijn alcoholgebruik, de gevolgen van overmatig alcoholgebruik en de relatie met agressief gedrag. De reclassering ziet geen noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding.
Verdachte heeft zich gehouden aan de voorwaarden tot schorsing van de voorlopige hechtenis, waaronder een alcoholverbod.
De kans op herhaling wordt laag ingeschat.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf heeft niet de voorkeur van de reclassering want dat zal leiden tot onderbreking van zijn studie en dat is niet wenselijk gezien de leeftijd van verdachte.
De reclassering adviseert een lange voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf of geldboete.
Ten slotte houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met zijn proceshouding. Hij heeft zich verontschuldigd en spijt betuigd vanaf het moment dat hij uit zijn roes ontwaakte en heeft aangeboden een mediationtraject in te gaan met de agent. Ook ter terechtzitting heeft verdachte zijn spijt betuigd en excuses gemaakt aan de agent en zijn familie.
De rechtbank komt op grond van alle hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden tot het oordeel dat de volgende straffen passend en geboden zijn:
Een gevangenisstraf van 6 maanden en 13 dagen, met aftrek van de tijd die is
doorgebracht in voorarrest, waarvan
6 maanden voorwaardelijk, onder de voorwaarde dat
verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De proeftijd is 2 jaren.
Een taakstraf van 240 uren,te vervangen door 4 maanden hechtenis als de taakstraf niet of
niet goed wordt uitgevoerd.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie. Daarbij is met name bepalend dat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.
Voorlopige hechtenis
De officier van justitie heeft verzocht om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen bij het uitspreken van het vonnis. Dat betekent dat verdachte na de uitspraak van de rechtbank weer kan worden vastgezet om de opgelegde gevangenisstraf uit te zitten.
De rechtbank overweegt dat de opgelegde straf, waarbij geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd dan reeds in voorlopige hechtenis is doorgebracht, met zich brengt dat de rechtbank niet overgaat tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank zal wel het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.