ECLI:NL:RBMNE:2021:58

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 januari 2021
Publicatiedatum
13 januari 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2557
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit WMO-toekenning van individuele begeleiding

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht inzake de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R. Kaya, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 19 juni 2020, waarin de gemeente de toekenning van een persoonsgebonden budget (PGB) voor individuele begeleiding heeft herzien. Eiser heeft in zijn beroep aangevoerd dat de toekenning van 2 uur per week individuele begeleiding onvoldoende is gemotiveerd en dat het stappenplan van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) niet correct is gevolgd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente voldoende onderzoek heeft gedaan naar de zorgbehoefte van eiser en dat de toekenning van 2 uur per week in lijn is met het medisch advies van Argonaut. De rechtbank oordeelt dat de gemeente terecht heeft besloten dat de ondersteuning door het buurtteam voorliggend is en dat de doelen die in het ondersteuningsplan zijn opgenomen, voldoende zijn om eiser uit zijn sociaal isolement te helpen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/2557

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 januari 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. R. Kaya),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder
(gemachtigde: E. Siemeling).

Inleiding en procesverloop

De echtgenote van eiser, [echtgenote] , heeft zich op 22 maart 2019 gemeld bij verweerder met een ondersteuningsvraag voor eiser. Op 27 maart 2019 heeft een kennismakingsgesprek tussen verweerder en eisers echtgenote plaatsgevonden. Op 7 mei 2019 heeft er een huisbezoek plaatsgevonden. Eiseres heeft in haar e-mail van 6 juni 2019 doelen opgeschreven.
Bij besluit van 14 juni 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser per 27 maart 2019 een PGB toegekend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) voor een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding, voor 2 uur per week en voor de duur van 9 maanden.
Bij besluit van 19 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het primaire besluit herroepen in de zin dat de maatwerkvoorziening wordt toegekend voor de duur van een jaar, mits het PGB-plan volledig ingevuld is en eventuele gevraagde stukken vóór 15 juli 2020 bij het buurtteam ingeleverd zijn. Verweerder heeft het primaire besluit voor het overige gehandhaafd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 december 2020 via Skype for Business. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Verweerder heeft de volgende doelen en tijdbesteding in de maatwerkvoorziening opgenomen:
1. Drie keer per week zelfstandig naar buiten gaan voor een korte wandeling of een boodschap: 30 minuten per week.
2. Meer sociale contacten en in staat zijn deze zelfstandig te onderhouden: 30 minuten per week.
3. Dagelijks zelfstandig kleine huishoudelijke taken uitvoeren: 30 minuten per week.
4. Zelfstandig een dagplanning maken met activiteiten die belanghebbende op de betreffende dag gaat uitvoeren: 30 minuten per week.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat conform het medisch onderzoek van de verzekeringsarts T.K. Gouw van Argonaut, het Ondersteuningsplan buurtteam Sociaal van 14 juni 2019 (ondersteuningsplan) en de toelichting op het besluit van het buurtteam, terecht is besloten om 2 uur per week individuele begeleiding toe te kennen voor de gestelde doelen. De inschatting van het aantal uren is gemaakt op basis van ervaring in andere casussen en door te bekijken wat eiser nodig had en waar hij toe in staat was, op basis van de informatie die eiser en zijn echtgenote hadden verstrekt. Het buurtteam acht 2 uur in de week toereikend om te werken aan de doelen uit het plan. In het ondersteuningsplan is het uit het sociaal isolement raken niet als doel opgenomen, dit vormt daarom geen onderwerp van geschil. De aanvraag voor individuele begeleiding voor hulp bij het regelen van zaken en financiën is afgewezen, omdat ondersteuning door het buurtteam voorliggend is. De begeleiding bij het voortbewegen in en buiten het huis valt volgens het buurtteam onder het eerste en derde te realiseren doel. Verweerder mag volgens vaste rechtspraak in de besluitvorming uitgaan van de juistheid van een medisch advies, tenzij er concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de inhoud van dat advies of aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming daarvan. Daarvan is in dit geval geen sprake, aldus verweerder.

Niet volgen stappenplan Centrale Raad van Beroep (CRvB)

2. Eiser voert aan dat uit de besluitvorming niet blijkt dat verweerder het stappenplan van de CRvB [1] heeft gevolgd.
3. De CRvB heeft in genoemde uitspraak in r.o. 4.4.2 omschreven welke stappen verweerder moet nemen voor het nemen van een besluit over maatschappelijke ondersteuning. In het ondersteuningsplan staat dat er een gesprek is geweest met de echtgenote van eiser waarin de hulpvraag van eiser is vastgesteld. Onderzocht is welke problemen eiser ondervindt. Het buurtteam is daarbij uitgegaan van de informatie van de echtgenote van eiser en van eiser. Dat verweerder onderzocht heeft of er eigen mogelijkheden, gebruikelijke zorg, eigen netwerk en onder meer voorliggende andere voorzieningen zijn om de nodige hulp en ondersteuning te bieden blijkt onder andere uit de afwijzing van het verzoek om individuele begeleiding voor het regelen van financieren omdat daar een voorliggende voorziening voor bestaat. Verweerder heeft op juiste wijze het stappenplan doorlopen. Het had op de weg van de gemachtigde van eiser gelegen om te benoemen welke stappen niet juist doorlopen zijn of achterwege gebleven zijn. Dat heeft de gemachtigde niet gedaan. De beroepsgrond slaagt niet.

Ten aanzien van de omvang en duur van de maatwerkvoorziening

4. Eiser voert aan dat verweerder de toekenning van 2 uur per dag individuele begeleiding onvoldoende heeft gemotiveerd. Eiser kan ook de geïndiceerde periode van 9 maanden (de rechtbank begrijpt: 12 maanden) niet plaatsen. Het onderzoek is onzorgvuldig dan wel onvolledig geweest. Er is sprake van een zeldzame ziekte van chronische en progressieve aard. De arts van Argonaut heeft zich niet uitgelaten over de tijdsaanduiding. De vraag hoeveel uur/minuten per taak moet worden toegekend is niet beantwoord. Het had op de weg van verweerder gelegen om uit de informatie van de echtgenote van eiser (het gezinsplan van 4 april 2019 en de e-mail van 6 juni 2019) de zorgbehoefte vast te stellen en per tijdseenheid per dag/week aan te geven aan welke taken hoeveel tijd wordt toegekend.
5. De rechtbank overweegt als volgt. Verweerder heeft in bezwaar een medisch advies opgevraagd bij Argonaut en heeft zich in het bestreden besluit gebaseerd op het op 16 juni 2020 uitgebrachte advies. Verweerder heeft voldoende kennis vergaard over de voor het nemen van een besluit van belang zijnde feiten en omstandigheden en af te wegen belangen. Eiser heeft niet aangevoerd dat er concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de inhoud van dat advies of aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming daarvan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in het besluit en met verwijzing naar het ondersteuningsplan voldoende gemotiveerd waarom eiser 2 uur individuele begeleiding toegekend zijn en rekening gehouden met de mogelijkheden van eiser. Eiser heeft niet onderbouwd waarom de toegekende uren voor hem onvoldoende zijn. Verweerder heeft ter zitting gezegd dat de situatie van eisers na een jaar geëvalueerd wordt. De beroepsgrond slaagt niet.

Ten aanzien van de hulp bij het regelen van zaken en financiën

6. Ten onrechte overweegt verweerder dat voor hulp bij het regelen van zaken en financiën geen maatwerkvoorziening is toegekend, omdat het buurtteam heeft beoordeeld dat ondersteuning vanuit het buurtteam voorliggend is. Het doel is echter om eiser te begeleiden bij het uitvoeren van het doen van financiën en andere zaken. Het is niet de bedoeling dat taken door een instantie worden overgenomen.
7. Een voorliggende voorziening is een algemene voorziening of andere voorziening waarmee een adequaat resultaat bereikt kan worden en die voorgaat op de wet. Op grond van art. 6.5.2 van de Beleidsregels Wmo van de gemeente [woonplaats] komt individuele begeleiding pas aan bod als iemand niet door het buurtteam kan worden ondersteund, vanwege het intensieve dan wel specifieke karakter van de zorgvraag. Het buurtteam heeft beoordeeld dat zij eiser ondersteuning kunnen bieden bij het regelen van zaken en financiën. Deze voorliggende voorziening gaat daarom voor op de maatwerkvoorziening. Eiser heeft niet onderbouwd dat ondersteuning vanuit het buurtteam voor hem niet geschikt is. De beroepsgrond slaagt daarom niet.

Ten aanzien van het uit het sociaal isolement raken

8. Eiser heeft verder aangevoerd dat verweerder ‘uit het sociaal isolement raken’ ten onrechte niet als doel heeft genoemd. Uit de doelen die eiser per e-mail aan verweerder heeft gestuurd en wat in het Ondersteuningsplan Buurtteam Sociaal is opgenomen, volgt dat ook uit het isolement raken een belangrijk doel is.
9. De rechtbank verwijst naar het ondersteuningsplan waarin, op basis van wat eiser en zijn echtgenote naar voren hebben gebracht, vier doelen zijn genoemd. De eerste twee doelen, het naar buiten gaan voor een korte wandeling/boodschap en het verkrijgen van meer sociale contacten en in staat zijn deze te onderhouden, zijn erop gericht om eiser uit een sociaal isolement te krijgen. Dit brengt mee dat verweerder het uit een sociaal isolement raken niet als apart doel op hoefde te nemen in het ondersteuningsplan. Deze beroepsgrond slaagt daarom evenmin.
10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.E. van Gestel, griffier. De beslissing is uitgesproken en bekendgemaakt op 13 januari 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de rechter is verhinderdde uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep

Voetnoten

1.Zoals neergelegd in de uitspraak van 21 maart 2018 (ECLI:NL:CRVB:2018:819)