Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
wonende te [geboorteplaats] (Israël),
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde mr. A.J.M. Knoef,
1.[gedaagde sub 1] ,2. [gedaagde sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,gedaagden in conventie,eisers in reconventie,gemachtigde mr. M. de Vries.
1.De procedure
- de dagvaarding met 5 producties van 28 oktober 2021;
- de brief met 16 producties van 10 november 2021 namens [gedaagden c.s.] .;
- de mondelinge behandeling van 12 november 2021;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van [gedaagden c.s.] .
2.De feiten
3.De standpunten van partijen
€ 17,50 per dag tot en met 22 februari 2021, danwel tot en met 25 juni 2021 danwel een vergoeding in goede justitie te bepalen en een datum in goede justitie te bepalen;
€ 250,00 per overtreding plus € 50,00 voor het voortduren van lasterlijke publicaties aan hun adres, dan wel een door de voorzieningenrechter in redelijkheid vast te stellen dwangsom.
4.De beoordeling
13 november 2021 tot en met de dag van algehele betaling van de vergoeding door [eiseres] aan [gedaagden c.s.] .
4.32. Daarnaast houden de vorderingen sub I tot en met IV verklaringen voor recht in. Naar hun aard kunnen deze voorzieningen in kort geding niet worden getroffen.
5.De beslissing
€ 7.822,50, te vermeerderen met een bedrag van € 17,50 per dag vanaf 13 november 2021 tot en met de dag van betaling, en (2) het bedrag van € 533,15;