ECLI:NL:RBMNE:2021:5787

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2021
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
16/004333-21 en 16/137365-20 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens diefstallen door middel van valse sleutels, phishing/oplichting, computervredebreuk en voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel voor computervredebreuk

Op 26 november 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal door middel van valse sleutels, phishing, computervredebreuk en het voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel voor computervredebreuk. De feiten vonden plaats in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 in Almere, waarbij de verdachte samen met anderen geldbedragen heeft gestolen van rekeninghouders van verschillende banken door gebruik te maken van valse sleutels en phishingtechnieken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van onrechtmatig verkregen inloggegevens om toegang te krijgen tot de bankrekeningen van de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de schadevergoeding aan de ING Bank N.V. toegewezen, die als benadeelde partij in het geding was betrokken, en heeft de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen gelast. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafoplegging, waarbij het vertrouwen in het betalingsverkeer en bankwezen als maatschappelijk belang werd benadrukt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/004333-21 en 16/137365-20 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 november 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 november 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.E. Craenen en hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. J.A.C. van den Brink, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 in Almere met een ander(en) geldbedragen van 11 rekeninghouders van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en/of de Triodos bank heeft gestolen, waarbij gebruik is gemaakt van een valse sleutel;
feit 2
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 in Almere met een ander(en) 16 rekeninghouders van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en/of de Triodos bank heeft opgelicht;
feit 3
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 in Almere zich schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk bij 17 rekeninghouders van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en/of de Triodos bank;
feit 4
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 in Almere met een ander(en) bestanden en software in zijn bezit heeft gehad, die gebruikt konden worden voor het plegen van computervredebreuk;
feit 5
op 21 augustus 2021 in Almere met een ander(en) de rekeninghouder [rekeninghouder 1] van de ING bank heeft opgelicht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Wat betreft feit 2 heeft hij gevorderd verdachte partieel vrij te spreken, namelijk voor zover het gaat om de aangevers [aangever 1] en [aangever 2] . Ook dient verdachte volgens de officier van justitie partieel te worden vrijgesproken van feit 3 met betrekking tot de aangevers [aangever 3] , [aangever 1] en [aangever 2] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde feiten. Hij heeft daarnaast partieel vrijspraak bepleit van het onder 4 ten laste gelegde, voor zover daarbij medeplegen ten laste is gelegd; voor het overige heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat de apparaten (telefoons en laptop) die onder verdachte in beslag zijn genomen, zijn gebruikt bij de tenlastegelegde feiten; zowel bij de phishing/oplichtings-activiteiten als bij de diefstal van geld en bij computervredebreuk. De rechtbank stelt ook vast, aan de hand van gegevens op deze apparaten en bij gebreke van een (aannemelijke en verifieerbare) andersluidende verklaring van verdachte zelf, dat het verdachte is geweest die van deze apparaten gebruik heeft gemaakt.
De raadsman heeft aangevoerd dat het bewijs dat verdachte bij alle feiten de gehele delictsomschrijving heeft vervuld, ontbreekt. Ook ontbreekt er volgens hem direct bewijs van een uitvoeringshandeling.
Het oordeel van de rechtbank is anders.
Zoals gezegd acht de rechtbank bewezen dat verdachte de verschillende apparaten heeft gebruikt. Op deze apparaten zijn gegevens aangetroffen die zien op alle verschillende fases van het phishing traject; zowel van het versturen van de phishing-mails en -sms-berichten, als het opzetten van phishing websites, als het opzetten van betaalomgevingen, als het doen van bestellingen bij webwinkels. Vanuit zijn apparaten had verdachte toegang tot een proton-mail-account dat is gebruikt voor afgevangen inloggegevens van slachtoffers. Uit gegevens van aangever ING bank volgt dat er vanuit apparaten van verdachte is ingelogd in systemen van de ING bank vanaf twee IP-adressen in Almere. Ten aanzien van het adres bij de Primera winkel blijkt gebruik te zijn gemaakt van een auto waarover verdachte beschikte. Het andere adres is van de woning van verdachte.
Voor betrokkenheid van anderen hierbij als mededader moet blijken van een bewuste en nauwe samenwerking. Daarvoor ontbreken concrete aanwijzingen in het dossier, terwijl ook verdachte zelf daar geen enkel aanknopingspunt voor heeft gegeven.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zelf alle tenlastegelegde wegnemings- en oplichtingshandelingen heeft verricht en dat niet is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking met een of meer anderen bij de bewezen verklaarde feiten. Er zijn wel aanwijzingen dat bankrekeningen zijn gebruikt van betrokken personen die wellicht als ‘geldezel’ zijn aan te merken, maar voor zover daarvan is gebleken, is niet gebleken dat die betrokkenheid verder gaat dan die van een medeplichtige. Het geheel aan handelen kan daarom alleen aan verdachte als dader worden toegerekend. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten. Zij zal verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde element “tezamen en in vereniging met anderen”.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedragen, toebehorende aan rekeninghouders van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en de Triodos bank, te weten
- [rekeninghouder 2] (52,49 euro)
- [rekeninghouder 3] (1.145,67 euro)
- [rekeninghouder 4] (5.000,00 euro)
- [rekeninghouder 5] (2.000,00 euro)
- [rekeninghouder 6] (400,00 euro)
- [rekeninghouder 7] (4.939,64 euro)
- [rekeninghouder 8] (653,33 euro)
- [rekeninghouder 9] (4.337,00 euro)
- [rekeninghouder 10] (20.508,54 euro)
- [rekeninghouder 11] (909,00 euro)
- [rekeninghouder 12] (438,00 euro),waarbij verdachte het weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, te weten met oplichting verkregen gebruikersnamen en wachtwoorden en inloggegevens voor het inloggen op internetbankieren en het autoriseren van een mobiel bankieren app en het autoriseren van een overboeking, sleutels tot het gebruik waarvan verdachte niet gerechtigd was;
feit 2
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, rekeninghouders van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en de Triodos bank, te weten
- [rekeninghouder 2]
- [rekeninghouder 3]
- [rekeninghouder 4]
- [aangever 3]
- [rekeninghouder 5]
- [rekeninghouder 6]
- [rekeninghouder 13]
- [rekeninghouder 7]
- [rekeninghouder 8]
- [rekeninghouder 9]
- [rekeninghouder 10]
- [rekeninghouder 14]
- [rekeninghouder 11]
- [rekeninghouder 12]

heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of betaalpasgegevens en/of activatiecode en/of pincode) van hun ING bank, ABN AMRO bank, ASN bank, SNS bank, Volksbank of Triodos bank accounts, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:

- kopieën van en/of nagemaakte websites van WoningNet, PostNL, de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank, de Triodos bank en IDEAL gehost op meerdere voor het afvangen van bovenvermelde gegevens (hierna: phishing) bedoelde servers en websites en vervolgens
- voornoemde rekeninghouders, een of meer e-mails en/of sms-berichten gestuurd, als waren deze e-mails en sms-berichten afkomstig van WoningNet en PostNL en vervolgens
- voornoemde rekeninghouders door de inhoud van voornoemde e-mails en sms-berichten bewogen tot het klikken op een hyperlink, waarna zij werden geleid naar een of meerdere valse/namaak websites van WoningNet en/of PostNL en/of de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank, de Triodos bank en/of IDEAL en vervolgens
- voornoemde rekeninghouders bewogen op die/een valse/namaak websites van WoningNet, PostNL, de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank, de Triodos bank en/of IDEAL hun (inlog)gegevens (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of betaalpasgegevens en/of activatiecode en/of pincode) in te vullen, waardoor bovengenoemde rekeninghouders werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
feit 3
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere telkens opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken, te weten computersystemen en servers van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en de Triodos bank, is binnengedrongen door een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het telkens inloggen met onrechtmatig verkregen inlognamen en wachtwoorden en andere (inlog)gegevens van rekeninghouders van de ING bank, de ABN AMRO bank, de ASN bank, de SNS bank, de Volksbank en/of de Triodos bank, te weten
- [rekeninghouder 2]
- [rekeninghouder 3]
- [rekeninghouder 4]
- [rekeninghouder 5]
- [rekeninghouder 6]
- [rekeninghouder 13]
- [rekeninghouder 7]
- [rekeninghouder 8]
- [rekeninghouder 9]
- [rekeninghouder 10]
- [rekeninghouder 14]
- [rekeninghouder 11]
- [rekeninghouder 12]
- [rekeninghouder 1] ;
feit 4
in de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd: een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, voorhanden heeft, immers heeft hij in die periode het programma AB Bulk Mailer(software bestemd voor het versturen van grote hoeveelheden e-mailberichten) en het programma DRPU Bulk SMS Professional (software bestemd voor het versturen van SMS in bulk) en meerdere phishingsites en grote tekstbestanden bestemd voor geautomatiseerde verzending van zogeheten phishingmails en phishing-sms voorhanden gehad, met de bedoeling om inloggegevens en klantgegevens af te vangen die toegang geven tot de geautomatiseerde betaalsystemen van een of meerdere banken en vervolgens die inloggegevens voorhanden gehad met de bedoeling om daarmee zichzelf toegang te verschaffen tot geautomatiseerde werken van een of meerdere banken;
feit 5
op 21 augustus 2020 te Almere met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels een rekeninghouder van de ING bank, te weten [rekeninghouder 1] (8.556,71 euro), heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen (hierboven nevengenoemd) en het ter beschikking stellen van de inloggegevens voor internetbankieren, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid voornoemde rekeninghouder bewogen tot het invullen van voornoemde inloggegevens en het overmaken van geld naar een andere zogenaamde “veilige rekening”, door:
- kopieën van nagemaakte websites van PostNL en de ING bank te hebben gehost op meerdere voor het afvangen van bovenvermelde gegevens (hierna: phishing) bedoelde servers en websites en vervolgens
- voornoemde rekeninghouder een of meer e-mails en sms’en gestuurd, als waren deze e-mails en sms’en afkomstig van PostNL en vervolgens
- voornoemde rekeninghouder, door de inhoud van voornoemde e-mails en sms’en bewogen tot het klikken op een hyperlink, waarna zij werd geleid naar een of meerdere valse/namaak websites van PostNL en de ING bank en vervolgens
- voornoemde rekeninghouder bewogen op die valse/namaak websites van PostNL en de ING bank haar (inlog)gegevens (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of betaalpasgegevens en/of activatiecode en/of pincode) in te vullen en vervolgens
-
- voornoemde rekeninghouder telefonisch mede te delen dat er geprobeerd was geld van haar rekening af te boeken en dat het geld even naar een andere rekening overgeboekt moest worden om het veilig te stellen en vervolgens
- bankrekeningnummers te noemen en toe te sturen, onder de mededeling dat voornoemde rekeninghouder haar geld veilig kon stellen door het naar die bankrekeningnummers over te maken, waardoor bovengenoemde persoon werd bewogen tot bovenomschreven afgiften.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 2
oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 4
met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, voorhanden hebben, meermalen gepleegd;
feit 5
oplichting.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot
- een gevangenisstraf van drie jaren, waarvan een gedeelte van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een geldboete van € 10.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 dagen hechtenis, in elk geval een geldboete die naar het oordeel van de rechtbank overeenkomt met het resterende wederrechtelijke voordeel.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, namelijk dat verdachte jong is, een studie volgt en hij deze studie graag wil voortzetten. De raadsman heeft bepleit om bij een bewezenverklaring een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan, of korter is dan, de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, eventueel aangevuld met een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstige inbreuk op de privacy van de slachtoffers door misbruik te maken van de onrechtmatig verkregen inloggegevens voor hun bankrekeningen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer vijf maanden op een uitgekookte wijze schuldig gemaakt aan meerdere diefstallen door middel van valse sleutels, aan phishing/oplichting, aan computervredebreuk en aan het voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel voor computervredebreuk. Dit deed verdachte door het gebruik van een vaste en kennelijk succesvolle “modus operandi”. Verdachte heeft hierbij onder meer phishing e-mails en sms-berichten verstuurd naar een grote hoeveelheid e-mailadressen en telefoonnummers. Van de personen die op deze phishing mails en berichten hebben gereageerd zijn de (inlog)gegevens gebruikt om bedragen van hun (spaar)rekeningen over te schrijven en/of op te nemen; ook zijn er van deze bedragen bestellingen gedaan bij webwinkels. Het is enkel door het ingrijpen van de financiële geldinstellingen (zoals ING bank) dat de geleden schade enigszins beperkt kon worden en de schade van de gedupeerden deels kon worden vergoed, niet in de laatste plaats omdat de geldinstellingen daar uit de eigen middelen voor zorgden. Niettemin hebben slachtoffers financiële schade opgelopen, hebben zij schrik en overlast ondervonden en is hun vertrouwen beschaamd. Door het handelen van verdachte is voorts het vertrouwen van de slachtoffers in het betalingsverkeer en bankwezen ondermijnd. Wanneer het vertrouwen in het betalingsverkeer en bankwezen bij consumenten in het algemeen niet meer aanwezig is, bestaat het risico van ernstige ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer. In deze tijd, waarin het online bestellen en betalen van goederen aan de orde van de dag is, is dit vertrouwen immers van groot economisch en maatschappelijk belang. De slachtoffers hebben daarnaast ook meerdere essentiële persoons- en bankgegevens ter beschikking gesteld, met als gevolg dat zij niet zullen weten of en naar wie deze gegevens nog meer verspreid zijn. Verdachte heeft geen enkel respect getoond voor het eigendom en de privacy van anderen. Verdachte werd kennelijk alleen gedreven door eigen geldelijk gewin en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers of overige gevolgen voor de maatschappij in het algemeen.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 8 september 2021 betreffende verdachte, waaruit blijkt dat verdachte eerder, op 25 augustus 2020, is veroordeeld voor diefstal gevolgd van geweld.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 5 juli 2021. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering vindt interventies of toezicht niet nodig, afgaand op het beeld dat zij van verdachte heeft gekregen. De reclassering ziet geen mogelijkheden voor interventies, omdat verdachte geen hulpvragen heeft en tevens het ten laste gelegde niet wenst te bespreken.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op een e-mailbericht van de officier van justitie van 11 november 2021, inhoudende aanvullende informatie van de toezichthouder van verdachte, mevrouw [naam]. Zij heeft meegedeeld dat verdachte de meldplicht nakomt. Verder heeft zij informatie gegeven over de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals de voortgang van zijn opleiding.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de soort en zwaarte van de op te leggen straf met name gelet op de straffen die doorgaans worden opgelegd in vergelijkbare zaken. Verdachte heeft zich intensief en geraffineerd beziggehouden met de bewezenverklaarde feiten. Verdachte heeft in een betrekkelijk korte periode een grote hoeveelheid slachtoffers gemaakt, veertien in totaal. Door gebruik te maken van verschillende telefoons, simkaarten, valse namen en bankrekeningen van moneymules, probeerde verdachte uit handen van de politie te blijven. Er is ook geen reden om aan te nemen dat verdachte zou zijn gestopt als hij niet was aangehouden. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de bewezenverklaarde feiten, mede vanuit een oogpunt van normbevestiging en generale preventie, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur rechtvaardigt. De rechtbank heeft overwogen of verdachte op enige wijze bijvoorbeeld met hulp van de reclassering op weg te helpen is, maar door zijn proceshouding en zijn houding ten opzichte van begeleiding en toezicht van de reclassering ziet de rechtbank daartoe geen mogelijkheden. Verdachte heeft zich ten aanzien van de feiten op zijn zwijgrecht beroepen; hij heeft daarmee ook nagelaten op enige wijze inzicht te geven in de redenen voor en de achtergrond van zijn handelen. Hij heeft ook geen verantwoordelijkheid voor zijn daden genomen en geen blijk gegeven het laakbare daarvan in te zien. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank daarom geen aanleiding voor oplegging van een voorwaardelijk strafdeel. De rechtbank zal daarom een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte opleggen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden. De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding om naast de gevangenisstraf een geldboete op te leggen. Als het doel is om verdachte het door hem genoten voordeel te ontnemen, dient – nu de verdachte niet heeft erkend voordeel te hebben genoten – in de daarvoor bedoelde procedure dit voordeel te worden vastgesteld; hiertoe zal een (al aangekondigde) vordering tot ontneming moeten worden ingediend. De rechtbank wijkt mede daarom af van de eis van de officier van justitie.
Voorlopige hechtenis
Gelet op de duur van de gevangenisstraf die aan verdachte zal worden opgelegd, is opheffing van de voorlopige hechtenis niet aan de orde. Op grond van art. 75, eerste lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering kan een veroordeling in eerste aanleg waarbij een vrijheidsbenemende straf of maatregel is opgelegd een zelfstandige grond opleveren voor de voortzetting of oplegging van de voorlopige hechtenis. Nieuwe gronden zijn niet vereist. De rechtbank heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis tot de uitspraakdatum toegewezen; voor een nieuwe schorsing is geen aanleiding.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht tot verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen voorwerpen, zoals genummerd van 1 tot en met 9, 11, 13 tot en met 17 en 24 tot en met 28 op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst. Hij heeft verzocht om de voorwerpen, zoals genummerd van 10 en 18 aan verdachte te retourneren. Tot slot heeft hij verzocht de voorwerpen, zoals genummerd van 12 en 19 tot en met 23 terug te geven aan de uitgevende instanties.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, zoals genummerd van 1, 2, 3, 5, 17 en 24 op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst verbeurd verklaren, omdat met behulp van deze voorwerpen de onder 1 tot en met 5 bewezen verklaarde feiten zijn begaan.
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, genoemd op de beslaglijst onder 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15, 16, 25, 26, 27 en 28 verbeurd verklaren, omdat deze voorwerpen bestemd zijn tot het begaan van de onder 1 tot en met 5 bewezen verklaarde feiten.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, genoemd op de beslaglijst onder 10 en 18.
Teruggave aan rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, genoemd op de beslaglijst onder 12, 19, 20, 21, 22 en 23 aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.

10.BENADEELDE PARTIJ ING BANK N.V.

ING Bank N.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 28.044,43, bestaande uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vordering geheel kan worden toegewezen, nu het schade betreft die de benadeelde partij heeft geleden doordat zij haar rekeninghouders heeft gecompenseerd.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, gelet op de door hem bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft hij bepleit dat het geen rechtstreekse schade betreft, nu de schade door de particulieren is geleden en niet valt in te zien dat er een plicht rustte op de bank om die particulieren te compenseren. De raadsman heeft aangevoerd dat de benadeelde partij dan niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard, omdat een beoordeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zal opleveren.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen verklaarde feit schade heeft geleden; zij heeft immers de schade van haar rekeninghouders [rekeninghouder 4] , [rekeninghouder 5] , [rekeninghouder 9] en [rekeninghouder 10] ter hoogte van in totaal € 26.898,76 aan deze rekeninghouders vergoed. Deze schade is aan te merken als verplaatste schade, die de rekeninghouders ook zelf van verdachte hadden kunnen vorderen als zij niet door de ING waren gecompenseerd. Ook deze verplaatste schade is toewijsbaar. De rechtbank zal daarom de vordering tot voornoemd bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 21 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde afwijzen. Reden daarvoor is dat de benadeelde partij het terug geboekte bedrag aan [rekeninghouder 3] heeft gestorneerd, omdat deze al op andere wijze schadeloos was gesteld.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij uitspraak van de politierechter van 25 augustus 2020 van deze rechtbank (parketnummer: 16/137365-20) is aan verdachte een gevangenisstraf opgelegd van drie weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging van voornoemde voorwaardelijke straf toe te wijzen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht de vordering af te wijzen. Subsidiair heeft hij verzocht de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf vanwege het werk en de opleiding van verdachte.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de voornoemde vordering tot tenuitvoerlegging toewijzen. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. De rechtbank zal daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gelasten.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 57, 138ab, 139d, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart alle ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
  • verklaart de voorwerpen, zoals genummerd van 1 tot en met 9, 11, 13 tot en met 17 en 24 tot en met 28 op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst, verbeurd;
  • gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen, zoals genummerd van 10 en 18 op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst;
  • gelast de teruggave aan de rechthebbenden van de voorwerpen, zoals genummerd van 12 en 19 tot en met 23 op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst;
Benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan ING Bank N.V. van het toegewezen bedrag van € 26.898,76 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente gerekend vanaf 21 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling;
  • wijst af de vordering van ING Bank N.V. voor het meer gevorderde aan materiële schade;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/137365-20
  • wijst de vordering toe;
  • gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 25 augustus 2020 opgelegde voorwaardelijke
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, voorzitter, mrs. R.P.P. Hoekstra en A.W.M. van Hoof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.Z. Turan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 november 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meer rekeninghouder(s) van de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank, te weten
1. [rekeninghouder 2] (52,49 euro)
2. [rekeninghouder 3] (1.145,67 euro)
3. [rekeninghouder 4] (5.000,00 euro)
4. [rekeninghouder 5] (2.000,00 euro)
5. [rekeninghouder 6] (400,00 euro)
6. [rekeninghouder 7] (4.939,64 euro)
7. [rekeninghouder 8] (653,33 euro)
8. [rekeninghouder 9] (4.337,00 euro)
9. [rekeninghouder 10] (20.508,54 euro)
10. [rekeninghouder 11] (909,00 euro)
11. [rekeninghouder 12] (438,00 euro)
en/of een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten met oplichting verkregen gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren en/of het autoriseren van een mobiel bankieren app en/of het autoriseren van een overboeking, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer rekeninghouder(s) van de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank, te weten
1. [rekeninghouder 2]
2. [rekeninghouder 3]
3. [rekeninghouder 4]
4. [aangever 3]
5. [rekeninghouder 5]
6. [rekeninghouder 6]
7. [rekeninghouder 13]
8. [rekeninghouder 7]
9. [rekeninghouder 8]
10. [rekeninghouder 9]
11. [rekeninghouder 10]
12. [aangever 1]
13. [aangever 2]
14. [rekeninghouder 14]
15. [rekeninghouder 11]
16. [rekeninghouder 12]
en/of een ander of anderen heeft/hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of betaalpasgegevens en/of activatiecode en/of pincode) van zijn/haar/hun ING bank en/of ABN AMRO bank
en/of ASN bank en/of SNS bank en/of Volksbank en/of Triodos bank account(s), althans gegevens, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- kopieën van en/of nagemaakte websites van WoningNet en/of PostNL en/of de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank en/of IDEAL gehost op meerdere voor het afvangen van bovenvermelde gegevens (hierna: phishing) bedoelde servers en/of websites en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s), een of meer e-mails en/of sms’en gestuurd, als waren deze e-mails en/of sms’en afkomstig van WoningNet en/of PostNL en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), door de inhoud van voornoemde e-mail(s) en/of sms’en bewogen tot het klikken op een hyperlink, waarna zij werden doorverwezen en/of geleid naar een of meerdere valse/namaak website(s) van WoningNet en/of PostNL en/of de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank en/of IDEAL en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), bewogen op die/een valse/namaak website(s) van WoningNet en/of PostNL en/of de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank en/of IDEAL zijn/haar/hun (inlog)gegevens (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of betaalpasgegevens en/of activatiecode en/of pincode) in te vullen, waardoor bovengenoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten computersyste(e)m(en) en/of server(s) van de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank, is/zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid te weten door het (telkens) inloggen met onrechtmatig verkregen inlognamen en/of wachtwoorden en/of andere (inlog)gegevens van rekeninghouder(s) van de ING bank en/of de ABN AMRO bank en/of de ASN bank en/of de SNS bank en/of de Volksbank en/of de Triodos bank, te weten
1. [rekeninghouder 2]
2. [rekeninghouder 3]
3. [rekeninghouder 4]
4. [aangever 3]
5. [rekeninghouder 5]
6. [rekeninghouder 6]
7. [rekeninghouder 13]
8. [rekeninghouder 7]
9. [rekeninghouder 8]
10. [rekeninghouder 9]
11. [rekeninghouder 10]
12. [aangever 1]
13. [aangever 2]
14. [rekeninghouder 14]
15. [rekeninghouder 11]
16. [rekeninghouder 12]
17. [rekeninghouder 1] ;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 augustus 2020 tot en met 12 januari 2021 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd: een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, vervaardigt, verkoopt, verwerft, invoert, verspreidt of anderszins ter beschikking stelt of voorhanden heeft, immers heeft hij in die periode het programma AB Bulk Mailer(software bestemd voor het versturen van grote hoeveelheden e-mailberichten) en/of het programma DRPU Bulk SMS Professional (software bestemd voor het versturen van SMS in bulk) en/of meerdere phishingsites en/of (grote) (tekst)bestanden bestemd voor geautomatiseerde verzending van zogeheten phishingmails en/of phishing-sms vervaardigd en/of voorhanden gehad, met de bedoeling om (een) inlogcode ('s) en/of inloggegevens en/of klantgegevens af te vangen die toegang geven tot het/de geautomatiseerde (betaal)syste(e)m(en) van een of meerdere bank(en) en/of (vervolgens) (die) inloggegevens verworven en/of ter beschikking gesteld en/of voorhanden gehad met de bedoeling om daarmee zichzelf of een ander toegang te verschaffen tot geautomatiseerde werken van een of meerdere bank(en);
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 21 augustus 2020, te Almere, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een rekeninghouder van de ING bank, te weten [rekeninghouder 1] (8.556,71 euro) heeft bewogen tot afgifte van (een) geldbedrag(en) (hierboven nevengenoemd), althans (enig) goed(eren), en/of het ter beschikking stellen van de inloggegevens voor internetbankieren, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voornoemde rekeninghouder, bewogen tot het invullen van voornoemde inloggegevens en/of het overmaken van geld naar een andere (zogenaamde) “veilige rekening”, door:
- kopieën van en/of nagemaakte websites van PostNL en/of de ING bank gehost op meerdere voor het afvangen van bovenvermelde gegevens (hierna: phishing) bedoelde
servers en/of websites en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder, een of meer e-mails en/of sms’en gestuurd, als waren deze e-mails en/of sms’en afkomstig van PostNL en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder, door de inhoud van voornoemde e-mail(s) en/of sms’en bewogen tot het klikken op een hyperlink, waarna zij werden doorverwezen en/of geleid naar een of meerdere valse/namaak website(s) van PostNL en/of de ING bank en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder, bewogen op die/een valse/namaak website(s) van PostNL en/of de ING bank zijn/haar/hun (inlog)gegevens (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of betaalpasgegevens en/of activatiecode en/of pincode) in te vullen en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder, telefonisch mede te delen dat er geprobeerd was geld van haar rekening af te boeken en dat het geld even naar een andere rekening overgeboekt moest worden om het veilig te stellen en/of (vervolgens)
- ( een) bankrekeningnummer(s) te noemen en/of toe te sturen, onder de mededeling dat voornoemde rekeninghouder zijn/haar/hun geld veilig kon stellen door het naar dat/die bankrekeningnummer(s) over te maken, waardoor bovengenoemde perso(o)n(en) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n).