4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feiten 4 en 5
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen onder de feiten 4 en 5 ten laste is gelegd.
Ten aanzien van feit 4 overweegt de rechtbank dat zich in het dossier weliswaar aanwijzingen bevinden dat het verdachte is die op 3 januari 2021 samen met een ander tankt bij de BP ( [adres] te [plaatsnaam] ) en vervolgens wegrijdt zonder te , maar dat op basis van de stukken niet tot een herkenning van verdachte kan worden gekomen. Dat het postuur en de schoenen van een van de daders overeenkomsten vertonen met verdachte en dat mogelijk dezelfde motorscooter als bij de plofkraak is gebruikt, acht de rechtbank onvoldoende om tot een wettige en overtuigende bewezenverklaring te komen. De rechtbank spreekt verdachte derhalve vrij van het onder feit 4 tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 5 overweegt de rechtbank dat uit het dossier niet is gebleken dat verdachte de kentekenplaat in de tenlastegelegde periode voorhanden heeft gehad. Gelet op de vrijspraak van feit 4 kan niet worden vastgesteld dat verdachte de kentekenplaat op 3 januari 2021 voorhanden had en ook is niet gebleken dat dit anders was op 5 maart 2021. Nergens volgt immers uit dat verdachte wist dat zich in de buddyseat van de motorscooter een kentekenplaat bevond, noch dat hij, als hij al kennis zou hebben gehad van de aanwezigheid van deze kentekenplaat, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze kentekenplaat van misdrijf afkomstig is. Onder deze omstandigheden spreekt de rechtbank verdachte vrij van het onder feit 5 tenlastegelegde.
Feiten 1 en 2
Aangever [C] heeft onder meer het volgende verklaard:
Ik ben eigenaar van de [benadeelde partij 1] en tevens eigenaar van het pand aan de [adres] te [plaatsnaam] . Op donderdag 4 maart 2021 omstreeks 17.10 uur heb ik de winkel afgesloten en in onbeschadigde toestand achtergelaten. Op vrijdag 05 maart 2021 omstreeks 04.06 uur werd ik wakker gebeld door de meldkamer van de alarmbeveiliging van de winkel. Ik hoorde de medewerker zeggen dat er meerdere (inbraak)alarm zones af gingen in mijn juwelier. […] Ik kon vanaf een afstand zien dat het rolluik niet meer voor mijn winkel zat en er overal glas lag. Ik zag dat er bij meerdere panden in de straat de ramen kapot waren.
Later in de ochtend mocht ik van de politie de winkel betreden. Ik zag dat de hele winkel overhoop lag met glas. Het glas was van de vitrines maar ook van de voor- en achterramen van de winkel. Ik zag dat er meerdere goederen uit de vitrine bij de voorkant weg waren. Dit zijn voornamelijk horloges geweest. […] Voor wat ik nu kan inschatten is er een winkelwaarde van ongeveer 234.000 euro gestolen. Dit zijn voornamelijk horloges geweest van het merk Omega, Tag Heuer, Qlock (
de rechtbank begrijpt: QlockTwo), R&C, Certina en Ponte Vecchio.
Afgelopen week werd ik nog geconfronteerd met schade aan het cement tussen de dakpannen. De bewoners boven de winkel belde mij na een flinke regenbui. Het water stroomde de woning binnen. Ik heb een loodgieter gebeld en die constateerde dat er scheuren in het cement zaten waardoor het water naar binnen stroomde. Deze schade is door de ontploffing gekomen van vrijdag 5 maart 2021.
De meterkast met gasaansluiting zat pal naast de opgeblazen voordeur.
Bevindingen ter plaatse en forensisch onderzoek
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Ik zag op de camerabeelden het volgende:
04:04:13 uur De scooter stopt ter hoogte van [benadeelde partij 1] . Er stappen drie personen van de scooter.
04:04:18 uur De twee personen die achterop de scooter zaten stappen af. Eén persoon (NN01) draagt twee tassen, hij loopt naar het midden van de straat en legt één tas op de grond. De andere persoon (NN02) loopt naar de gevel van de winkel. De bestuurder van de scooter (NN03) draait de scooter om.
04:04:29 uur NN01 haalt een langwerpig voorwerp uit een tas. NN02 heeft iets neergelegd bij de gevel […]. Hij pakt een voorwerp en loopt met versnelde pas in de richting van NN03. NN03 heeft de scooter op een standaard gezet.
04:04:46 uur NN03 en NN02 zijn beiden naar de gevel van de juwelier gelopen. NN01 zit gehurkt bij de tas op straat.
04:05:30 uur NN02 heeft een hoofdlamp op gezet en pakt tas van de grond.
04:06:12 uur […] Op de grond de straat is een snoer […] te zien. Bij één van de tassen lijkt een kleine accu te staan.
04:06:27 uur NN03 pakt het snoer van de grond en houdt een deel van het snoer bij de
+ en bij de - van de accu. NN01 is bezig met het opzetten van een hoofdlamp.
04:06:31 uur Er vindt een explosie plaats bij de gevel van de juwelier. Een rolluik wordt van de gevel geblazen.
04:06:35 uur NN01, NN02 en NN03 rennen richting de winkel en verdwijnen in een stofwolk.
04:06:51 uur Als de stof wegtrekt, is te zien dat NN03 de scooter heeft verplaatst. Vervolgens rent hij richting de juwelier. […]
04:07:23 uur NN01, NN02 en NN03 komen de winkel uitgerend. Ze hebben allemaal een tas vast.
04:07:31 uur NN03 stapt als bestuurder op de scooter. NN01 stapt als tweede (middelste) en NN02 stapt als derde (achterste) op.
04:07:37 uur De scooter rijdt weg in de richting van de [straatnaam] .
In het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] staat onder meer het volgende:
Op maandag 05 maart 2021, omstreeks 05:45 uur, werd door ons verbalisanten als
forensische onderzoekers […] een forensisch onderzoek naar sporen verricht. Dit in verband met een zogenaamde plofkraak op een juwelier, […] gelegen aan de [adres] , [postcode] [plaatsnaam] .
Wij zagen op straat ter hoogte van de voorgevel van het pand een metalen rolluik liggen, met in de directe nabijheid een zwarte elektriciteitskabel (foto 2 en 3, bord 21). […] Aan het uiteinde van deze kabel waren de draden ontmanteld en was het rode koper zichtbaar, dit koperdraad was getwist (foto 4). Ambtshalve is bij ons bekend dat deze kabel gebruikt wordt voor het ontsteken van het explosief door de twee ontmantelde draden te voorzien van een elektrische stroom met behulp van bijvoorbeeld een accu of een stroomstootwapen. […] Wij zagen deels in de etalageruit en voor de etalage een rolluik liggen. Deze was afkomstig uit de pui van de juweliers winkel (foto 7 en 8). Wij zagen dat een deel van het metaal verbogen en beroet was (foto 9 en 10, bord 23). Vermoedelijk was dit het punt van impact. Door ons werd van de beroeting een bemonstering uitgevoerd op de mogelijkheid van residu dan wel een restant van explosieve stoffen. Wij zagen dat de pui in de voorgevel van het pand door de explosie verwoest was (foto 11). Wij zagen dat de ruiten gebarsten waren en voor een deel op destraat lagen. […] Wij zagen dat heel het interieur van de juweliers winkel door de explosie volledig was verwoest (foto 13 t/m 15). Wij zagen glasdeuren van de etalage in het pand liggen. Alle ruiten waren door de drukopbouw in het pand gebarsten of uit de glassponning belazen. Wij zagen in een kastenwand een deel van metaal. Deze was door drukopbouw in de kast geblazen (foto 16 en 17). […] Wij zagen dat er diverse ruiten van de bovengelegen woningen in de winkelstraat door de explosie uit de raamkozijnen gesprongen waren (foto 23 en 24).
In onderhavige casus is te stellen dat er op dat tijdstip meerdere bewoners in de bovengelegen woningen aanwezig waren. Vastgesteld is dat de voorgevel van het pand geheel was vernield door een explosief. De metalen rolluik van het pand werd door de drukopbouw circa 10 meter uit de sponning geblazen en belanden in de etalageruit van de tegenover liggende winkelpui. De ruiten uit de voor- en achtergevel van het pand werden uit de raamkozijn belazen. Diverse ruiten uit de woningen, gelegen in de winkelstraat, werden door de explosie uit de raamkozijnen geblazen.
Uit de beschreven situatie en het aangetroffen schadebeeld bleek dat bij deze explosie gemeen gevaar voor goederen was te duchten als bedoeld in artikel 157 onder 1ste lid Wetboek van Strafrecht.
Uit de beschreven situatie en het aangetroffen schadebeeld bleek ook dat bij deze explosie tevens levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was geweest als bedoelt in artikel 157 onder 2de lid Wetboek van Strafrecht. […]
De volgende sporen en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld: […]
Spoornummer PLO900-2021069688-164437
SIN AANQ9550NL
Spooromschrijving Overige, explo
Wijze veiligstellen Plastic contr
Datum/tijd veiligstellen 5 maart 2021 om 08:00 uur
Plaats veiligstellen Op het rolluik bij plaats impact
Gevaarzetting als gevolg van de explosie
Uit het NFI-rapport Explosievenonderzoek naar aanleiding van een plofkraak bij een juwelier in [plaatsnaam] op 5 maart 2021blijkt onder meer het volgende:
[…] in het waterextract van de bemonstering van het rolluik [AANQ9550NL] zijn aanwijzingen verkregen voor de aanwezigheid van een restant kaliumperchloraat. Kaliumperchloraat komt normaal gesproken niet in het milieu voor en kent geen toepassing in 'huishoudelijke artikelen' (zoals schoonmaakmiddelen). De stof kaliumperchloraat kent wel toepassing in explosieve stoffen.
Kaliumperchloraat is van zichzelf geen explosieve stof. Kaliumperchloraat is een stof die veelvuldig in pyrotechnische mengsels (bepaalde soort explosieve stoffen) wordt toegepast. Voor een explosieve reactie van een mengsel met kaliumperchloraat is ook een 'brandstof' nodig. De explosie-effecten zoals zichtbaar op de video-opname, met name de felle lichtflits en het zichtbare schadebeeld op de foto's […] passen bij een pyrotechnische mengsel dat bestaan heeft uit kaliumperchloraat en een metaalpoeder (zoals aluminium, magnesium en/of magnalium) als brandstof, al dan niet met een toevoeging van zwavel. Dergelijke mengsels zijn nader te typeren als zogenaamd flitspoeder. Flitspoeder is het meest krachtige van alle pyrotechnische mengsels.[…] De explosieve constructie is ook niet op de ontvangen videobeelden te zien. Wel is op de videobeelden te zien dat de explosie wordt geïnitieerd door een elektrasnoer op een klein model accu aan te sluiten. Een dergelijke handelswijze duidt op een elektrische ontsteker. Qua explosieve stof zijn er aanwijzingen dat een flitspoeder op basis van kaliumperchloraat is toegepast. […] Gezien het schadebeeld is er in de ordegrootte van enkele honderden grammen flitspoeder ontploft.
Bij het ontbranden van pyrotechnische mengsels ontstaan vuurverschijnselen (brandgevaar),
verbrandingsgassen (drukverhoging) en/of rook.
In het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 5] staat onder meer het volgende:
Zichtbaar is dat de gehele voorzijde van het gebouw is verwoest. Hierbij zijn diverse constructieve delen van de voorzijde weggeslagen.
Zichtbaar is dat stalen en ijzeren onderdelen door de kracht van de explosie zijn weg
geslagen. Hierbij hebben enkele grote stalen onderdelen het houtkozijn doorboort.
De ramen in de omliggende panden werden door de kracht van de explosie verwoest.
Hierbij dient vermeld te worden dat deze ramen, deel uitmaken van woonvertrekken van
woningen, waaronder slaapkamerramen.
Zichtbaar is dat het rolluik naar de overzijde van de straat is geslagen.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] staat onder meer het volgende:
Op vrijdag 5 maart, omstreeks 04:10, kwam ik ter plaatse op de [straatnaam] in [plaatsnaam] . Ik zag na enkele minuten twee personen vanuit een woning op de [straatnaam] naar buiten komen lopen. Deze getuige bleek te zijn: [B] , geboren op [1993] te [geboorteplaats] .
Ik hoorde [B] het volgende vertellen:
- Dat zij samen met haar vriend, [A] , recht boven de juwelier woont op de [adres] in [plaatsnaam] .
- Dat zij rond 04:05 een motor hoorde rijden met een zwaar geluid.
- Dat zij binnen een minuut na het stoppen van de motor een harde knal hoorde.
Aantreffen bewijsmateriaal
In het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 7] staat onder meer het volgende:
Op vrijdag 5 maart 2021 om 09:00 uur kwam ik, naar aanleiding van een gekwalificeerde
diefstal in/uit winkel, voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] , [postcode] [plaatsnaam] .
Ik zag op de betonnen vloer en betonnen trap in het trappenhuis vochtige plekken die zicht het meest concentreerden om de kruipruimte. Ik zag dat de kruipruimte een ruimte betrof van ongeveer een meter diep en er een laag van ongeveer 40 centimeter water in stond. Ik zag in de kruipruimte, direct onder de luikopening een drietal tassen liggen. Ik zag dat de tassen alle drie zwart van kleur waren. Het betrof een zwartkleurige weekendtas van een nylon materiaal met een lichtblauwe opdruk ‘HUMBLE BOXING GEAR’. [...] In een zijvak
van de tas zag ik een hamer en in het grote hoofdvak een accu. Ik zag dat de tweede tas een zwartkleurige weekendtas betrof van een nylon materiaal met op de zijkant een embleem met de tekst ‘Jolly Bag 2000’. […] Ik zag in het hoofdvak diverse horloges en sieraden alsmede presentatiemateriaal voor het tonen van horloges en sieraden waaronder een reclame plaatje van het horloge merk ‘TAG HEUER’. Ik zag dat de derde tas een zwartkleurige rugtas met oranje accenten betrof met de opdruk ‘BASIC FIT’. […] en in het hoofdvak zag ik een hamer en diverse horloges, sieraden en presentatiemateriaal.
Verdachte heeft onder meer het volgende verklaard:
U, voorzitter, vraagt naar mijn rol bij de plofkraak van 5 maart 2021. Ik heb gereden op de motorscooter. […] We hebben van tevoren verzameld in de parkeergarage. […] De tas met de accu had ik bij me onderweg naar de juwelier. […] Ik heb de snoeren aan de accu verbonden. […] Het klopt dat ik tijdens de plofkraak een bivakmuts op had. […] In appartementencomplex [straatnaam] heb ik mij eerst in de kruipruimte verstopt. Daardoor was mijn kleding nat. […] Ik zou geld voor de plofkraak krijgen.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben.
Bewijsoverweging
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 5 maart 2021 omstreeks 04:06 uur sprake is geweest van een plofkraak op [benadeelde partij 1] aan de [adres] te [plaatsnaam] en dat verdachte één van de daders is geweest.
Medeplegen
Verdachten verzamelen in de parkeergarage van appartementencomplex [straatnaam] , waarna zij op pad gaan met tassen en onder meer een accu. Op de camerabeelden is te zien dat drie personen op een motorscooter aan komen rijden en voor de juwelier stoppen. Allen hebben donkere kleding aan en (uiteindelijk) hoofdlampjes op. Uit een van de tassen haalt een medeverdachte het vermoedelijke breekijzer om het rolluik te forceren en uit een andere tas komt een accu. Hierop worden door verdachte draden aangesloten, waarna een ontploffing plaatsvindt. Vervolgens gaan verdachte en twee medeverdachten de juwelier in en komen zij elk met een tas weer naar buiten, waarna zij gezamenlijk wegvluchten met de scooter. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee sprake van een gezamenlijke uitvoering van de plofkraak, waarbij tussen de verdachten sprake is geweest van nauwe en bewuste samenwerking. De rol van verdachte daarbij is niet onaanzienlijk geweest. Hij is volgens zijn eigen verklaring met zijn mededaders naar de juwelier gereden en heeft een actieve bijdrage gehad bij het veroorzaken van de ontploffing aan het pand van de juwelier door de draden met de accu te verbinden en door vervolgens met de anderen, in het bezit van de gestolen goederen, op de vlucht te slaan.
Gevaar
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat het opzet van verdachte en de mededaders was gericht op het veroorzaken van een ontploffing aan het pand van [benadeelde partij 1] . De wet vereist niet dat hun opzet ook gericht was op de gevolgen daarvan voor de omwonende personen en omringende gebouwen. Het gevaar moet ten tijde van het teweegbrengen van de ontploffing naar algemene ervaringsregels voorzienbaar zijn geweest. Uit het forensisch onderzoek en de beschrijvingen van de verbalisanten ter plaatse, blijkt dat het pand van de juwelier, alsook diverse omliggende panden, zwaar zijn beschadigd door de ontploffing. Zo lag het rolluik van de juwelier tien meter verderop en zijn de ruiten van diverse omliggende panden gesprongen. Bovendien zijn constructieve delen van de voorzijde van de juwelier weggeslagen en zaten er scheuren in het cement. Daarbij vond de ontploffing plaats op een tijdstip waarop, naar algemeen bekend is, de kans zeer groot is dat bewoners van de omliggende woningen thuis zijn. Dat is ook hier het geval geweest. Getuigen [B] en [benadeelde partij 2] wonen direct boven de juwelier en waren op het moment van de ontploffing thuis. Onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut heeft uitgewezen dat er voor de ontploffing gebruik is gemaakt van zogeheten flitspoeder: een combinatie van onder meer kaliumperchloraat en een metaalpoeder. Dit is een zeer krachtig mengsel en bij het ontbranden van een dergelijk mengsel is sprake van brandgevaar. Naast dit brandgevaar door de ontploffing van het flitspoeder ontstond ook aanvullend explosiegevaar, nu de meterkast met gasaansluiting zich pal naast de opgeblazen voordeur van de juwelier bevond en voorts instortingsgevaar door het wegblazen van de constructieve delen van het pand. Bij gebruikmaking van dergelijke zware explosieven, in de dichtbevolkte binnenstad van [plaatsnaam] op een tijdstip dat doorgaans iedereen thuis is, is het gevaar voor het pand en de omliggende panden en voor levensgevaar voor personen die zich in de nabijheid van de ontploffing bevinden, naar het oordeel van de rechtbank naar algemene ervaringsregels voorzienbaar. Daarbij moet in het bijzonder worden gedacht aan de mogelijkheid van het ontstaan van brand of instortingsgevaar door ernstige constructieve beschadigingen als gevolg van de explosie.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met medeverdachten, heeft schuldig gemaakt aan de plofkraak op [benadeelde partij 1] op 5 maart 2021.
In het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
Op vrijdag 5 maart 2021 om 06:00 uur kwam ik, […] voor forensisch onderzoek aan op de locatie [straatnaam] te [plaatsnaam] . […] Linksachter op de parkeerplaat zag ik in een hoek een parkeerplaats waar een personenauto van het merk en type Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] was geparkeerd.[…] Onder / achter het voertuig, bij de kofferbak zag ik een hoeveelheid kleding liggen […]. Nadat het voertuig was afgevoerd heb ik deze kleding veiliggesteld. Ik zag dat deze hoeveelheid kleding bestond uit: […]
- een jas, zwart. Bij het verplaatsen van deze jas voelde ik in een jaszak een zwaar gewicht. Na openen van deze jaszak bleek hierin een geladen revolver aanwezig […]. Dit betrof een revolver van het merk Olympia, kaliber .22, geladen met 8 patronen. Eén van deze patronen vertoonde een slagpinindruk. […] De volgende sporen en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Goednummer PL0900-2021069688-2788347
SIN AAOI4987NL
Object Vuurwapen (Revolver)
Aantal/eenheid 1 stuks
Verpakking Breathable bag
Merk/type Olympia
Land Nederland
Kaliber .22
Inhoud 8 patronen, waarvan 1 weigeraar
Goednummer PL0900-2021069688-2788363
SIN AAOI4983NL
Object Munitie (Kogelpatroon)
Aantal/eenheid 8 stuks
Verpakking Breathable bag
Land Nederland
Kaliber .22 waarvan 1 verschoten
Bijzonderheden Patronen uit revolver
In het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 8] staat onder meer het volgende:
Goednummer PL0900-2021069688-2788347
SIN AAOI4987NL
Wapen vuurwapen, revolver
Categorie III sub I
Goednummer PL0900-2021069688-2788363
SIN AAOI4983NL
Munitie 8 scherpe patronen
Categorie III
Verdachte heeft onder meer het volgende verklaard:
U, voorzitter, vraagt naar mijn rol bij de plofkraak van 5 maart 2021. […] Voordat we gingen, heb ik de revolver uit een tas gehaald, in een jas gestopt en onder de Volkswagen Polo [
de rechtbank begrijpt: in de parkeergarage van appartementencomplex [straatnaam] te [plaatsnaam]] gelegd. […] Over de revolver is niet gesproken. […] De andere jongens hebben niet gezien dat ik de revolver onder de auto verstopte.
Bewijsoverweging
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 maart 2021 te [plaatsnaam] een revolver en munitie voorhanden heeft gehad. De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling wegens het voorhanden hebben van een wapen en munitie in de zin van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie allereerst is vereist dat de verdachte het wapen en de munitie bewust aanwezig heeft gehad. Verder is voor de bewezenverklaring van het voorhanden hebben nodig dat de verdachte feitelijke macht over het wapen en de munitie heeft kunnen uitoefenen in de zin dat hij daarover heeft kunnen beschikken.
Verdachte heeft verklaard dat hij de revolver heeft aangetroffen in een tas in de parkeergarage van de [straatnaam] te [plaatsnaam] , alwaar hij met een groep had verzameld om een plofkraak te gaan plegen bij [benadeelde partij 1] . Bij het verzamelen van de benodigde spullen voor de plofkraak, stuitte verdachte op een tas met daarin een revolver. Onderzoek heeft uitgewezen dat de revolver geladen was met acht patronen. Verdachte heeft er niet voor gekozen afstand te nemen van de revolver maar heeft, zonder overleg en mededeling aan de andere aanwezigen, de geladen revolver uit de tas gehaald, in een jas gestopt en onder een auto, waarvan verdachte zich in de directe nabijheid bevond, gelegd. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte de revolver met daarin de munitie bewust aanwezig heeft gehad. Hij heeft de revolver immers aangetroffen, verplaatst en verstopt. De rechtbank is voorts, anders dan de raadsman, van oordeel dat verdachte ook de beschikkingsmacht heeft gehad over de revolver en de munitie en let daarbij op het volgende. Verdachte heeft niemand in kennis gesteld van de aanwezigheid van de revolver, maar zelf besloten de revolver te verstoppen, op een plek die alleen hij kende. Deze handelingen van verdachte zijn naar het oordeel van de rechtbank niet vergelijkbaar met de door de raadsman aangehaalde situatie waarbij iemand kortstondig en plotseling een wapen in zijn handen gedrukt krijgt en kort vasthoudt. Verdachte was volgens zijn eigen verklaring, als enige, met de plaats van het wapen bekend en zou het wapen op een door hem zelf gekozen moment ook weer kunnen ophalen om het te verplaatsen of te gebruiken. Nu het gelet op zijn eigen verklaring verdachte is geweest die de revolver en munitie bewust aanwezig heeft gehad en hierover de beschikkingsmacht had, kan het tenlastegelegde onder feit 3 wettig en overtuigend worden bewezen.