ECLI:NL:RBMNE:2021:5783
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. J.S.W. Boorsma, op 13 oktober 2020 pro forma beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de burgemeester van de gemeente Utrecht, gedateerd 2 september 2020. De rechtbank heeft de behandeling van het beroep, dat oorspronkelijk op 12 januari 2021 op zitting zou worden behandeld, aangehouden. Partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen een uitspraak zonder zitting, wat de rechtbank de mogelijkheid gaf om zonder verdere behandeling te oordelen.
De rechtbank heeft eiser verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep te vermelden, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft echter geen beroepsgronden ingediend. Na een herinnering van de rechtbank op 8 januari 2021, waarin eiser opnieuw werd gewezen op het ontbreken van deze gronden, heeft eiser niet gereageerd. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten.
De rechtbank heeft in haar beslissing ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, en is openbaar gemaakt op 25 november 2021. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.