4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak poging doodslag
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onder feit 1 primair ten laste gelegde. Op grond van de bewijsmiddelen in het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte met kracht en gericht richting vitale onderdelen van het lichaam van [slachtoffer] heeft gestoken. Daarmee kan ook niet worden bewezen dat verdachte de aanmerkelijke kans dat [slachtoffer] door zijn handelen zou overlijden bewust heeft aanvaard.
Feiten 1 en 2
Op 17 februari 2021 deed [slachtoffer] aangifte bij de politie. Hij verklaarde dat hij die dag thuis was in zijn woning aan de [adres ] in [woonplaats ] toen hij hard gebonk hoorde op zijn voordeur. Omdat [slachtoffer] vermoedde dat een man waarmee hij eerder een confrontatie had gehad voor de deur stond, is hij via het balkon naar het appartement van zijn buurman op [nummer] gelopen. Hij deed de voordeur van de buurman open en zag toen de man die hij eerder had gezien staan met een groot mes in zijn hand. De man liep op hem af en begon op hem in te steken. Samen met de buurman heeft [slachtoffer] de voordeur geprobeerd dicht te duwen. Ondertussen bleef de man maar steken. [slachtoffer] heeft de man toen om zijn nek gepakt. Het lukte [slachtoffer] niet om hem in bedwang te houden. Daarna begon de man heel hard op zijn hoofd te slaan.
Op 17 februari 2021 heeft [getuige] een verklaring bij de politie afgelegd. Hij verklaarde dat zijn buurman, [slachtoffer] die dag ineens op het balkon stond. [slachtoffer] zei dat [getuige] de politie moest bellen. [slachtoffer] ging een paar keer op de galerij kijken. Toen stond er ineens iemand met een mes die hen belette om de deur dicht te doen. [getuige] zag de arm van de dader langs de deur komen en zag dat hij in zijn hand een mes vast had. Met dat mes maakte de dader stekende bewegingen naar [slachtoffer] De dader duwde daarna zo hard tegen de deur dat hij binnen kon komen. [slachtoffer] greep toen naar de hand waar het mes in zat. Beiden vielen op de grond en begonnen te vechten. [getuige] denkt dat het mes van de dader toen uit zijn handen is gevallen. [getuige] zag dat de dader [slachtoffer] meerdere keren hard in het gezicht sloeg toen hij op de grond lag.
Op 17 februari 2021 heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden in de woning van [getuige] . In de hal werd een mes (broodmes) aangetroffen (SIN AANO8766NL).
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft onderzoek gedaan naar de verwondingen van [slachtoffer] . Het NFI schrijft in haar rapport het volgende:
De zwelling en donkere verkleuring rond het rechteroog (A) berust op kneuzing en onderhuidse bloeduitstorting, opgeleverd door stomp botsend geweld, bijvoorbeeld door slaan, vallen of (zich) stoten. De letsels ter hoogte van de linkerschouder (C, D, H, K), de linkerbovenarm (E, F, G), de linkeronderarm (B) en aan beide handen (I, J, L) betreffen oppervlakkige huidbeschadigingen. De lijnvormige huidbeschadigingen B, E en G, ter hoogte van de linkerschouder en de linkerarm, betreffen, gezien de aanliggende wondranden en het deels onderbroken wondbed, kraswonden en/of oppervlakkige snijwonden. Dergelijke letsels worden in algemene zin veroorzaakt door de inwerking van uitwendig puntig en/of scherprandig mechanisch geweld, zoals door (zich) bewegen langs een hard, puntig en/of scherprandig voorwerp of uitsteeksel van een groter object of door (zich) krassen met of aan een hard, puntig en/of scherprandig (deel van een) voorwerp of uitsteeksel.
Letsels G en B aan de linkerboven- en -onderarm tonen daarnaast een typisch patroon, passend bij een voorwerp of uitsteeksel met meerdere gelijkmatige puntige uitsteeksels. Het kartelmes (SIN AANO8766NL) heeft scherprandige en puntige kenmerken, en heeft daarnaast gezien de kartels meerdere gelijkvormige puntige uitsteeksels op gelijke onderlinge afstand, waardoor het qua fysische eigenschappen in aanmerking kan komen als veroorzakend voorwerp van alle huidklievingen en kraswonden.
De verwondingen bevonden zich in onderhavig geval (onder andere) hoog aan de rug. Indien een scherprandige huidklieving op een dergelijke locatie dieper reikt, kan dit leiden tot perforatie van de long en/of de longvliezen, met het samenvallen van de long en bloed- en/of luchtophoping in de ruimte tussen de borstkas en de longen (pneumothorax of ‘klaplong’). Bij een dergelijke toestand is door perforatie van het borstvlies, het vacuüm tussen de long en de borstkas opgeheven, en de long geheel of gedeeltelijk samengevallen. Indien in een dergelijke situatie geen tijdige, adequate medische interventie plaatsvindt, kan een levensbedreigende belemmering van de ademhaling optreden. Daarnaast kunnen bloedvaten van de borstwand worden geperforeerd (bijvoorbeeld tussenribslagaders en de slagader onder het sleutelbeen), waardoor ernstig bloedverlies kan optreden.
Overwegingen over feit 1
Het verhaal van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat niet hij, maar aangever de confrontatie heeft gezocht. Aangever kwam agressief naar het appartement van verdachte, waarna verdachte naar boven is gelopen om te praten over de overlast die hij ervoer van aangever. Daar stonden aangever en getuige [getuige] met stokken in de aanslag, waarna ze hem het appartement van [getuige] in hebben getrokken. In het appartement werd hij door aangever en [getuige] aangevallen. Verdachte heeft toen een mes uit de keuken gepakt om te dreigen. Verdachte heeft met het mes tegen de muur geslagen, maar hij heeft er niemand mee geraakt. Hij heeft aangever vervolgens aan de kant geduwd, geslagen en kon daarna wegkomen. Verdachte stelt zich enkel te hebben verdedigd tegen het geweld dat aangever en [getuige] tegen hem gebruikte.
De rechtbank is van oordeel dat de lezing van verdachte niet aannemelijk is geworden. In het dossier is hiervoor geen bevestiging te vinden en het verhaal van verdachte wordt bovendien weersproken door de bewijsmiddelen in het dossier. De verklaring over het door verdachte gebruikte geweld wordt weersproken door de verklaringen van aangever en getuige [getuige] , maar ook het bij aangever aangetroffen letsel strookt hiermee niet. Daarnaast strookt verdachtes verklaring over de aanleiding van het conflict tussen verdachte en aangever evenmin met de bewijsmiddelen en met overige stukken die zich in het dossier bevinden. Zo verklaarde de broer van verdachte dat verdachte stemmen hoorde van een vrouw en dat hij dacht dat die vrouw bij zijn bovenbuurman (aangever) in de woning was. Een buurtbewoner verklaarde dat een man meerdere keren bij aangever aan de deur is geweest om te vragen naar een vrouw. Dit volgt ook uit de aangifte van aangever. Op de zitting heeft verdachte bovendien zelf verklaard dat hij in de tijd vóór het incident stemmen hoorde, waaronder de stem van een vrouw.
De rechtbank gaat er gelet op het voorgaande van uit dat verdachte aangever niet heeft opgezocht om rustig met hem te praten over overlast, maar dat hij – mogelijk omdat hij dacht dat er een vrouw in de woning van aangever aanwezig was – met een mes de confrontatie met aangever heeft gezocht op de wijze als beschreven in de aangifte.
Opzet op zwaar lichamelijk letsel?
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling, moet de rechtbank de vraag beantwoorden of verdachte opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Opzet is in de eerste plaats aanwezig indien verdachte ten tijde van zijn handelen de bedoeling had om aangever zwaar te mishandelen. Zo’n bedoeling heeft de rechtbank op basis van het dossier niet kunnen vaststellen.
Daarnaast is van opzet ook sprake wanneer verdachte bij zijn handelen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat aangever zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. In dat geval wordt gesproken van voorwaardelijk opzet. Bij het bepalen of voorwaardelijk opzet bij verdachte aanwezig was, zijn drie elementen van belang: (1) de gedraging van verdachte moet de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg – in dit geval het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel – in het leven hebben geroepen, (2) de verdachte was zich bewust van die aanmerkelijke kans, en (3) hij heeft die kans aanvaard (op de koop toegenomen). Of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In het bijzonder wordt daarbij gekeken naar de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet in alle gevallen gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Hiermee wordt bedoeld een onder de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid. Bij de beantwoording van de (vervolg)vraag of de aanmerkelijke kans door verdachte ook bewust is aanvaard, speelt de gedraging van verdachte eveneens een rol. Bepaalde gedragingen kunnen namelijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de dader de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard.
Aan de hand van dit toetsingskader komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij aangever. Uit de verklaringen van aangever en getuige [getuige] blijkt dat verdachte met een mes richting het lichaam van aangever heeft gestoken en dat het mes in de worsteling tussen verdachte en aangever op een gegeven moment is gevallen. Uit het letsel van aangever en het onderzoek daarnaar door het NFI maakt de rechtbank op dat verdachte aangever met het mes heeft geraakt op zijn bovenrug en schouder. Naar algemene ervaringsregels bestaat er een aanmerkelijke kans op het intreden van zwaar lichamelijk letsel wanneer een persoon stekende bewegingen met een mes maakt in de richting van het bovenlichaam. In het bovenlichaam bevinden zich namelijk vitale organen. Verdachte moet zich daarvan, net als ieder ander weldenkend mens, bewust zijn geweest. Door desondanks te handelen zoals verdachte heeft gedaan, heeft verdachte deze aanmerkelijke kans op het intreden van dit gevolg bewust aanvaard. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van aangever.