Op 19 januari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere strafbare feiten, waaronder vernieling, schending van de eerbaarheid, belediging van een ambtenaar en diefstal. De verdachte, geboren in 1978 en momenteel gedetineerd, was niet aanwezig tijdens de zitting op 5 januari 2021, maar zijn advocaat, mr. J.M. van Dam, vertegenwoordigde hem. De officier van justitie, mr. C.A. Zijlstra, beschuldigde de verdachte van het stelen van goederen uit een winkel in Groningen en het onbruikbaar maken van een politiecel in Amersfoort, evenals het beledigen van een politieagent en het tonen van zijn geslachtsdeel in het openbaar.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging uit te stellen. De rechtbank heeft de bewijsstukken beoordeeld, waaronder aangiften van slachtoffers en verklaringen van verbalisanten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de diefstal van blikken bier, waarvan hij werd vrijgesproken.
De rechtbank legde de verdachte een ISD-maatregel van twee jaar op, gezien zijn eerdere veroordelingen en de ernst van de feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een stelselmatige dader was en dat de ISD-maatregel noodzakelijk was voor zowel de bescherming van de maatschappij als voor de behandeling van de verdachte. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, de politie Midden-Nederland, tot schadevergoeding van € 61,13 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de verdachte ook schuldig verklaard voor de andere feiten, maar geen straf opgelegd voor de belediging en schending van de eerbaarheid.