ECLI:NL:RBMNE:2021:572
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vrijstelling inschrijving Leerplichtwet; niet-ontvankelijkheid beroep wegens ambtshalve uitschrijving uit Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft eiseres op 31 mei 2019 een aanvraag ingediend voor een vrijstelling op grond van de Leerplichtwet (Lpw) voor haar dochter, voor het schooljaar 2019-2020. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, niet tijdig op haar aanvraag heeft beslist. Verweerder heeft echter gesteld dat er geen leerplicht geldt voor de dochter van eiseres, omdat zij ambtshalve is uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (Brp). Hierdoor zou de aanvraag van eiseres niet als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden beschouwd.
Tijdens de zitting op 6 oktober 2020 was eiseres vertegenwoordigd, maar verweerder was afwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dochter van eiseres op 11 januari 2019 ambtshalve is uitgeschreven uit de Brp wegens vertrek naar Marokko. Dit betekent dat de dochter niet langer onder de Lpw valt en dat de aanvraag van 31 mei 2019 niet kan worden behandeld. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het besluit van 8 oktober 2019 ongegrond verklaard, waardoor de aanvraag niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres heeft ook geen recht op een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen door verweerder.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de eerdere vrijstelling voor de dochter van eiseres niet relevant is voor de huidige aanvraag, aangezien de dochter inmiddels niet meer onder de leerplicht valt. De rechtbank heeft de zaak afgesloten met de beslissing dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen proceskostenveroordeling zal plaatsvinden.