ECLI:NL:RBMNE:2021:5653

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 november 2021
Publicatiedatum
22 november 2021
Zaaknummer
9495951 LV EXPL 21-30 A/45353
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over de verwijdering van een overlastgevende boom in de achtertuin

In deze zaak heeft de stichting Woonstichting Centrada een kort geding aangespannen tegen een huurder, aangeduid als [gedaagde], met als doel de verwijdering van een grote boom in de achtertuin van de gehuurde woning. De boom veroorzaakt overlast voor de buren, waaronder vallende takken en bladeren. Centrada heeft herhaaldelijk geprobeerd om [gedaagde] te overtuigen de boom te verwijderen, maar [gedaagde] heeft tot nu toe geweigerd om medewerking te verlenen. De procedure begon met een dagvaarding op 29 oktober 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 17 november 2021 via Skype. Tijdens deze zitting heeft [gedaagde] aangegeven dat zij instemt met de verwijdering van de boom, maar onder bepaalde voorwaarden, waaronder het herstel van de erfafscheiding.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor Centrada, gezien de overlast die de boom veroorzaakt. De rechter heeft [gedaagde] veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis haar medewerking te verlenen aan de verwijdering van de boom, inclusief de wortels. De vordering van Centrada om zelf de werkzaamheden uit te voeren is afgewezen, omdat [gedaagde] al verplicht is om mee te werken. De kantonrechter heeft ook de gevorderde dwangsommen afgewezen, omdat Centrada al wettelijke mogelijkheden heeft om de uitvoering van het vonnis af te dwingen.

Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Centrada, die zijn begroot op €741,76. De rechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.G.F. Van der Kraats op 24 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
zaaknummer: 9495951 LV EXPL 21-30 A/45353
Kort geding vonnis van 24 november 2021
inzake
de stichting
WOONSTICHTING CENTRADA,
gevestigd te Lelystad,
verder ook te noemen Centrada,
eisende partij,
gemachtigde: mr. T. Mulder,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. P. Bosma.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de dagvaarding, met producties, van 29 oktober 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van deze zaak is gehouden op 17 november 2021 en heeft plaatsgevonden via Skype for Business. Namens Centrada is verschenen [A] , bewonersconsulent bij Centrada, bijgestaan door mr. Mulder. [gedaagde] , voornoemd, is verschenen, bijgestaan door mr. J. De Jong die heeft waargenomen voor mr. Bosma. Van de mondelinge behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van Centrada de woning aan de [adres] in [woonplaats] .
2.2.
Tot het gehuurde behoort een achtertuin, waarin zich een grote boom bevindt. Deze boom leidt tot overlast bij de buren van [gedaagde] . De ervaren overlast bestaat uit vallende takken, vallend blad en wortels die bestrating omhoog duwen.
2.3.
Op 9 december 2020 heeft een medewerker van Centrada [gedaagde] bezocht in haar woning, waarbij tussen hen is gesproken over de door de boom veroorzaakte overlast.
2.4.
Bij brief van 16 december 2020 heeft Centrada [gedaagde] verzocht de boom binnen zes weken te verwijderen.
2.5.
Op 4 januari 2021 heeft een medewerker van Centrada [gedaagde] opnieuw bezocht om te spreken over het verwijderen van de boom en een door Centrada in dit kader opgevraagde offerte te bespreken.
2.6.
Bij brief van 5 januari 2021 heeft Centrada [gedaagde] geschreven dat [gedaagde] weigerachtig is met het verlenen van medewerking bij het verwijderen van de boom en dat Centrada de gestelde termijn uit de brief van 16 december 2020 handhaaft.
2.7.
Bij brief van 12 april 2021 heeft Centrada aan [gedaagde] geschreven dat zij niet reageert op brieven en (telefoon)gesprekken, dat Centrada heeft besloten de zaak aan de rechter voor te leggen en dat Centrada de kosten voor het verwijderen van de boom voor eigen rekening zal nemen.
2.8.
Bij e-mail van 26 mei 2021 heeft de advocaat van [gedaagde] het volgende aan Centrada geschreven:
‘In bovengenoemde zaak heb ik overleg gehad met mijn cliënte die na beraad instemt met het verwijderen van de boom. Daarbij ga ik er vanuit dat de kosten voor verwijdering voor rekening van Centrada komen.
Van cliënte begrijp ik dat er al wel gedurende zo’n 16 jaar een verstoorde verstandshouding is met de buren. Wellicht ziet u, nu cliënte meewerkt aan het verwijderen van de boom, nog ruimte om vanuit de verhuurder te onderzoeken of partijen tot overeenstemming kunnen komen over de erfafscheiding. Met name cliënte heeft veel moeite met de huidige staat daarvan, die mede het gevolg is van werkzaamheden aan de zijde van de buren.’
2.9.
Bij brief van 15 september 2021 heeft Centrada onder meer het volgende aan [gedaagde] geschreven:
‘Naar aanleiding van de afspraken die door mijn collega [B] met u gemaakt zijn laat ik u hierbij weten dat bekend is wanneer de boom uit uw tuin verwijderd zal worden:
Op maandag 20 september 2021 vanaf 08:00 uurzullen de werkzaamheden worden uitgevoerd door Hovenier Bastiaan.’
2.10.
Op 20 september 2021 heeft de door Centrada ingeschakelde hovenier zich gemeld bij de woning van [gedaagde] . [gedaagde] heeft de hovenier niet toegelaten tot de achtertuin en heeft geweigerd medewerking te verlenen aan het verwijderen van de boom.
2.11.
Bij e-mail van 23 september 2021 heeft de advocaat van Centrada onder meer het volgende aan de advocaat van [gedaagde] geschreven:
‘Partijen hebben de afgelopen periode rechtstreeks overleg met elkaar gevoerd over de verwijdering van de boom en hier afspraken over gemaakt.
Laatstelijk op 15 september jl. heeft Centrada uw cliënte in dat verband aangeschreven middels bijgevoegde brief., welke brief ook persoonlijk is overhandigd aan uw cliënte door Centrada.
Hoewel cliënte er op basis van de afspraken met uw cliënte vanuit ging dat zij volledige medewerking zou verlenen, bleek afgelopen maandag dat uw cliënte (wederom) alle medewerking weigerde. De boom is door het weigerachtige gedrag van uw cliënte dus nog steeds niet verwijderd en dat maakt een procedure onvermijdelijk.
De huidige situatie is onhoudbaar nu de boom en de wortels een groot risico op schade en vooral letsel veroorzaakt.
Ik bied uw cliënte een laatste mogelijkheid om alsnog mee te werken aan de verwijdering van de boom, ontvang ik te dien aanzienniet binnen 3 dagenna vandaag de schriftelijke bevestiging uwerzijds dan zal ik onmiddellijk een kort geding starten waarbij de medewerking zal worden afgedwongen.’
2.12. (
De advocaat van) [gedaagde] heeft voor het uitbrengen van de dagvaarding niet op laatstgenoemde brief gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
Centrada vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, haar volledige medewerking te verlenen aan de verwijdering van de grote boom (inclusief stobben en het wortelgestel) die zich bevindt in de achtertuin behorende tot het gehuurde, waaronder in elk geval moet worden verstaan dat zij de medewerkers van Centrada en de door Centrada in te schakelen derden (zoals een hovenier) vrije en ongestoorde toegang verschaft tot de achtertuin van het gehuurde en [gedaagde] zich zal onthouden van gedragingen die het verwijderen van de boom belemmeren of onmogelijk maken, zulks telkens op straffe van verbeurte van een dwangsom ter hoogte van telkens € 1000,- per dag voor elke dag dat [gedaagde] hieraan geen gevolg geeft, althans een door de kantonrechter in goede justitie nader te bepalen dwangsom;
II. te bepalen dat indien [gedaagde] in gebreke blijft aan het sub I. gevorderde te voldoen, Centrada te machtigen de betreffende werkzaamheden bestaande uit de verwijdering van de grote boom (inclusief stobben en het wortelgestel) uit de achtertuin van het gehuurde zelf uit te (laten) voeren, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
III. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en te vermeerderen met nakosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt Centrada – kort gezegd – dat de boom overlast veroorzaakt bij omwonenden, dat Centrada de boom op eigen kosten wil verwijderen, dat [gedaagde] daaraan haar medewerking heeft toegezegd maar tot op heden weigerachtig blijft om daadwerkelijk medewerking te verlenen.
3.3.
[gedaagde] heeft – samengevat – aangevoerd dat zij het eens is met het verwijderen van de boom op kosten van Centrada. Wel stelt zij dat bij het verwijderen van de boom schade zal worden toegebracht aan de bestaande erfafscheiding. [gedaagde] wil dat Centrada de erfafscheiding verwijderd en na de werkzaamheden een behoorlijke erfafscheiding terugplaatst. Ook wil [gedaagde] dat de hovenier haar een bezoek brengt om te bespreken hoe zij te werk gaan. Ten slotte wenst [gedaagde] dat de hovenier ook de opdracht krijgt om de wortels van de boom te verwijderen. [gedaagde] heeft al vele jaren een moeizame relatie met de buurvrouw en bij het oplossen daarvan zou Centrada wellicht kunnen helpen.

4.De beoordeling

4.1.
De aanwezigheid van een spoedeisend belang van Centrada bij haar vorderingen is door [gedaagde] niet betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter is van een spoedeisend belang van Centrada, gelet op de aard van de vorderingen, voldoende gebleken.
4.2.
In het kader van dit kort geding moet worden beoordeeld of de vordering van Centrada in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.3.
[gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat zij het ermee eens is dat de boom in haar achtertuin op kosten van Centrada wordt verwijderd. Dit volgt ook uit de e-mail van haar advocaat van 26 mei 2021. De kantonrechter zal [gedaagde] daarom veroordelen om hieraan haar medewerking te verlenen. De kantonrechter gaat ervan uit dat ook de wortels zullen worden verwijderd zoals [gedaagde] wenst, nu verwijdering daarvan ook door Centrada in de vordering is opgenomen.
4.4.
De kantonrechter zal aan de veroordeling niet de voorwaarde verbinden dat de door Centrada in te schakelen hovenier een plan van aanpak aan [gedaagde] moet overleggen en/of dat de schutting van [gedaagde] voorafgaand aan de werkzaamheden verwijderd en vervolgens teruggeplaatst moet worden. Het is aan de expertise van de hovenier om te bepalen op welke wijze de boom (en eventueel ondergrondse delen) wordt verwijderd. Het voorgaande zou alleen anders kunnen zijn indien de hovenier voorziet dat er schade zal worden toegebracht aan eigendommen van [gedaagde] . Mevrouw [A] heeft tijdens de zitting echter voldoende toegelicht dat Centrada ervaring heeft met het door haar vaste hovenier laten verwijderen van bomen op kleine oppervlaktes en hoe dat in zijn werk gaat zonder dat er schade aan de omgeving wordt aangericht en zonder dat de schutting verwijderd moet worden.
4.5.
Centrada heeft ook een machtiging gevorderd om zelf de werkzaamheden uit te voeren. Die vordering zal worden afgewezen. [gedaagde] wordt immers al veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de verwijdering van de boom. Indien [gedaagde] niet vrijwillig meewerkt aan deze veroordeling, dan zal Centrada de deurwaarder moeten inschakelen om haar [gedaagde] te dwingen medewerking te verlenen. Dat kan op basis van dit vonnis, een machtiging aan Centrada is daarvoor niet nodig.
4.6.
De door Centrada gevorderde dwangsommen worden ook afgewezen. De deurwaarder is op grond van de wet bevoegd tot de daadwerkelijke uitvoering van de veroordeling. Omdat Centrada dus al mogelijkheden heeft om de ontruiming af te dwingen en zij onvoldoende heeft onderbouwd op grond waarvan zij een extra prikkel nodig heeft in de vorm van een op te leggen dwangsom, zal de gevorderde dwangsom bij gebrek aan belang worden afgewezen.
4.7.
De kantonrechter overweegt ten slotte dat zij het betreurt dat [gedaagde] een jarenlang conflict heeft met haar buurvrouw. Zij hoopt dat daarin een oplossing gevonden wordt, eventueel met behulp van buurtbemiddeling. [gedaagde] en haar buurvrouw zullen voor buurtbemiddeling wel zelf het initiatief moeten nemen, wellicht geholpen en daartoe aangezet door Centrada. Het burengeschil valt verder echter buiten de reikwijdte van deze procedure.
4.8.
Vaststaat dat [gedaagde] , ondanks herhaaldelijke verzoeken van Centrada en ondanks een eerdere toezegging tot medewerking, heeft geweigerd om mee te werken aan het verwijderen van de boom. [gedaagde] moet daarom de proceskosten van Centrada betalen, omdat zij deze procedure had kunnen voorkomen. De gemachtigde van [gedaagde] heeft ter zitting verteld dat de toevoegingsaanvraag nog in behandeling is. De kantonrechter ziet geen aanleiding daarop te wachten, nu dat voor deze proceskostenveroordeling niet uitmaakt. De kosten van de dagvaarding worden beperkt tot de onderaan de dagvaarding door de deurwaarder gespecificeerde kosten. De totale kosten aan de zijde van Centrada worden begroot op:
- dagvaarding € 117,76
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde €
498,00
Totaal € 741,76
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
4.9.
De nakosten zullen op de hieronder weergeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na de betekening van dit vonnis haar volledige medewerking te verlenen aan de verwijdering van de grote boom (inclusief stobben en het wortelgestel) die zich bevindt in de achtertuin behorende tot de door haar gehuurde woning aan de [adres] in [woonplaats] , waaronder in elk geval moet worden verstaan dat zij de medewerkers van Centrada en de door Centrada in te schakelen derden (zoals een hovenier) vrije en ongestoorde toegang verschaft tot de achtertuin van het gehuurde en [gedaagde] zich zal onthouden van gedragingen die het verwijderen van de boom belemmeren of onmogelijk maken;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Centrada, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 741,76, waarin begrepen € 498,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Centrada volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. Van der Kraats, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 24 november 2021.