3.9.In dit geval is geen sprake van de verkoop en levering aan een rechtspersoon, zoals een BV, maar aan een commanditaire vennootschap. Dat is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid. Toch is de commanditaire vennootschap ten opzichte van [geopposeerde sub 1] en [geopposeerde sub 2] een derde en is sprake van een wezenlijk andere, nieuwe situatie:
De juridische eigendomssituatie ten aanzien van het pand is veranderd. Vóór de oprichting van de commanditaire vennootschap had het pand drie eigenaren: [geopposeerde sub 1] , [geopposeerde sub 2] en [A] . Sinds de inbreng ervan in de commanditaire vennootschap heeft het pand nog maar één juridisch eigenaar, namelijk de commanditaire vennootschap. Die commanditaire vennootschap heeft een afgescheiden vermogen, in die zin dat crediteuren van de commanditaire vennootschap daarop verhaal kunnen nemen. En tussen partijen staat ook vast dat het pand juridisch is geleverd aan de commanditaire vennootschap.
De krediet- en hypotheeksituatie ten aanzien van het pand is veranderd. Vóór de oprichting van de commanditaire vennootschap hadden [geopposeerde sub 1] en [geopposeerde sub 2] ieder in verband met hun appartementsrecht een leenschuld aan Florius van € 286.359,04 ( [geopposeerde sub 1] ) respectievelijk € 255.000 ( [geopposeerde sub 2] ). Op elk van die appartementsrechten rustten afzonderlijke hypotheken. Sinds de inbreng van het pand is de commanditaire vennootschap kredietnemer voor een veel hoger bedrag dan de schuld van [geopposeerde sub 1] en [geopposeerde sub 2] gezamenlijk (in de tweede Discussion paper van ABN Amro is een door die bank te verstrekken lening van € 1.655.000 genoemd). En de commanditaire vennootschap heeft een groot deel van de lening gebruikt voor de uitbreiding en verbouwing van het gehele pand. Daarnaast is nu de commanditaire vennootschap de (enige) hypotheekgever ten aanzien van het pand.
De financiële belangen ten aanzien van het pand zijn veranderd. Vóór de oprichting van de commanditaire vennootschap hadden [geopposeerde sub 1] , [geopposeerde sub 2] en [A] alleen een financieel belang bij hun eigen appartementsrecht in het pand. Sinds de oprichting is in de verhouding tussen de commanditaire vennoten en de beherend vennoot sprake van een goederengemeenschap, waarbij vier commanditaire vennoten ( [geopposeerde sub 1] , [geopposeerde sub 2] , [A] én [B] ) een financieel belang hebben bij de huuropbrengsten voor het hele pand en bij de ontwikkeling van de waarde van het hele pand.
De zeggenschap over het pand is veranderd, met als gevolg dat het pand ook feitelijk aan de commanditaire vennootschap is geleverd en zij bezitter ervan is geworden. Vóór de oprichting hadden [geopposeerde sub 1] , [geopposeerde sub 2] en [A] zeggenschap over hun eigen appartementsrecht. Nu heeft de commanditaire vennootschap de zeggenschap over het hele pand. Die zeggenschap is feitelijk verdeeld over de vier commanditaire vennoten en de beherend vennoot. Beslissingen over het pand, voor zover het gaat om het interne beleid van de commanditaire vennootschap, worden met algemene stemmen genomen, waarbij iedere vennoot één stem heeft (er zijn dus vijf stemmen). Externe daden van beheer ten aanzien van het pand mogen alleen door de beherend vennoot worden genomen. De commanditaire vennootschap gedraagt zich ook feitelijk als bezitter: zij was de opdrachtgever voor de uitbreiding en verbouwing van het pand, zij verhuurt de ruimtes in het pand en incasseert de huurpenningen, en zij is de opdrachtgever voor onderhoud en reparaties. Onder deze omstandigheden is ook voldaan aan het tweede bestanddeel van in artikel 7:1 BW, namelijk dat degene die de koopsom ontvangt de zaak aan een ander geeft.