ECLI:NL:RBMNE:2021:5594
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoeker, die tevens advocaat is. Verweerder, de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, had eerder het bezwaar van verzoeker gegrond verklaard en de woz-waarde verlaagd. Na een verdere verlaging van de woz-waarde door verweerder heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van zijn proceskosten.
De rechtbank overweegt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht alleen proceskostenvergoeding kan worden toegekend voor rechtsbijstand verleend door een derde. Aangezien verzoeker zijn eigen belangen heeft behartigd, is er geen sprake van door een derde verleende rechtsbijstand. Verweerder heeft wel het griffierecht vergoed, maar ziet geen aanleiding om andere kosten te vergoeden.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het verzoek om proceskostenvergoeding moet worden afgewezen, omdat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor vergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.