ECLI:NL:RBMNE:2021:5592
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens ontbreken besluit
In deze zaak heeft eiser op 31 mei 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, omdat eiser geen kopie van het besluit heeft overgelegd waartegen hij in beroep gaat. Dit is in strijd met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat een beroep vergezeld gaat van een kopie van het bestreden besluit. De rechtbank heeft eiser op 11 juni 2021 een brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit in te dienen, maar eiser heeft enkel oude besluiten gestuurd zonder het relevante besluit bij te voegen. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen waar eiser het niet mee eens was, wat noodzakelijk is voor een inhoudelijke behandeling van het beroep.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen en dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is op 28 oktober 2021 openbaar gemaakt. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.