ECLI:NL:RBMNE:2021:556
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het vellen van een zomereik in verband met verkeersveiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor het vellen van een zomereik en een beuk door de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Eiser, die de vergunning had aangevraagd, stelde dat de bomen de verkeersveiligheid belemmerden bij het uitrijden van zijn oprit naar de Hoofdstraat, een weg waar 80 km/uur gereden mag worden. De gemeente had de vergunning geweigerd op basis van de Bomenverordening Utrechtse Heuvelrug, die de natuur-, milieu- en landschappelijke waarden van de bomen als hoog beoordeelt. Eiser voerde aan dat de verkeerssituatie onaanvaardbaar was en dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met de verkeersveiligheid.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente in redelijkheid tot de weigering van de vergunning had kunnen komen. De rechtbank stelde vast dat de zomereik een hoge waarde vertegenwoordigt en dat de belangen van behoud van de boom prevaleren boven de belangen van eiser. De rechtbank concludeerde dat er geen onaanvaardbare verkeersonveilige situatie was, mede op basis van het advies van een bomendeskundige die de situatie ter plaatse had beoordeeld. Eiser had geen overtuigende argumenten aangedragen die de conclusie van de gemeente konden weerleggen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.