ECLI:NL:RBMNE:2021:5465

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 november 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
UTR 21/1876 t/m UTR 21/1882
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaren tegen uitspraak op bezwaar inzake tijdige indiening en beslissing door de heffingsambtenaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak op bezwaar van 9 maart 2021, waarin zijn bezwaren niet-ontvankelijk waren verklaard omdat deze te laat zouden zijn ingediend. Eiser stelde dat hij op 10 april 2020 een overzichtslijst met bezwaren had verzonden, maar verweerder erkende deze niet als een geldig bezwaarschrift.

De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat eiser tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat verweerder te laat op de bezwaren heeft beslist. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken opnieuw op de bezwaren te beslissen. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden en dat hij in de proceskosten van eiser moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 799,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 161,- wegens het niet tijdig beslissen op de bezwaren.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De beslissing is genomen door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier P.M.J.H. Muijlaert.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1876, 21/1877, 21/1878, 21/1879, 21/1880, 21/1881, 21/1882

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 november 2021 in de zaak tussen

[eiser] uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: G. Gieben)
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder.

Inleiding

1.De beroepen van eiser zijn gericht tegen de uitspraak op bezwaar van 9 maart 2021. Hierin heeft verweerder de bezwaren van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat ze te laat zijn ingediend. Verweerder heeft in de uitspraak beslist dat de door eiser op 10 april 2020 verzonden overzichtslijst niet als een bezwaarschrift kan worden aangemerkt. Tevens heeft verweerder in zijn uitspraak beslist dat hij aan eiser, die hem bij brief van 23 februari 2021 in gebreke heeft gesteld, geen dwangsom is verschuldigd.
2.Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
3.De meervoudige kamer van de rechtbank heeft de zaken geagendeerd op de zitting van 11 november 2021. Partijen hebben er echter schriftelijk mee ingestemd om de zaken zonder zitting af te doen. De rechtbank heeft daarop bepaald dat een zitting achterwege blijft en de zaken terugverwezen naar de enkelvoudige kamer. Het onderzoek is gesloten op 1 november 2021.

Overwegingen

4.De beschikkingen waartegen de bezwaren zijn gericht zijn gedateerd 29 februari 2020 en zijn op de voorgeschreven wijze aan eiser bekendgemaakt. Dat betekent dat de bezwaartermijn van zes weken op 1 maart 2020 is aangevangen en dat de laatste dag waarop eiser bezwaar kon maken 12 april 2020 is. Eiser heeft op 10 april 2020 aangetekend een pakket naar verweerder verzonden, waarin opgenomen een overzichtslijst van alle ingediende bezwaren. In die overzichtslijst werden ook de bezwaren van eiser vermeld.
5.Partijen zijn het er inmiddels over eens dat eiser door middel van de overzichtslijst tijdig bezwaar heeft ingediend en dat verweerder te laat op de bezwaren heeft beslist. De rechtbank onderschrijft die opvatting.
6.Het beroep is gegrond. De uitspraak op bezwaar moet worden vernietigd. Verweerder moet, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw op de bezwaren beslissen. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken die begint nadat de termijn om hoger beroep in te stellen ongebruikt is verstreken of, als hoger beroep wordt ingesteld, nadat op het hoger beroep is beslist.
7.Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
8.De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 799,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift met een waarde per punt van € 265,- en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 534,-, met wegingsfactor 1).
9.Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder tot betaling van een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op de bezwaren van € 161,-.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart de beroepen gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • draagt verweerder op om binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak gezag van gewijsde heeft gekregen, opnieuw op de bezwaarschriften te beslissen met inachtneming van wat de rechtbank in deze uitspraak heeft overwogen.;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 799,-;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder tot het betalen aan eiser van een dwangsom van € 161,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. P.M.J.H. Muijlaert, griffier. De beslissing is uitgesproken op 8 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de griffier is verhinderd om
de uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag waarop de uitspraak is verzonden hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Deze uitspraak is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.