In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I. Atar, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. Eiseres vordert dat gedaagde wordt veroordeeld tot nakoming van een overeenkomst tot reparatie van haar BMW, type 3251 U9, die al meer dan 2,5 jaar bij de garage staat. Eiseres stelt dat er op of omstreeks 2 februari 2019 een overeenkomst is gesloten, waarbij gedaagde zich verplichtte om laswerkzaamheden uit te voeren en haar te informeren over de reparatiekosten. Gedaagde heeft in een e-mail van 10 september 2021 aangegeven dat de reparatiekosten € 1.250,00 bedragen, maar heeft nagelaten het voertuig conform de gemaakte afspraken te repareren en af te leveren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, aangezien gedaagde niet ter zitting is verschenen en geen verweer heeft gevoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. Gedaagde is veroordeeld om binnen veertien dagen na de datum van het vonnis de overeenkomst na te komen en het voertuig gerepareerd en zonder schade af te leveren. Daarnaast is gedaagde verplicht om binnen twee dagen na het vonnis eiseres schriftelijk te informeren over de huidige staat van het voertuig en een deugdelijke specificatie van de reparatiekosten te verstrekken. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 150,00 per dag voor iedere dag dat gedaagde niet aan de hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van € 7.500,00. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 708,09.