ECLI:NL:RBMNE:2021:5412
Rechtbank Midden-Nederland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verschoningsverzoek van rechter in echtscheidingsprocedure wegens contacten met advocaat
Op 5 november 2021 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen over een verschoningsverzoek van rechter mr. G.L.M. Urbanus. Dit verzoek werd ingediend in het kader van een echtscheidingsprocedure, aangeduid als de hoofdzaak, met zaaknummer 16/524980 / FA RK 21-1549. De verschoningskamer ontving het verzoek op 25 oktober 2021. In de procedure heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden, en de uitspraak werd op 5 november 2021 gedaan.
Verzoekster, mr. Urbanus, gaf aan zich niet vrij te voelen om de hoofdzaak verder te behandelen, omdat zij regelmatig contact heeft met mr. L.J.W. Govers, de advocaat van één van de partijen, in het kader van hun vrijwilligerswerk bij dezelfde buurtbemiddelingsorganisatie. Dit contact leidde tot de vrees dat haar onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. De verschoningskamer heeft de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in overweging genomen, met name artikel 40 Rv, dat de mogelijkheid van verschoning regelt, en artikel 36 Rv, dat de gronden voor wraking van een rechter beschrijft.
De verschoningskamer oordeelde dat de schijn van partijdigheid aanwezig was, gezien de regelmatige contacten tussen verzoekster en de advocaat. Dit leidde tot de conclusie dat verzoekster zich niet vrij voelde om in de hoofdzaak op te treden. De kamer verklaarde het verzoek tot verschoning gegrond en droeg de griffier op om deze beslissing aan de betrokken partijen en de president van de rechtbank toe te zenden. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. D.J. van Maanen, en de leden van de verschoningskamer, mr. A. van Dijk en mr. M.E. Heinemann, met bijstand van griffier mr. F.G.T. Russcher-Jansen.