Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 september 2020,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte van [A] van 6 november 2020 strekkende tot schorsing van de procedure,
- de dagvaarding van 3 februari 2021, waarbij [eiser sub 2] c.s. de gezamenlijk erfgenamen van [A] hebben gedagvaard in plaats van de heer [A] ,
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 29 juni 2021,
- de spreekaantekeningen van de erfgenamen van [A] ,
2.De beoordeling
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
23 oktober 2018 luidt, voor zover relevant, als volgt:
(…) Zoals gisteren besproken aan tafel is het artikel inzake de fundering aangepast. Echter blijft de volgende toevoeging wel van pas;
.
Volgens opgaaf van verkoper is onder de gehele woning (met uitzondering van de bijkeuken) in 1991 betonpalen geplaatst.”
e-mail van [naam onderneming] , een door [eiser sub 2] c.s. ingeschakelde aannemer, van 4 november 2019:
(…) Op aanvraag van de constructeur hebben wij de binnenmuur en de buitenmuren tot 30 centimeter onder de fundering uitgegraven die zijn aangegeven op de plattegrond (zie bijlage). We hebben zowel aan de binnenkant, buitenkant als onderkant van de fundering gekeken.
(…) Vervolgens heeft u aan de zijgevel de fundering aan de buiten- en binnenzijde opgegraven. Zie onderstaande foto’s.
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
3.De beslissing
10 november 2021.