2.5.In de e-mail van 29 juni 2018 is naar aanleiding van een gesprek tussen onder andere [verweerder] en [E] het volgende vastgelegd:
“
We zijn het overleg gestart met het vaststellen van waarom we bij elkaar zitten en wat we gaan
bespreken. De verwachtingen waren bij de start van het overleg namelijk niet eenduidig. [verweerder (voornaam)]
wilde gaan praten over de capaciteitsplanning en zijn werkbelasting gedurende het jaar. [verweerder (voornaam)]
wilde het liever niet hebben over het ‘geruzie’. Ik heb aangegeven dat er wat mij betreft geen sprake
is van ruzie maar dat we het wel moeten hebben over de onderwerpen die ook benoemd zijn in de
mailwisseling van de dagen daarvoor. Ik heb aangegeven dat het gesprek moet gaan over hetgeen
wij zien gebeuren in de houding en gedrag van [verweerder (voornaam)] en het gebrek aan verantwoordelijkheid
nemen in bepaalde situaties. [E (voornaam)] stemde hier mee in.
Gedurende het gesprek bleek het niet mogelijk om het bij het onderwerp te houden. Wanneer [E (voornaam)]
of ik willen praten over jouw houding en gedrag trek je het constant naar een ander onderwerp. In
de eerste helft van het gesprek heb ik meerdere keren aangegeven dat;
-Je veelvuldig, het onderwerp [verweerder (voornaam)] aan het vermijden bent,
-Je het gesprek veelvuldig verplaats naar algemene organisatieproblemen die door anderen worden
veroorzaakt of niet opgelost worden (daarbij ontkennen we in het gesprek de uitdagingen die we
hebben niet, maar dat is niet het onderwerp waarover we bij elkaar zitten),
-De schuld van hetgeen wij constateren over jouw houding en gedrag bij anderen legt,
-Je op deze wijze geen enkele vorm van zelfreflectie toont,
-Niet de verantwoordelijkheid die je zelf hebt bekijkt.
In dit eerste deel van het gesprek heb ik de conclusie gedeeld dat je precies het patroon laat zien
zoals ik dat ook in de e-mails heb beschreven. Je legt de schuld bij anderen, je wijkt af van het
concrete onderwerp en vervalt in herhaling over zaken die er op dit moment niet toe doen of feitelijk
niet te staven zijn. Ik heb dit telkens aangegeven in het gesprek en pogingen ondernomen om het
daadwerkelijk over jouw houding en gedrag te hebben en het gevolg dat dit heeft op de sfeer in de
groep en de te behalen resultaten. Op geen enkele wijze was jij bereid om het daar over te hebben.
Ik heb aangegeven dat dit gesprek totaal geen nut heeft als jij niet bereid bent aan deze vorm van
zelfreflectie te doen.
We hebben aangegeven dat er 2 concrete zaken zijn waar je door ons op wordt aangesproken en
dat wij willen zien dat je hier open voor staat en actie op onderneemt.
1) Neem je verantwoordelijkheid daar waar zaken spelen en vlucht niet door de schuld of de oorzaak bij anderen te leggen.
2) Houd de uitdagingen en problemen concreet en praktisch zodat we er iets mee kunnen.
Voorkom dat je de hele wereld erbij haalt en het algemene organisatie problemen maakt.
We hebben aangegeven dat wij vinden dat je aan deze verwachting moet gaan voldoen en dat het gesprek ontwijken geen optie is. We hebben zeer concreet benoemd dat nu het moment is om het hier over te hebben.
Het tweede deel van het gesprek liep niet anders dan het eerste deel. Je herhaalt het patroon van
schuld en oorzaak bij anderen leggen. En je herhaalt het patroon van onderwerpen die over jou als
persoon gaan te verplaatsen naar grote organisatorische problemen waar het niet over gaat en
waar alle concreetheid ontbreekt.
Daar waar je wel concrete problemen aanhaalt zijn die wederom door anderen veroorzaakt en
bovendien liggen die in het verleden. Vervolgens neem je andere wel weer kwalijk dat er niet op
geacteerd is. [E (voornaam)] en ik hebben bij dergelijke voorbeelden steeds aangehaald dat het niet
acceptabel is dat je deze problemen nu op tafel legt en op het moment dat ze daadwerkelijk
speelde je er blijkbaar niets mee hebt gedaan. [E (voornaam)] heeft nog benadrukt dat hij altijd open staat om
het gesprek te voeren over werkdruk, problemen die spelen en oplossingen die nodig zijn. Ook ik
heb benadrukt dat ik bij GO ben aangehaakt om te helpen en te ondersteunen. [E (voornaam)] en ik hebben
aangegeven dat dit los staat van het feit dat er bepaalde verwachtingen zijn van jouw houding en
gedrag en de manier waarop je verantwoordelijkheid dient te nemen.
Omdat het gesprek op niets leek uit te lopen heeft [E (voornaam)] concreet gevraagd welke oplossing jij ziet
voor het geschetste probleem. Jij hebt aangegeven dat jij een platform nodig hebt waarin je de
ruimte krijgt om jouw ideeën te delen, waarin je jouw input volledig kwijt kan. Daarbij moest je dan
niet onderbroken of afgekapt worden. [E (voornaam)] heeft aangegeven dat dit op geen enkele wijze een
oplossing voor het geschetste probleem is. Jij voegde vervolgens toe dat ik jou vooral onderbrak en
in de rede viel tijdens gezamenlijk teammeetings. Wanneer dat niet meer gebeurde en ik alleen zou
doorvragen zou het probleem ook opgelost zijn volgens jou. Ik heb duidelijk gemaakt dat wanneer ik
herhaaldelijk aangeef welke houding en gedrag ik verwacht in dergelijke teammeetings, bij mij een
grens zit op welk gedrag ik toelaat in de meeting. Wanneer je willens en weten toch besluit niet te
voldoen aan de verwachtingen zal ik echt genoodzaakt zijn je tegen te spreken of te onderbreken.
Ik heb aangegeven dat dit de groepsdynamiek en sfeer frustreert en niet bijdraagt aan een effectief
overleg.
Om tot een afronding te komen van het gesprek heb ik gevraagd of je begrijpt wat [E (voornaam)] en ik
bedoelen met wat er mis is met jouw houding en gedrag en of je begrijpt dat dit echt over jouw
functioneren gaat. Je bleef er bij dat dat niet het probleem was. We hebben vervolgens afgesproken
dat [E (voornaam)] de verwachtingen die hij en ik hebben over jouw functioneren nogmaals concreet gaan
maken en naar jouw toe sturen. Dit doen we voor eind van deze week. [E (voornaam)] verwacht dat jij voor
eind volgende week (06-07-2018) hierop reageert. In deze reactie vragen wij jou om aan te geven
hoe jij denkt te kunnen gaan voldoen aan deze verwachting. Je hebt aangegeven dat geen reactie
ook een reactie is. Daarop heeft [E (voornaam)] gezegd dat dat niet het geval is en dat hij weldegelijk een
reactie verwacht. Jij hebt aangegeven dat je niet overal zomaar ‘ja’ op gaat zeggen. [E (voornaam)] heeft
aangegeven dat wanneer dat niet het geval is je dat in jouw reactie kan aangeven.”