ECLI:NL:RBMNE:2021:5361
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest. De vergunning was aangevraagd door een derde-partij voor het afwijken van de milieucategorie van het bestemmingsplan op een perceel in Soest, waar tijdelijke opslag van klein huisraad plaatsvond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning op 14 september 2020 was verleend en dat het bezwaar van eiser op 9 maart 2021 ongegrond was verklaard. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat de activiteiten van de derde-partij niet in overeenstemming waren met het bestemmingsplan en dat de belangen niet zorgvuldig waren gewogen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vooropgesteld dat verweerder beleidsruimte heeft om al dan niet gebruik te maken van zijn bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangevraagde activiteiten niet passen binnen het bestemmingsplan, maar dat verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen door gebruik te maken van de kruimelgevallenregeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van eiser niet onevenredig worden geschaad en dat de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geconcludeerd dat de verleende omgevingsvergunning rechtmatig was. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.