ECLI:NL:RBMNE:2021:5294

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
2 november 2021
Zaaknummer
UTR 21 / 3510
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, die een bezwaarschrift had ingediend tegen een beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Woudenberg, heeft zijn griffierecht niet betaald. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het niet betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Eiser was op de hoogte van de verplichting om het griffierecht van € 49,- te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank heeft eiser op 22 augustus 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank heeft de zaak kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21 / 3510

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: A. Oosters),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Woudenberg, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaarschrift.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 22 augustus 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiser heeft daar geen reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. De beslissing is uitgesproken op 28 september 2021 en wordt openbaar gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.