Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 september 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
3 februari 2021 een brief gestuurd waarin zij uitleggen wat ze met het verzoek gaan doen. Eiser betwist dat deze brief een besluit is als bedoeld in artikel 1:3 van Awb. Eiser heeft naar aanleiding van deze brief contact opgenomen met verweerder. Op 9 februari 2021 heeft verweerder nogmaals een brief verstuurd met daarin uitgelegd wanneer zij een controle gaan uitvoeren naar aanleiding van het verzoek om handhaving. In beide brieven staat een rechtsmiddelclausule opgenomen. Om de termijnen veilig te stellen heeft eiser een pro-forma bezwaarschrift ingediend bij verweerder. Ook hier is door verweerder nog niet op beslist. Eiser stelt dat beide brieven aan te merken zijn als feitelijke mededelingen en niet als besluiten.
10 februari 2021 tot 24 maart 2021 en bedraagt € 1.442,-.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 september 2021.