Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
4 februari 2021.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 27 september 2021, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 4 februari 2021, maar heeft het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet betaald. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld zonder betaling van het griffierecht.
De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het betalen van griffierecht een vereiste is voor het indienen van een beroep. Eiser heeft meerdere keren een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 9 juli 2021 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin hem werd meegedeeld dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Eiser heeft echter niet het volledige bedrag binnen de gestelde termijn voldaan.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Awb, en dat er geen proceskostenvergoeding zal worden toegekend. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en wordt openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.