Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, verweerder.
Procesverloop
2 februari 2021.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 27 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Almere van 2 februari 2021. Eiseres heeft het griffierecht van € 49,- niet betaald, wat de rechtbank noopte om de zaak niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze situatie niet nodig was. Eiseres had eerder, op 4 mei 2021, een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van betaling van het griffierecht. Dit verzoek werd echter afgewezen, omdat eiseres geen voldoende onderbouwing had gegeven van haar financiële situatie.
De rechtbank heeft eiseres op 11 juli 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze brief op 13 juli 2021 door of namens de gemachtigde van eiseres is opgehaald. Ondanks deze waarschuwing heeft eiseres het griffierecht niet tijdig voldaan. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.