11.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
230 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat
een gedeelte van 90 dagen van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat veroordeelde de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van twee (2) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat veroordeelde:
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
o medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
o zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij [instelling 3] [.] op het adres [adres 2] , [postcode 2] [plaatsnaam] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
o veroordeelde laat zich opnemen in [instelling 2] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend op zijn einddatum detentie. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
o veroordeelde laat zich behandelen door de forensische polikliniek van [instelling 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na het voltooien van het klinisch behandeltraject. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische
toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
o veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering in samenspraak met de hoofdbehandelaar van de kliniek. Het verblijf start aansluitend op het klinisch behandeltraject. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
o veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol/drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
- wijst de vordering van [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van € 163,96;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 163,96 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [onderneming 2]
- wijst de vordering van [onderneming 2] toe tot een bedrag van € 162,98;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [onderneming 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [onderneming 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [onderneming 2] aan de Staat € 162,98 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 10]
- wijst de vordering van [slachtoffer 10] toe tot een bedrag van € 75,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2020 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 10] aan de Staat € 75,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Leijten, voorzitter, mrs. Y.M. Vanwersch en A. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Chanier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 november 2021.
Mr. Y.M. Vanwersch is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 14 juli 2021 te Utrecht
- uit een Opel Corsa, kenteken [kenteken 1] , een basicfit tas, fietstas, safety hammer,
set inbussleutels en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n),
- uit een Audi A3, kenteken [kenteken 2] , een portemonnee met inhoud en/of twee
dozen met monitoren en/of airpods, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n),
- uit een Peugeot 206, kenteken [kenteken 3] , dierenmedicijnen, hondenvoer en/of
hondenkoekjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde(n),
- uit een Suzuki Swift, kenteken [kenteken 4] , Rituals autoparfum en/of een rozenbeer
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan
een ander toebehoorde(n),
- uit een Renault Twingo, kenteken [kenteken 5] , een zonnebril, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
2. hij op of omstreeks 14 juli 2021 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een Kia Rio, kenteken [kenteken 6] , een of meerdere goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] en/of [onderneming 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, een ruit van voornoemde auto heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art
45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3. hij op of omstreeks 14 juli 2021 te Utrecht een fiets, merk Batavus, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een sleutel, tot het gebruik waarvan hij niet gerechtigd was;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
4. hij op of omstreeks 15 mei 2021 te Utrecht uit een Toyota, kenteken [kenteken 7] , een lifehammer, multitool en/of een zak drop, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
5. hij op of omstreeks 27 april 2021 te Utrecht een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
6. hij op of omstreeks 30 september 2020 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een Nissan Almera, kenteken [kenteken 8] , een of meerdere goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, een ruit van voornoemde auto heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art
45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)