4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten
1. In een
proces-verbaal van bevindingenvan 25 september 2020 heeft verbalisant [verbalisant 1] onder meer het volgende gerelateerd:
Op 24 september 2020 kwam er een vrouw bij mij welke zich voorstelde als [slachtoffer] . [slachtoffer] vertelde mij dat ze werd bedreigd door haar ex-vriend genaamd [verdachte] . [slachtoffer] gaf aan dat [verdachte] [slachtoffer] meerdere keren heeft verteld dat er een prijs op haar hoofd staat. [slachtoffer] zei dat zij van [verdachte] met mannen seks moest hebben voor geld. Dit heeft zij meerdere keren gedaan en moet zij blijven doen van [verdachte] . [verdachte] dreigt de woning van [slachtoffer] in de fik te steken en zegt dat hij de ogen van haar moeder eruit zal gaan trekken. [verdachte] zegt dat [slachtoffer] haar eigen graf aan het graven is. Ik vroeg aan [slachtoffer] wanneer ze [verdachte] voor het laatst heeft gezien. [slachtoffer] zei gisteravond. Toen heeft hij me nog in elkaar geslagen. [slachtoffer] toont mij haar oog en kin. Ik zie op [slachtoffer] haar linkerkaak een blauwe plek en [slachtoffer] haar linkerooglid is blauw. Wederom belt [verdachte] weer in.
2. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 28 september 2020 onder meer het volgende gerelateerd:
Op 27 september kreeg ik het volgende bericht: "Ik ben zo juist weer helemaal bedreigd". Ik had met betrokkene [de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ] een afspraak gemaakt op 28 september 2020. Betrokkene gaf aan dat ze bang was voor haar ex-vriend [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] en dat hij haar anders dood zou steken of in de fik zou steken, als ze niet zou doen wat haar ex-vriend wilde. Betrokkene verklaarde dat haar ex-vriend binnen was gedrongen in de woning te [woonplaats] . Betrokkene verklaarde geslagen te zijn in het gezicht en op de bank te zijn geduwd. Betrokkene gaf aan dat haar telefoon was afgenomen en haar bankpas.
3. In een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagevan 30 september 2020 heeft verbalisant [verbalisant 3] onder meer het volgende gerelateerd:
Op 28 september 2020 had ik een gesprek met [slachtoffer] . [slachtoffer] verklaarde dat:
- hij [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] met het idee kwam dat zij seks moest hebben voor geld;
- zij steeds nee zei;
- zij uiteindelijk bij haar in de keuken door hem werd geslagen;
- hij toen steeds vaker losse handjes begon te krijgen;
- met daarbij bedreigingen dat hij foto’s van die advertentie zou doorsturen als zij niet meewerkte;
- er gisteren [de rechtbank begrijpt: 27 september 2020] in [woonplaats] werd aangebeld. Toen zij de deur opende, kwam hij naar binnen. Daarna kwam er een andere man binnen.
- hij had gezegd dat hij haar huis zou opblazen;
- die man tegen haar zei dat [bijnaam 1] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] hem € 17.000,00 schuldig was.
- de man zei dat zij vanaf donderdag voor hun in Arnhem moest gaan werken om het geld terug te verdienen, het begon met 1700 en moest dan uiteindelijk 17.000 worden.
- toen was haar telefoon afgepakt.
Opmerking verbalisant: De telefoon van [slachtoffer] gaat over, zij zegt dat [bijnaam 1] belt.
V: Wat zei hij in dat eerste jaar over prostitutie?
A: Ik was goedkoop of ik was een hoer, omdat ik al een keer seks met iemand had gehad.
A: [bijnaam 1] had mij omgepraat dat ik ging werken.
V: Dat weekend dat je daar seks moest hebben met mannen, welke maand was dat?
A: Het was zomervakantie.
V: Hoeveel mannen heb je daar gehad?
A: 12 per dag
V: Hoe wisten die mannen dat ze naar jou toe moesten komen?
A: Online, advertenties, maar ik heb die advertentie nooit gezien.
V: Hoe weet je dat er advertenties waren?
A: Hij had dat tegen mij gezegd.
V: Waar had hij die gemaakt?
A: Ik zeg, huh, wanneer heb jij foto’s van mij gehad. Zegt hij, heb je het niet doorgehad, ik zeg nee.
V: Wat voor naam moest jij gebruiken?
A: [werknaam 1] en [werknaam 2]
V: De betaling
A: Die mannen gaven het aan mij, ik nam ze mee naar de slaapkamer en ik gaf het geld aan [bijnaam 1] op het balkon.
V: Hoeveel geld kreeg je?
A: 100 euro voor een half uurtje
V: Wat heeft [bijnaam 1] tegen jou gezegd daarover?
A: Hij zei, je moet gewoon in je lingerie die deur open doen, meenemen naar de slaapkamer, geld pakken en dan gewoon doen wat je wil doen.
V: Wat heeft hij allemaal tegen jou gezegd wat je wel of niet moest doen?
A: Meestal kleedden zij zich uit, dan gaf ik het geld weg, dan deed ik gewoon pijpen, seksen, klaar. Met condoom. Als ik zei, ik wil niet meer werken, want ik heb pijn of wat dan ook, alsnog door pushen, van nog eentje, nog eentje. En zij zaten maar de hele dag daar op dat balkonnetje.
V: Wie is hun?
A: Die vriend en [bijnaam 1] .
V: Die vriend van dat meisje van [woonplaats]
V: En hoeveel dagen was het weekend?
A: Drie
V: Zijn er klanten geweest die meer hebben betaald?
A: Ja, maar ook minder. Een kwartier was 80, halfuurtje 100 en een uurtje 180.
V: Dus dan heb je in weekenden meer dan 7000 euro verdiend. Hoeveel heb je daarvan gehad?
A: Een pakje peuk en een redbulltje op een dag. Alles ging in hun zakken. Ik mocht het geld niet eens aanraken, vasthouden, als ik dat wilde zien.
V: Je zit in een vrij gewelddadige relatie
A: Dit is van gisteren
A: En hier nog blauwe plekken, oude.
V: Dat is van?
A: Vorige week donderdag [de rechtbank begrijpt: 23 september 2020]
A: Dan belt hij soms vier keer, dan neem je toch maar op, voordat hij echt komt.
De telefoon van [slachtoffer] gaat over. [slachtoffer] zegt dat hij weer belt. Hieronder wordt het telefoongesprek tussen [slachtoffer] en [bijnaam 1] weergegeven.
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[verdachte] = [bijnaam 1]
[verdachte] : Wat heb ik jou gister gezegd, mensen wachten, mensen wachten serieuze mensen wachten, ga jij kutten
[slachtoffer] : Ja, maar je begrijpt toch dat ik mij na gisteren niet veilig genoeg voel om naar jou toe te gaan, helemaal niet in [woonplaats]
[slachtoffer] : Okay, met wie ben je nu, dus je bent niet met die man van gister [de rechtbank begrijpt: 27 september 2020]
[verdachte] : Nee
[slachtoffer] : Wie was dat, die Colombiaan toch
[verdachte] : Jonge, maak je niet druk jonge, maak je niet druk
[slachtoffer] : Gaat hij mn huis in de fik steken?
[verdachte] : Ik weet t niet matti, ga je maar vragen
[slachtoffer] : Als jij niet eerlijk gaat zijn nu, ga ik ook niet komen
[verdachte] : T is aan jou, wat er daarna gebeurt is van jou. Ik zeg nogmaals, ik leg die keuze bij jou. Ik trek mn handen er dan vanaf.
[verdachte] : Sjaojo, ..onverstaanbaar)...., wholla, mij begraven. Holla [slachtoffer] alsjeblieft, is voor jou
[verdachte] : Ik ben een hoerenzoon als dat gebeurt ( [verdachte] schreeuwt).
[slachtoffer] : maar dat is toch niet mij pakkie aan, jij hebt jezelf in de shit gezet, en moet ik daar voor opdraaien ( [verdachte] praat er doorheen, onverstaanbaar)
[verdachte] : Je bent echt dom, t is een tikkende tijdbom. Hoe lang wil je dat we t kunnen doen, dan is t te laat mattie, dat begrijp jij niet
[verdachte] : Bro, het is voor jou mattie, wat begrijp jij niet. Hoella [slachtoffer] , ik, je weet toch, kijk, ik hou van je alles, als je koppig wil doen, gaat niet werken. Je hebt gezien die man, hij is serieus, hij is niet de enige, hij is niet de enige. Wat begrijp je niet.
[slachtoffer] : Ja, maar ik heb daar toch niks mee te maken. Jij hebt kennelijk iets met hun, geld van hun geleend of wat dan ook ( [verdachte] schreeuwt er door heen, onverstaanbaar). Ik hoef daar niet voor op te draaien.
[verdachte] : Het is voor jou Bro ( [verdachte] schreeuwt), hun hebben doekoe (opmerking verbalisant: Doekoe is straattaal voor geld) daarin gezet, begrijp jij niet matti
[verdachte] : t zijn allemaal gekke gasten, hoella, ik zeg je, hun hebben schijt, t is een tikkende tijdbom, hun hebben schijt, .. (onverstaanbaar), bro, t gaat niet helpen. Je maakt t alleen erger. Alsjebna, kom gewoon naar . . .(onverstaanbaar) binnen, niks aan de hand, alsjeblieft bro, denk na, ik ben een boerenzoon als dat gebeurt. Ik denk alleen aan jou schatje, hoella, ik denk alleen aan jou.
[verdachte] : Schatje, als je nu nee zegt, wat ga ik tegen die mannen zeggen, hoella, ...(onverstaanbaar) mattie
[verdachte] : .. .(schreeuwt hard, onverstaanbaar), dan heb ik jou gezegd, je weet wat gister gebeurd is, fuck it man, wachdawh (fonetisch). Dan trek ik mn handen er van af, ik kom naar jou.
[slachtoffer] : O ja. [bijnaam 1] , ik wil er niks mee te maken hebben. Ik wil jou niet zien.
[verdachte] : Okay schatje, maar je zit er al in, je zit er al in. Er is geen andere mogelijkheid. Ik heb je al gezegd, .. .(onverstaanbaar).
4. In het dossier bevinden zich als bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 30 september 2020 van verbalisant [verbalisant 3]
schriftelijke bescheidenin de vorm van fotografische afbeeldingen. Op die afbeeldingen zijn blauwe plekken op de rechterbovenarm, de linkerbovenarm en bij de oksel te zien. Daarnaast zijn er krassen in de nek te zien.
5. [slachtoffer] is op 4 oktober 2020 door de politie als aangeefster gehoord en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor aangeveronder meer het volgende verklaard:
V: Tegen wie wil je aangifte doen?
A: [verdachte] .
V: Je hebt verklaard dat [bijnaam 1] jou had meegenomen naar [woonplaats] . Wat het is het adres waar je hebt gewerkt?
A: [adres] [de rechtbank begrijpt: de [adres] te [woonplaats] ].
V: Van wie is die woning?
A: [bijnaam 1] en ik noemden haar [bijnaam 2] . Zij is de moeder van een kind van de vriend van [bijnaam 1] , daarom noemden wij haar [bijnaam 2] .
V: Hoe heet die vriend van [bijnaam 1] ?
A: [bijnaam 3] uit [woonplaats] . Zijn echte naam is [medeverdachte 1] [de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] ]. [bijnaam 3] was er elke dag bij toen ik moest werken en hij pakte 25%.
V: Wat was de rol van [bijnaam 3] ?
A: Hij had dat huis geregeld. [bijnaam 1] en [bijnaam 3] noemden zich mijn beveiligers.
V: Hoe had [bijnaam 3] dat huis geregeld?
A: Via zijn [bijnaam 2] .
V: Wat is de rol van [bijnaam 2] ?
A: Zij zei, kijk, dit is de telefoon die ik gebruik. Zij legde toen uit hoe alles in zijn werk ging. Zij zet die advertentie online, met het nummer dat zij gebruikt. De mensen bellen of sms’en haar en zij plant de afspraken in.
A: [bijnaam 3] pakte 25%, [bijnaam 2] pakte 90 euro per dag voor het huis en [bijnaam 1] en ik pakten de rest.
V: Wat is er gebeurd met het geld dat voor jou en [bijnaam 1] was?
A: Ik heb airpods van hem gehad en hij heeft weleens zakgeld gegeven voor thuis, dat deed hij vier keer in de week, dan kreeg ik 20 euro, dus 80 euro in de week.
V: Je zegt dat [bijnaam 2] de advertentie online zette. Hoe weet je dat?
A: [bijnaam 1] had tegen mij gezegd dat [bijnaam 3] en [bijnaam 2] de advertentie hadden gemaakt.. [bijnaam 3] zei toen tegen mij dat hij en [bijnaam 2] de wachtwoorden hadden.
V: Op welke site stond die advertentie?
A: Op [website]
A: Ik stond onder de naam [werknaam 1] .
V: Je hebt eerdere verklaard dat je 12 klanten per dag kreeg. Hoezo was het altijd 12 per dag?
A:. Gemiddeld gingen we door tot we 12 hadden, dan waren die jongens tevreden, dan zit je op 1000. Op de zondag denk ik dat ik op 8 klanten zat.
V: Je hebt verklaard dat je in juli dit jaar voor het eerst hebt gewerkt.
A: Het was juni, niet juli. Ik weet het zeker, omdat het voor zijn verjaardag was. Hij is 30 juni jarig.
A: Een aantal klanten hebben mij via een tikkie betaald. Het geld werd dan of door mij van mijn rekening gepind en dan gaf ik het geld aan [bijnaam 1] .
V: Wist [bijnaam 2] datje geen prostitutie werk wilde doen?
A: Ja
V: Wat heeft zij daarover gezegd?
A: Dat ze het erg vond dat ik in deze situatie zat.
6. Op 4 oktober 2020 is [slachtoffer] door de politie als aangeefster gehoord en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor aangeveronder meer het volgende verklaard:
V: Wat wordt er dan gezegd over het werken?
[bijnaam 2] zei dat ik in mijn lingerie de deur open moest doen, dat ik de klanten mee moest nemen naar de slaapkamer en dat ik daar gewoon mijn ding moest doen. [bijnaam 2] zei, begin gewoon met voorspel en dan ga je er gewoon in mee wat er gebeurt. Er waren ook wat regeltjes. [bijnaam 2] zei, na het klaarkomen meteen weg, één keer klaar komen en ik mocht de klanten niet alleen in de woning laten. Ik hoorde dat [bijnaam 2] tegen [bijnaam 1] zei dat zij die mannen huisnummer [nummer] zou geven, [bijnaam 1] moest dan kijken of er daar iemand stond, of het geen politie was en of die klant alleen was. Als ik zou zeggen dat het goed was, zou [bijnaam 2] het huisnummer aan de klant geven. Je kon vanaf het balkon zien of die mannen daar stonden. [bijnaam 2] zei dat ik moest appen hoe lang een klant wilde blijven. Als de klant klaar was moest ik appen en als de klant de deur uit was, moest ik appen. [bijnaam 1] , [bijnaam 2] en ik hadden ook afgesproken dat ik op het raam van de slaapkamer zou kloppen als ik mij onveilig zou voelen en dat [bijnaam 1] dan zou binnen komen. Het raam van de slaapkamer grenst aan het balkon.
V: Wie gaf die 90 euro per dag aan [bijnaam 2] ?
A: [bijnaam 1] gaf dat voor mij aan [bijnaam 2] .
V: Wanneer heb je tegen [bijnaam 2] gezegd dat je tegen jouw wil in de prostitutie werkte?
A: Volgens mij die eerste dag dat [bijnaam 3] daar was.
A: Dat zij niet begreep dat ik mijzelf liet slaan. Ik zei toen, dit gebeurt er als je niet wilt werken.
A: Ik zag aan de gezichtsuitdrukking van [bijnaam 2] dat zij schrok. Ze zei, je bent gek.
V: Hoe ben je in die twee weekenden dat je voor [bijnaam 1] in [woonplaats] hebt gewerkt naar [woonplaats] gegaan?
A: Met de snorder, dat is een illegale taxi. De eerste dag zijn we met de trein gegaan, verder met de snorder.
A: [getuige 1] is die snorder.
V: Wie had die snorder geregeld?
A: [bijnaam 1] . Hij was er elke keer bij.
A: [bijnaam 3] zei tegen [bijnaam 2] , heb je [slachtoffer] verteld over de tips. [bijnaam 2] en [bijnaam 3] legden toen uit dat er trucjes zijn dat je je hand voor je vagina ingang houdt, dat de man denkt dat hij er helemaal inzit, maar dan zit hij grotendeels in je hand.
V: Je zei dat [bijnaam 3] en [bijnaam 1] jou pushten als je wilde stoppen met werken omdat je buikpijn had of omdat je moe was. Hoe deden ze dat?
A: Dan appten [bijnaam 1] en [bijnaam 3] privé naar [bijnaam 2] , ja, we kunnen nog wel eentje doen. Dan dacht [bijnaam 2] dat ik het goed vond. Dan stond er weer een klant voor de deur, dan kan ik geen nee zeggen. Dan zei ik dat er na die klant echt geen volgende kwam, maar dan stond er na die klant alweer een klant beneden. Dus zo deden ze dat, dat er altijd wel iemand stond, waardoor ik geen nee kon zeggen.
V: Hoezo kon je dan niet gewoon nee zeggen tegen die klant?
A: Dat durfde ik niet. Je gaat toch niet tegen een klant zeggen dat je het niet meer doet als die boven staat. Straks wordt hij boos, dat is eng.
V: Maar [bijnaam 3] en [bijnaam 1] waren toch jouw beschermers?
A: Ja, maar denk je dat zij mij gaan beschermen als ik zeg dat ik wil dat die klant weg gaat, zij willen dat ik werk.
7. [slachtoffer] is op 28 januari 2021 door de politie als getuige gehoord. Zij heeft onder meer verklaard, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige:
A: Het feit dat [bijnaam 1] bepaalde dat ik moest gaan werken, hoeveel klanten ik moest hebben. Mijn lichaam was niet van mij.
A: Zij [de rechtbank begrijpt: [bijnaam 2] ] had een simkaart in een telefoon. Die was verbonden met die [website] advertentie.
A: Wil je het telefoonnummer?
A: [telefoonnummer] . [bijnaam 2] heeft in het begin haar eigen nummer bij [website] geregistreerd gehad.
V: Waarom moest je [bijnaam 2] bij elke klant vertellen hoeveel je kreeg?
A: Zodat zij het kon bijhouden. Zij hield het bij en aan het eind van de dag verdeelden wij het.
V: Kunnen we uit jouw verklaring nu concluderen dat jij op de volgende data hebt gewerkt: 14 juni, 18 juni, 19 juni, 20 juni, 13 juli, 14 juli?
A: Ja.
8. Op 3 februari 2021 is [slachtoffer] door de politie als getuige gehoord en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuigeonder meer het volgende verklaard:
V: Op 25 september verstuurde je het volgende bericht naar [bijnaam 2] : 'Deze gozer begint over mijn blauwe plekken te zeuren, ja werk je voor een pooier, dit en dat en hoe kom je aan die blauwe plekken.' Over welke blauwe plekken heb je het?
A: Over de blauwe plekken in mijn gezicht, op mijn linkerkaak en mijn linkerwenkbrauw. Die klant had dat gezien.
V: Waar kwamen die blauwe plekken vandaan?
A: Van [bijnaam 1] .
A: Alles draaide erom om hem [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] tevreden, rustig en gelukkig te houden.
9. [slachtoffer] is op 29 juni 2021 door de rechter-commissaris als getuige gehoord en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuigeonder meer het volgende verklaard:
Kunt u aangeven wat de rol is geweest van [bijnaam 3] ?
[bijnaam 3] kwam op de tweede dag, na de eerste dag dat ik heb gewerkt in [woonplaats] . Vanaf dat moment is hij zo goed als elk weekend erbij geweest om de boel in de gaten te houden. Hij zat daar. Hij sliep op de bank. [bijnaam 1] en hij zaten op het balkon als ik werkte. [bijnaam 3] pakte zijn geld, zijn deel. Daarvoor was hij er vooral.
Hebt u gezien dat [bijnaam 3] met geld bezig was?
Ik heb meerdere keren [bijnaam 3] het geld zien tellen.
10. In een
proces-verbaal van bevindingenvan 12 oktober 2020 heeft verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende gerelateerd:
Ik zag dat de advertentie voorzien van het nummer [nummer] de volgende kenmerken had:
Bron: [website] .nl
Gemeente: [woonplaats]
Telefoonnr.: [telefoonnummer]
Uurtarief: € 180,00
Ik zag dat de werknaam [werknaam 1] was. Ik zag dat er meerdere foto’s gekoppeld waren aan de advertenties.
Op 26 juli 2020 werd het telefoonnummer van [telefoonnummer] veranderd in [telefoonnummer] .
Tevens zag ik dat bovenstaande advertentie middels een overeenkomstige foto
was verbonden met de advertentie:
Bron: [website] .nl
Advertentienr.: [nummer]
Plaatsnaam: [woonplaats]
Telefoonnr.: [telefoonnummer]
Ik zag dat de werknaam [werknaam 2] was.
Ik merk op dat de aangeefster [slachtoffer] zich op 9 oktober herkend heeft op de betreffende foto's.
11. In een
proces-verbaal van bevindingenvan 2 november 2020 heeft verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende gerelateerd:
Ik zag dat de advertentie voorzien van het nummer [nummer] was geregistreerd op 8 juni 2020. Ik zag dat het aan de advertentie gekoppelde e-mailadres en telefoonnummer waren [e-mail account] @hotmail.com en [telefoonnummer] .
12. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen met bijlagevan 2 april 2021 onder meer het volgende gerelateerd:
Op 9 maart 2021 werd er een bevel-vordering gericht aan Microsoft ter verkrijging van een mailboxdump van het hotmailaccount [e-mail account] @hotmail.com.
Ik ontving een e-mail met bestanden. Het was een bestandmap met de naam [e-mail account] @hotmail.com. Ik zag in de map berichten. Alle berichten waren afkomstig van [website] support. Andere berichten betroffen meldingen dat er een klant een bericht op de [website] -site had achtergelaten, bestemd voor de betreffende gebruiker van de advertentie. Deze andere berichten bevatten in de standaard tekst de naam van de klant en het betreffende bericht wordt kennelijk zichtbaar na het aanklikken van een hyperlink die in de standaard tekst is opgenomen.
E-mail:
-
12-06-2020 van klant " [klant 1] ";
-
13-06-2020 van klant " [klant 2] ";
-
14-06-2020 uur van klant " [klant 3] ";
-
15-06-2020 van klant " [klant 4] ";
-
19-06-2020 van klant " [klant 5] ";
-
20-06-2020 van klant " [klant 6] ";
-
21-06-2020 van klant " [klant 7] ";
-
22-06-2020 van klant " [klant 8] ";
-
17-07-2020 van klant " [klant 9] ";
-
18-07-2020 van klant " [klant 10] ":
-
26-07-2020 van klant " [klant 11] ”;
-
27-07-2020 van klant " [klant 12] ".
13. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 17 maart 2021 tijdens het
verhoor bij de politieonder meer het volgende verklaard:
V: Heb jij een relatie?
A: Ja
V: Met wie?
A: [medeverdachte 1]
V: Hoe wordt hij door anderen genoemd?
A: In het dossier [bijnaam 3] .
V: Wat voor bijnamen heb jij?
A: [bijnaam 4]
V: [slachtoffer] heeft verklaard prostitutiewerkzaamheden te hebben verricht in de woning aan de [adres] te [woonplaats] .
A: Ja, dat klopt.
A: Ze vroeg of ik een advertentie site wilde maken, dat heb ik gedaan. Ze had mij toen foto's gestuurd. Ze vroeg of ik de telefoon voor haar wilde opnemen.
A: Zij zou mij 90 euro per dag betalen.
A: Ik beantwoordde de telefoon, zij zeiden wat zij wilden. Ik gaf ze dan het adres. De klant moest dan bij de container gaan staan zodat [slachtoffer] hem kon zien, om te zien dat hij alleen was. Dan gaat de klant naar binnen.
V: Hoe wist [slachtoffer] dat er een klant was?
A: Ik zei dat tegen haar, door middel van app berichtjes.
V: Wat is jouw telefoonnummer?
A: [telefoonnummer]
V: Er is het laatste weekend dat [slachtoffer] gewerkt heeft in jouw woning iets gebeurd.
A: Haar vriend [bijnaam 1] was gekomen. Ik trof twee mensen in de woning. Ik heb gevraagd wat dit allemaal was. Toen gingen [bijnaam 1] en die andere man weg. Ik ken die andere man niet.
V: Wat heeft [slachtoffer] je verder verteld toen zij weg waren?
A: Dat zij moest gaan werken, gedwongen.
14. Verdachte [verdachte] heeft op 30 september 2020 en 5 november 2020 tijdens de
verhoren bij de politieonder meer het volgende verklaard:
A: Voor wat betreft mijn verblijfplaats wens ik op te merken dat dit de [adres] te [woonplaats] betreft.
V: Klopt het dat [slachtoffer] zaterdag 19 september 2020 de relatie met jouw heeft beëindigd?
A: Ehmmm ja
V: Van wanneer tot wanneer hebben jullie een relatie gehad?A: Dat was 2 jaar van 2018 tot 2020. Er zat een halfjaar pauze tussen. Van juni 2019 tot december 2019.
O: [slachtoffer] heeft verklaard dat zij seks heeft gehad met mannen, in die woning, tegen betaling.
A: Dat kan kloppen.
O: [slachtoffer] heeft verklaard dat jij altijd in de woning aanwezig was terwijl zij aan het "werk” was.
A: Ik ben denk ik wel 1 of 2 keer meegegaan naar de woning. Dat was in [woonplaats] .
15. Verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] en [verbalisant 7] hebben in een
proces-verbaal van bevindingenvan 1 oktober 2020 onder meer het volgende gerelateerd:
Op 30 september 2020 bevonden wij ons in de woning [adres] te [woonplaats] . In de woning hebben wij de kamer de [verdachte] doorzocht. In deze kamer hebben wij meerdere goederen in beslag genomen:
- pinpas Rabobank op naam van [slachtoffer] IBAN [rekeningnummer] pas.nr. [pas nummer] (aangetroffen op koelkast)
- Asus smartphone (aangetroffen op vensterbank achterzijde slaapkamer)
16. In het
proces-verbaal van bevindingenvan 9 oktober 2020 heeft [verbalisant 8] onder meer het volgende gerelateerd:
Op 30 september 2020 werd de mobiele telefoon van het merk Asus Zenfone in beslag genomen.
Useraccounts
Facebook Messenger: [useraccount] @live.nl
Ik zag dat de afbeeldingen overeenkwamen met de advertentiefoto’s die door collega [verbalisant 4] waren aangeleverd [de rechtbank begrijpt: de advertentiefoto’s op [website] .nl]. Ik zag op de afbeelding het logo van [website] . Tevens zag ik dat de afbeelding overeenkwam met de advertentiefoto die door collega [verbalisant 4] was aangeleverd. Ik zag dat de naam “ [werknaam 1] ” voorkwam op de afbeelding.
Webhistory19-09-2020 11:07 uur:
https://www. [website] .nl/vrouwen/prive-ontvangst/ [woonplaats] / [nummer] - [werknaam 1]
19-09-2020 15:50 uur:
https://www. [website] .nl/vrouwen/priveontvangst/ [woonplaats] / [nummer] - [werknaam 1] #overview.
17. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 6 november 2020 onder meer het volgende gerelateerd:
Tijdens de doorzoeking in [adres] te [woonplaats] werd een telefoon van het merk Apple iPhone 6s aangetroffen op de vensterbank in de slaapkamer. Middels een vordering gericht aan de aanbieder werd het bij het simkaartnummer behorende telefoonnummer verkregen, namelijk [telefoonnummer] .
18. In het
proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens met bijlagevan 23 december 2020 heeft [verbalisant 9] onder meer het volgende gerelateerd:
Klantgegevens [slachtoffer] , het bankrekeningnummer [rekeningnummer] .
In bijlage 1 staan de transacties die betaald zijn via “tikkie” of een betaalverzoek en waarbij het vermoedelijk gaat om een betaling van een klant. In een aantal transacties staat in de omschrijving een cijfer. Vermoedelijk betreft dit cijfer het aantal minuten van de afspraak. Bij drie van deze transacties komt het bedrag overeen met de kosten die werden gevraagd per afspraak. De bedragen bij de overige transacties komen overeen met het bedrag van een afspraak van een half uur.
Transactiedatum
Bij
Omschrijving
14-jun-2020
85,00
[rekeningnummer] [naam]
18-jun-2020
100,00
[rekeningnummer] [naam] 30
19-jun-2020
160,00
[rekeningnummer] [naam] 2x 15
21-jun-2020
160,00
[rekeningnummer] [naam] 60
13-jul-2020
100,00
[rekeningnummer] [naam] cadeautje
14-jul-2020
100,00
Tikkie cadeau [naam]
14-juli-2020
100,00
Tikkie cadeau [naam] [rekeningnummer]
17-jul-2020
100,00
Tikkie thanks gap [naam] [rekeningnummer]
19. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen met bijlagevan 21 januari 2021 onder meer het volgende gerelateerd:
In dit proces-verbaal geef ik een analyse van historische verkeersgegevens telecom van [slachtoffer] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
[slachtoffer] is de gebruiker van [telefoonnummer] .
[medeverdachte 1] is de gebruiker van [telefoonnummer] .
[medeverdachte 1] liet tijdens de inbeslagneming van het toestel weten dat het zijn telefoon is. Later werd vastgesteld dat het telefoonnummer [telefoonnummer] zich in dat toestel bevond. Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er veelvuldig met dat telefoonnummer belcontact is geweest met vrienden en bekenden van [medeverdachte 1] .
Periode van 11-06-2020 tot 16-06-2020
In deze periode bevonden [slachtoffer] ( [telefoonnummer] ), [verdachte] ( [telefoonnummer] ); [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) zich allemaal vanaf 12 juni 2020 te 22.22 uur tot 16 juni 2020 te 16.14 uur binnen het bereik van paallocaties te [woonplaats] .
Periode van 18 juni 2020 tot en met 23 juni 2020:
Aan de hand van het aanstralen van de paallocaties in [woonplaats] stel ik vast dat [slachtoffer] (telefoonnummer [telefoonnummer] ), [verdachte] (telefoonnummer [telefoonnummer] ); [medeverdachte 2] (telefoonnummer [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 1] (telefoonnummer. [telefoonnummer] ), zich allemaal vanaf 18 juni 2020 te 20.47 uur tot 22 juni 2020 te 22.56 uur binnen het bereik van paallocaties te [woonplaats] bevonden.
Periode van 12 juli 2020 tot en met 19 juli 2020:
Aan de hand van het aanstralen van de paallocaties in [woonplaats] , stel ik vast dat, [slachtoffer] (telefoonnummer [telefoonnummer] ), [verdachte] (telefoonnummer [telefoonnummer] ), [medeverdachte 2] (telefoonnummer [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 1] (telefoonnummer [telefoonnummer] ) zich allemaal vanaf 13 juli 2020 te 17.03 uur tot 19 juli 2020 te 17.55 uur binnen het bereik van paallocaties te [woonplaats] bevonden.
Periode van 25-07-2020 tot 28-07-2020.
Aan de hand van het aanstralen van de paallocaties in [woonplaats] , stel ik vast dat, [slachtoffer] (telefoonnummer [telefoonnummer] ), [verdachte] ( [telefoonnummer] ), [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer] ) zich allemaal van 25-07-2020 te 20.05 uur tot 28-07-2020 te 13.14 uur binnen het bereik van paallocaties te [woonplaats] bevonden.
Bijlage
Straat: [adres]Postcode: [postcode]Plaats: [woonplaats]
Straat: [adres]
Postcode: [postcode]
Plaats: [woonplaats]
Straat: [adres]
Postcode: [postcode]
Plaats: [woonplaats]
20. Op 3 februari 2021 is [getuige 1] als getuige gehoord en heeft onder meer het volgende verklaard (zoals blijkt uit het van het verhoor opgemaakte
proces-verbaal getuige met bijlage):
V: Weet u wie die meid uit [woonplaats] is?
A: Ik zag op de deur [slachtoffer] .
A:. Ik kende [A] . [naam] ofzo. Hij heeft mij gevraagd of ik hem naar [bijnaam 3] wilde brengen, dat is een vriend van hem.
V: Waar heeft u ze toen heen gebracht?
A: Naar [woonplaats]
V: Wanneer was dit?
A: Was allemaal in de zomer. Voor september in ieder geval.
O: Ik toon u een foto met daarop een vrouw [de rechtbank begrijpt: een foto van aangeefster [slachtoffer] ]
V: Is dit het meisje waar u over spreekt?
A: Ja dat klopt.
O: Ik toon u een foto met daarop een manspersoon [de rechtbank begrijpt: een foto van verdachte [verdachte] ]
A: Dat is [A] ja.
V: Wie nam contact met u op voor een geplande reis?
A: [A] belde mij.
V: Hoe werd dit betaald?
A: Af en toe cash en af en toe middels een tikkie.
V: Hoe vaak denkt u hen heeft vervoerd?
A: Ik denk een stuk of 6 keer.
O: Ik toon u een afbeelding van [adres] te [woonplaats] .
A: Daar heb ik ze afgezet.
V: Wat kost een rit van [woonplaats] naar [woonplaats] ?
A: Het kost 60 euro.
21. [getuige 2] heeft in
het proces-verbaal van verhoor van getuigevan 10 december 2020 onder meer het volgende verklaard:
V: Wat is [slachtoffer] voor een vrouw?
A: Die wilt altijd iedereen hulp bieden, wil het altijd voor iedereen regelen. Zij is heel zorgzaam.
V: Wat wist u van de relatie van uw dochter?
A: Wat ik daarvan weet dat zij hem altijd wilde helpen. Volgens mij vond ze dat wel leuk, een kansloos figuur die zij dan op het rechte pad kon helpen.
V: Hoe weet u dat hij haar geslagen heeft?
A: Dat heeft zij verteld en ik heb de blauwe plekken ook gezien. Ik had wel eens gezien dat zij blauwe plekken in haar gezicht en nek had.
22. [getuige 3] heeft in
het proces-verbaal van verhoor van getuigevan 10 december 2020 onder meer het volgende verklaard:
V: In hoeverre heb jij wel eens blauwe plekken gezien bij [slachtoffer] ?
A: Ik heb achteraf, of nadat ik wist wat er speelde, veel foto’s van haar gezien en toen ik het nog niet wist wel eens blauwe plekken gezien.
V: En op die foto’s, wat zag je daarop?
A: Blauwe plekken.
V: Waar?
A: Op haar arm, volgens mij ook op haar kaak. Wel meerdere op haar arm.
V: En die blauwe plekken die je in het echt hebt gezien?
A: Gewoon op haar arm, op haar kaak, overal waar je blauwe plekken ziet.
23. Verdachte [verdachte] heeft tijdens zijn
verhoor bij de rechter-commissaris van 2 oktober 2020onder meer het volgende verklaard:
V: Wilt u iets vertellen over de verdenking van bedreiging en mishandeling op 27 september 2020?A: Ik pakte haar bij haar arm. Misschien heeft ze daar een blauwe plek van gekregen.
De politie beschrijft rode plekken op de arm en boven de borst van mevrouw [slachtoffer] . Wat kunt u daarover vertellen?
Ik heb haar alleen vastgepakt.
24. In het
proces-verbaal van bevindingenvan 29 oktober 2020 heeft verbalisant [verbalisant 10] onder meer het volgende gerelateerd:
Er werd tijdens de huiszoeking aan de [adres] te [woonplaats] een telefoon in beslag genomen. De telefoon werd aangetroffen op het bed waar [medeverdachte 1] lag in de woning van zijn vriendin.
Owner name: iPhone van [medeverdachte 1]
Chat 1
In deze telefoon stond een WhatsApp gesprek tussen de gebruiker ( [medeverdachte 1] , ook wel genaamd [bijnaam 5] ) van de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] en telefoonnummer [telefoonnummer] onder de naam “ [useraccount] ”.
15-6-2020 – [bijnaam 5] Als je hoort
15-6-2020 – [bijnaam 5] Wat ik nu doe
15-6-2020 – [bijnaam 5] Ik en [bijnaam 4] zijn niet barkie
15-6-2020 - [useraccount] Wat doe je
15-6-2020 – [bijnaam 5] Ik heb [bijnaam 4] ze huis
15-6-2020 – [bijnaam 5] In een hoerenhuis gemaakt
15-6-2020 - [useraccount] Hoeveel heb je er djoen
15-6-2020 – [bijnaam 5] 1
15-6-2020 – [bijnaam 5] Raapt kop per dag binnen
15-6-2020 - [useraccount] Hoe ziet ze eruit
15-6-2020 – [bijnaam 5] Kijk op
15-6-2020 – [bijnaam 5] [website] .nl
15-6-2020 – [bijnaam 5] [woonplaats]
15-6-2020 – [bijnaam 5] [werknaam 1]
15-6-2020 – [useraccount] Is ze white
15-6-2020 - [useraccount] Zie alleen [werknaam 1]
15-6-2020 – [bijnaam 5] ja
15-6-2020 - [useraccount] Gooi is je snapnaam
15-6-2020 – [bijnaam 5] [medeverdachte 1]
15-6-2020 - [useraccount] Dat je eigen naam nog te gebruiken is
15-6-2020 - [useraccount] Maar wats zijn je plannen dan?
15-6-2020 – [bijnaam 5] Verdienen
Chat 2
Tevens werd er een chatbericht aangetroffen tussen het telefoonnummer + [telefoonnummer] met als naam [bijnaam 5] , en [telefoonnummer] welke in de telefoon was opgeslagen onder de naam [useraccount] .
27-9-2020 – [bijnaam 5] Verwijder alles
27-9-2020 – [bijnaam 5] Van [slachtoffer]
27-9-2020 – [bijnaam 5] Snel
27-9-2020 – [useraccount] En waarom
27-9-2020 – [bijnaam 5] Is [bijnaam 1]
27-9-2020 – [bijnaam 5] We hadden wat gedaan
27-9-2020 – [bijnaam 5] Die bitch
27-9-2020 – [bijnaam 5] Snitch
27-9-2020 – [useraccount] En zijn ze ook op zoek naar jou
27-9-2020 – [bijnaam 5] Dunno
Chat 3
In de WhatsApp gesprekken werd een chat gesprek aangetroffen tussen de telefoonnummers [telefoonnummer] welke in de telefoon stond opgeslagen onder naam [bijnaam 1] , en het telefoonnummer + [telefoonnummer] onder de naam [bijnaam 5] . Dit chat gesprek vond plaats op 25 september 2020. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer] werd gebruikt door [medeverdachte 2] .
Bijlage
[telefoonnummer] ( [bijnaam 1] ) en [telefoonnummer] ( [bijnaam 5] )
25-9-2020 – [bijnaam 5] Hoeveel zijn er al geweest dan
25-9-2020 – [bijnaam 1] 2
25-9-2020 – [bijnaam 1] 3e gaat nu
25-9-2020 – [bijnaam 5] Noem prijs
25-9-2020 – [bijnaam 1] 80
25-9-2020 – [bijnaam 1] Chaos
25-9-2020 – [bijnaam 1] 3 tegelijk beneden
25-9-2020 – [bijnaam 1] Vandaag zouden ee kaulo goed draaien
25-9-2020 – [bijnaam 5] Ze moet doorgaan gwn
25-9-2020 – [bijnaam 1] Nu bezig 11
25-9-2020 – [bijnaam 5] Nog 2 dagen zo
25-9-2020 – [bijnaam 5] Zijn we boeng
25-9-2020 – [bijnaam 1] Dus nog 5
25-9-2020 – [bijnaam 5] We moeten door !
25-9-2020 – [bijnaam 5] Als ik geld zie
25-9-2020 – [bijnaam 5] Dan kan ik t laten
25-9-2020 – [bijnaam 5] Anders niet
25-9-2020 – [bijnaam 1] Zeg m geef je de helft
25-9-2020 – [bijnaam 1] Ze gaat nu eten
25-9-2020 – [bijnaam 1] Want ze heeft niet ontbeten
25-9-2020 – [bijnaam 1] Ze vroeg of ze kon eten
25. Verbalisant [verbalisant 10] heeft in het
proces-verbaal van bevindingenvan 25 november 2020 onder meer het volgende gerelateerd:
Er werden tijdens een huiszoeking aan de [adres] te [woonplaats] meerdere telefoons in beslag genomen, waaronder deze telefoon van [medeverdachte 1] .
Apple ID: [apple ID] @hotmail.com
Account name: [medeverdachte 1]
Ik trof 2 screenshots van aangeefster aan. Tevens zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] samen met aangeefster op de foto te zien in de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Deze foto is gemaakt op 27-07-2020. En die foto daaronder zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] samen te zien zittend op de bank op [adres] te [woonplaats] . Op de onderste 2 foto’s zijn foto’s van grote aantallen contant briefgeld. Deze foto’s werden gemaakt op 28-07-2020 na een door aangeefster gewerkt weekend.
In bovenstaand chatgesprek van 18 augustus 2020 stuurt ‘ [bijnaam 5] ’ naar ‘ [useraccount] ’ het navolgende: “Heb 2 wijfe werken voor me. Waarbij ‘ [bijnaam 5] ’ de gebruiker van de telefoon betreft.
In totaal staan er vier video’s op de telefoon waarin aangeefster is te zien in lingerie in de badkamer. Deze video’s zijn gecreated op 13-06-2020.
Op dit filmpje is te zien dat er vanaf het balkon van de woning aan [adres] de woning in werd gefilmd. In het filmpje is te zien hoe aangeefster in haar lingerie met een man naar de voordeur van de woning loopt. Dit filmpje is getoond aan de aangeefster welke aangaf niet van het bestaan van dit filmpje af te weten. Zij herkende zichzelf aan haar billen en haar haar. Created: 16-7-2020.
In 1 notitie staat het email adres [e-mail account] @hotmail.com. Hier staat [useraccount] @ bij genoemd. Created 12-6-2020.
26. In het
proces-verbaal van bevindingenvan 10 maart 2021 heeft verbalisant [verbalisant 10] onder meer het volgende gerelateerd:
In de telefoon van de verdachte [medeverdachte 1] werd op 20 augustus 2020 een chatgesprek aangetroffen tussen verdachte genaamd “ [bijnaam 5] ” en “ [useraccount] ”.
20-8-2020 – [useraccount] Kan ik 8bar lenen?
20-8-2020 – [bijnaam 5] Moet echt ff kijken
21-8-2020 – [useraccount] Nog gelukt?
21-8-2020 – [useraccount] Yoo pimp zou je me aub kunnen helpen ben broke nu
21-8-2020 – [bijnaam 5] Die pimp Life is al weer voorbij
De hierboven weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt voor het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten
Aan verdachte is – kort gezegd – mensenhandel ten laste gelegd als bedoeld in artikel 273f, eerste lid en onder sub 1, 4, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Een bewezenverklaring van mensenhandel kan volgen indien verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
- aangeefster [slachtoffer] met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting door dwang, (dreiging met) geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), afpersing, fraude, misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht of misbruik van een kwetsbare positie (hierna: de dwangmiddelen) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen (hierna: de handelingen) (artikel 273f, eerste lid en onder sub 1 Sr);
- door het hanteren van dwangmiddelen aangeefster heeft gedwongen of heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (seksuele) arbeid of diensten (artikel 273f, eerste lid en onder sub 4 Sr);
- door het hanteren van dwangmiddelen aangeefster heeft gedwongen dan wel heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde (artikel 273f, eerste lid en onder sub 9 Sr);
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van aangeefster (artikel 273f, eerste lid en onder sub 6 Sr).
De betrouwbaarheid van de verklaringen
Voor de rechtbank staat vast, en dat staat wat verdachte betreft ook niet ter discussie, dat aangeefster prostitutiewerkzaamheden heeft verricht in de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] , gelegen aan de [adres] in [woonplaats] . Verdachte heeft van december 2019 tot 19 september 2020 een liefdesrelatie met aangeefster gehad en was van haar prostitutiewerkzaamheden op de hoogte. Waar de lezing van de feiten uiteenloopt, is of aangeefster door verdachte is gedwongen tot de werkzaamheden, en of zij haar verdiensten moest afstaan. De rechtbank overweegt dat de verklaring van aangeefster dat zij door toedoen van verdachte en de medeverdachten slachtoffer van mensenhandel is geworden, lijnrecht staat tegenover de andersluidende verklaringen van verdachte op dit punt. Volgens verdachte heeft aangeefster vrijwillig in de prostitutie gewerkt en heeft hij niets met het prostitutiewerk te maken gehad. Hij heeft haar niet tot prostitutiewerkzaamheden geworven of bewogen en geen opbrengsten uit het prostitutiewerk ontvangen, aldus verdachte.
De rechtbank kijkt bij de beoordeling en de vaststelling van deze feiten naar de consistentie, logica en daarmee ook de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en verdachte. Daarbij is met name van belang of het relaas van een van beide door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund of ontkracht.
De andere stukken in het dossier, ondersteunen de door verdachte bij de politie geschetste gang van zaken niet en spreken deze tegen. Dat verdachte niets met het prosititutiewerk te maken heeft gehad, verhoudt zich niet met het feit dat de op [website] .nl geplaatste advertentiefoto’s van aangeefster in de mobiele telefoon van verdachte zijn aangetroffen en dat de seksadvertentie met nummer [nummer] gekoppeld is aan het telefoonnummer van verdachte. Daarnaast is de verklaring van getuige [getuige 1] , zoals afgelegd bij de politie op 3 februari 2021, in combinatie met het onderzoek naar de zendmastlocaties van de mobiele telefoon van verdachte, in strijd met de verklaring van verdachte dat hij maar één of twee keer is meegegaan naar de woning in [woonplaats] .
De verklaringen van aangeefster worden daarentegen wel op een groot aantal wezenlijke onderdelen ondersteund door verklaringen van verdachte, de medeverdachten en de getuigen, alsmede door objectief bepaalde en verifieerbare gegevens, zoals weergegeven bij de bewijsmiddelen. Dat de verklaringen van aangeefster een enkele keer op verschillende punten van elkaar verschillen, zoals door de verdediging is aangevoerd, doet aan de geloofwaardigheid van het geheel van haar verklaringen niet af. Evenmin is de omstandigheid dat aangeefster aanvankelijk wisselend heeft verklaard over de periodes waarin zij in [woonplaats] prostitutiewerkzaamheden heeft verricht, voldoende om de verklaring van aangeefster niet betrouwbaar te achten. Dit is juist goed voorstelbaar nu het gaat over een voor aangeefster zeer emotionele en schaamtevolle periode die zij telkens opnieuw - en steeds later in de tijd - moet reproduceren. De suggestie van de verdediging dat aangeefster bewust onjuiste informatie heeft gegeven verwerpt de rechtbank dan ook. De rechtbank ziet geen indicaties op grond waarvan het vermoeden rijst dat hiervan sprake is geweest.
Als de politie reconstrueert dat aangeefster in ieder geval gedurende vier korte periodes van 12 juni 2020 tot en met 27 juli 2020 als prostituee in [woonplaats] heeft gewerkt en dit aan haar voorlegt, bevestigt zij dit. Deze periodes kunnen worden afgeleid uit de verklaringen van aangeefster hierover, in combinatie met haar bankgegevens, de ontvangen e-mailberichten van klanten op het e-mailadres [e-mail account] @hotmail.com en het onderzoek naar de zendmastgegevens van de mobiele telefoons van aangeefster, verdachte en de medeverdachten. Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster. Die verklaringen zijn bruikbaar voor het bewijs. Anders dan het standpunt van de raadsvrouw luidt, wordt voldaan aan het wettelijke bewijsminimum.
De rechtbank stelt voorop dat van medeplegen sprake is indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank af dat verdachte aangeefster heeft mishandeld en bedreigd toen zij weigerde prostitutiewerkzaamheden te gaan verrichten. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft het huis geregeld waar aangeefster zich kon prostitueren. Aangeefster heeft in de maanden juni en juli zowel van verdachte als de medeverdachten adviezen en instructies gekregen over de sekswerkzaamheden. Daarnaast heeft medeverdachte [medeverdachte 2] de seksadvertenties aangemaakt en haar woning ter beschikking gesteld, zodat de seksafspraken daar zouden kunnen plaatsvinden. Medeverdachte [medeverdachte 2] nam tevens de telefoon op en maakte afspraken met de klanten. Aangeefster heeft vervolgens via Whatsapp contact met medeverdachte [medeverdachte 2] over de duur van de seksafspraak en de momenten waarop de klant in de woning aanwezig is of weer vertrekt. Tussen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] wordt via Whatsapp onderling overlegd over het aantal klanten dat aangeefster op dat moment heeft gehad. Hierbij geeft medeverdachte [medeverdachte 1] aan dat aangeefster door moet gaan en hij het pas kan laten als hij geld ziet. Medeverdachte [verdachte] en verdachte noemden zich de beveiligers van aangeefster tijdens de prostitutiewerkzaamheden. Ten slotte hebben zij allemaal een deel van de opbrengst uit de prostitutiewerkzaamheden verkregen en dus gezamenlijk geprofiteerd van aangeefster.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen ten aanzien de periode van 12 juni 2020 tot en met 27 juli 2020 bewezen.
Ten aanzien van feit 3 is de rechtbank van oordeel dat medeplegen niet bewezen kan worden.
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr
Voor de strafbaarstelling onder sub 1 moet in de eerste plaats vastgesteld worden of verdachte en de medeverdachten gebruik hebben gemaakt van dwangmiddelen jegens aangeefster. Daarnaast moet sprake zijn van feitelijke handelingen van verdachte en de medeverdachten, waaronder het werven of het overbrengen van anderen. Tot slot dient te worden vastgesteld of het gebruik van de dwangmiddelen en de handelingen door verdachte zijn begaan met het oogmerk van uitbuiting.
- Dwangmiddelen
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van geweld, dreiging met geweld, afpersing en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte met het idee kwam dat zij seks voor geld moest hebben en dat hij haar, toen zij dit weigerde, heeft geslagen. Na dit incident begon verdachte steeds vaker losse handen te krijgen en heeft hij aangeefster meermalen mishandeld. Verdachte heeft onder andere gedreigd de foto’s van de advertentie door te sturen als zij niet meewerkte en ook gedreigd haar en haar woning in brand te steken. De verklaringen van aangeefster over het geweld vinden niet alleen steun in de op 25 september 2020 naar medeverdachte [medeverdachte 2] verstuurde WhatsAppberichten over haar blauwe plekken, maar ook in de verklaringen van getuigen [getuige 2] en [getuige 3] . Zo verklaren getuigen [getuige 2] en [getuige 3] dat zij meermalen blauwe plekken op het gezicht, de nek, de arm en de kaak van aangeefster hebben gezien. Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 24 september 2020 tevens blauwe plekken op het oog, de kin en de kaak van aangeefster waargenomen.
Verdachte is daarnaast op 27 september 2020 met een onbekende man naar de woning in [woonplaats] gegaan en heeft haar daar bedreigd. Hij heeft, samen met de onbekend gebleven man, aangeefster verteld dat hij hem € 17.000,00 schuldig was en dat aangeefster dit geld moest verdienen. Zij moest daarom in de prostitutie gaan werken, anders zou hij haar doodsteken en haar in brand steken. Verdachte heeft aangeefster die dag in haar gezicht geslagen en op de bank geduwd. Verdachte dwingt aangeefster op 27 september 2020 op deze manier opnieuw de prostitutie in de gaan. Op de fotografische afbeeldingen die tijdens het politieverhoor van 30 september 2020 zijn genomen, zijn bij aangeefster meerdere blauwe plekken zichtbaar. Tijdens dit verhoor wordt aangeefster door verdachte gebeld en als aangeefster naar deze onbekende man vraagt, antwoordt verdachte:
‘je hebt gezien die man, hij is serieus, hij is niet de enige, hij is niet de enige. Wat begrijp je niet.’ Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft tevens verklaard dat zij in haar woning verdachte [verdachte] en een onbekende man heeft aangetroffen. Aangeefster heeft direct na het incident tegen medeverdachte [medeverdachte 2] verklaard dat verdachte haar heeft geprobeerd te dwingen om voor hem in de prostitutie te gaan werken.
Verdachte heeft, wetende dat aangeefster van hem hield en verliefd op hem was, aangeefster gedwongen prostitutiewerk te gaan verrichten. Getuige [getuige 2] heeft aangeefster omschreven als zorgzaam en een persoon die altijd iedereen hulp wil bieden. Aangeefster heeft verklaard dat zij alles probeerde om verdachte tevreden, rustig en gelukkig te houden. Uit het telefoongesprek van 30 september 2020 volgt dat verdachte buitengewoon dwingend is naar aangeefster toe. Hij schreeuwt tegen aangeefster, pusht haar dat zij naar hem toe moet komen, geeft aan dat hij zijn handen van haar aftrekt en dat er geen andere mogelijkheid is omdat
‘ze er al in zit’. In ditzelfde gesprek geeft hij tevens aan dat hij van haar houdt en dat hij alleen aan haar denkt. Verdachte maakt op de hiervoor omschreven wijze bewust misbruik van de afhankelijke positie waarin aangeefster zich ten opzichte van hem verkeerde. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte daarom tevens misbruik gemaakt van zijn uit de hiervoor genoemde uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
- Handelingen
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte door het gebruik van bovengenoemde dwangmiddelen aangeefster heeft geworven. Zij is immers door verdachte overgehaald en gedwongen om voor hem en de medeverdachten als prostituee te werken. Verdachte heeft, nadat aangeefster een periode geen prostitutiewerkzaamheden heeft verricht, op 27 september 2020 opnieuw geprobeerd aangeefster te werven. Daarnaast heeft verdachte aangeefster meerdere malen – door gebruik te maken van de diensten van getuige [getuige 1] – van [woonplaats] naar de woning in [woonplaats] vervoerd en overgebracht. Aangeefster is vervolgens in de woning van [medeverdachte 2] gehuisvest en opgenomen.
- Oogmerk van uitbuiting
Vervolgens dient te worden vastgesteld of het door verdachte en de medeverdachten werven, vervoeren en huisvesten van aangeefster is begaan met het oogmerk van uitbuiting. De gedragingen van verdachte en de medeverdachten moeten daarvoor zijn gericht op de uitbuiting van aangeefster. De rechtbank is van oordeel dat de in de tenlastelegging omschreven gedragingen van verdachte en de medeverdachten naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zo zeer te zijn gericht op de uitbuiting van aangeefster dat het, behoudens contra-indicaties, waarvan niet is gebleken, niet anders kan zijn dan dat verdachte het oogmerk van uitbuiting had. Die uitbuiting door verdachte en de medeverdachten heeft ook daadwerkelijk plaatsgevonden.
Aangeefster heeft onder dwang, (bedreiging met) geweld en afpersing van verdachte prostitutiewerkzaamheden verricht en haar inkomsten moeten afstaan. Aangeefster heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 2] € 90,00 per dag kreeg, dat medeverdachte [medeverdachte 1] 25% van de opbrengst kreeg en dat de rest van het geld naar verdachte ging. Aangeefster kon hier niet zelf over beschikken, af en toe kreeg ze wat zakgeld, sigaretten of drinken van verdachte. Zij ontving gemiddeld 12 klanten per dag. Soms wilde zij eerder stoppen, maar dan stond er al weer een klant beneden, waartegen zij geen nee durfde te zeggen. De rechtbank overweegt dat geen sprake was van een situatie gelijk aan de omstandigheden waarin een zelfstandige sekswerker in Nederland dient te verkeren. De rechtbank leidt uit deze feiten en omstandigheden af dat verdachte niet alleen het oogmerk van uitbuiting had toen hij de bovengenoemde handelingen verrichtte, maar dat hij aangeefster daardoor ook feitelijk uitbuitte.
Artikel 273f, eerste lid, sub 4 Sr
Gelet op het voorgaande kan tevens worden bewezen dat verdachte samen met anderen door geweld, dreiging met geweld, afpersing en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht aangeefster heeft gedwongen en bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid van seksuele aard.
Artikel 273f, eerste lid, sub 6 en 9 Sr
Nu bewezen is dat verdachte de onder artikel 273f, lid 1, sub 1 en 4 Sr genoemde feiten heeft begaan en ook aangenomen moet worden dat verdachte samen met anderen van die uitbuitingsvormen heeft geprofiteerd, zoals hiervoor al is overwogen, is ook bewezen dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van aangeefster in de zin van artikel 273f, eerste lid, sub 6 en sub 9 Sr.
De rechtbank acht de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het bestanddeel medeplegen van feit 3.