ECLI:NL:RBMNE:2021:5253
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering zorgpremies door Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. wegens onvoldoende onderbouwing en verjaring
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 september 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Zilveren Kruis had een vordering ingesteld voor openstaande zorgpremies en zorgkostennota's, maar de kantonrechter heeft de vordering afgewezen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 26 mei 2021, waarin Zilveren Kruis was opgedragen aanvullende informatie te verstrekken over eerdere vonnissen en afspraken met de bewindvoerder van de gedaagde.
Zilveren Kruis diende op 23 juni 2021 een akte uitlating in, maar de gedaagde heeft niet gereageerd. De kantonrechter constateerde dat Zilveren Kruis niet voldoende had onderbouwd waarom de vordering niet was verjaard en welke afspraken er waren gemaakt met de bewindvoerder. De rechter oordeelde dat de verjaringstermijn voor een deel van de vordering was verstreken en dat Zilveren Kruis niet had aangetoond dat de vordering voldoende was onderbouwd.
De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde Zilveren Kruis tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die op nihil werden begroot. Dit vonnis benadrukt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, vooral wanneer er sprake is van eerdere vonnissen en afspraken met bewindvoerders.