ECLI:NL:RBMNE:2021:5228
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor aansluiting op nutsvoorzieningen van een woning in het Natura 2000-gebied
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het aansluiten van een woning op de waterleiding en het elektriciteitsnetwerk door middel van een gestuurde boring. De vergunninghouder had op 29 april 2020 de vergunning aangevraagd, waarna Gedeputeerde Staten van Utrecht op 13 augustus 2020 een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) heeft afgegeven. De rechtbank heeft het beroep van eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunning, ongegrond verklaard.
Eiser voerde aan dat de omgevingsvergunning onterecht was verleend, onder andere omdat de vergunninghouder geen natuurvergunning had en de vergunning zou leiden tot een ander gebruik van het vakantiehuisje. De rechtbank oordeelde echter dat de verleende vergunning niet in strijd was met de wet- en regelgeving ter bescherming van het Natura 2000-gebied. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de omgevingsvergunning zich enkel richtte op de aansluiting op nutsvoorzieningen en niet op het toekomstige gebruik van de woning.
De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en dat de omgevingsvergunning terecht was verleend. De rechtbank wees erop dat eerdere civiele procedures tussen eiser en vergunninghouder niet relevant waren voor deze bestuursrechtelijke procedure. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.