ECLI:NL:RBMNE:2021:5223
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van woninginbraak en bezit hennep
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1992 en wonende in [woonplaats], heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 oktober 2021 uitspraak gedaan. De zaak betreft de tenlastelegging van woninginbraak en bezit van hennep, gepleegd op 9 april 2021 in Amersfoort. De officier van justitie, mr. C.J. Booij, heeft de verdachte beschuldigd van het inbreken in de woning van [A] en het in bezit hebben van 5007,72 gram hennep. Tijdens de zitting op 11 oktober 2021 heeft de rechtbank de vordering en standpunten van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. L.C. de Lange, heeft verzocht om vrijspraak van de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn dat de verdachte betrokken was bij de inbraak, maar oordeelt dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de dagvaarding geldig is, de rechtbank bevoegd is, en er geen redenen zijn om de vervolging uit te stellen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te onderbouwen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. A. Maas als voorzitter, en mrs. N.M. Spelt en P.M. Leijten als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.A. Chanier. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting.