Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser/eiseres sub 1] ,
[eiser/eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderden [eiser/eiseres sub 1] c.s. schadevergoeding van [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 3] wegens non-conformiteit van een woning die zij op 2 november 2018 hadden gekocht. De woning vertoonde gebreken aan het dak, die pas na de levering aan het licht kwamen. De eisers stelden dat de verkopers tekortgeschoten waren in hun verplichtingen uit de koopovereenkomst, omdat de woning niet voldeed aan de verwachtingen die zij op basis van de overeenkomst mochten hebben. De verkopers voerden verweer en stelden dat er geen sprake was van verzuim, omdat de eisers hen niet in gebreke hadden gesteld. De kantonrechter oordeelde dat de eisers niet aan hun klachtplicht hadden voldaan, omdat zij de gebreken niet tijdig hadden gemeld en geen schriftelijke aanmaning hadden gestuurd. Hierdoor was er geen verzuim aan de zijde van de verkopers, wat noodzakelijk is voor een schadevergoeding. De vorderingen van de eisers werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten.