ECLI:NL:RBMNE:2021:5189

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
16/274710-20 en 10/108110-21 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige afpersing en diefstal met geweld na seksafspraak via internet

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer. De verdachte, geboren in 1988, werd beschuldigd van afpersing en diefstal met geweld. De feiten vonden plaats in de periode van 31 oktober tot en met 1 november 2020, toen de verdachte een seksafspraak maakte met de aangever via internet. Na de seksuele handelingen in de woning van de aangever, werd de verdachte gewelddadig en beroofde hij de aangever van zijn mobiele telefoon en inlogcodes voor internetbankieren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de aangever met geweld en bedreiging had gedwongen tot afgifte van zijn inlogcodes, waarbij hij de aangever overgoot met benzine en dreigde hem in brand te steken. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en oordeelde dat de aard van het geweld en de dreiging ernstig waren. De rechtbank achtte de verklaring van de aangever betrouwbaar, ondersteund door andere bewijsmiddelen, waaronder WhatsApp-berichten en forensisch bewijs met betrekking tot de aangetroffen benzine. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor diefstal van goederen van een andere aangever, waarbij hij na een nacht in diens woning diverse waardevolle spullen had gestolen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen, die schadevergoeding eiste voor de geleden materiële en immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/274710-20 en 10/108110-21 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 oktober 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in het Justitieel Complex Schiphol te Schiphol.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 februari 2021, 3 mei 2021, 26 juli 2021 en 14 oktober 2021. Op de laatste datum is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.J.J.S. Visser en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R.J.H. Titahena, advocaat te Amsterdam, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] en zijn belangenbehartiger
mw. mr. J.J.E. van der Put, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zittingen van 26 juli 2021 en 14 oktober 2021 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging zoals deze uiteindelijk geldt is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/274710-20
Feit 1in of omstreeks de periode van 31 oktober 2020 tot en met 01 november 2020 in Amersfoort [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van zijn inlogcodes voor internetbankieren en informatie over de locatie van een bankpas, door geweld op die [slachtoffer] uit te oefenen, hem te overgieten met benzine en te dreigen hem in brand te steken, terwijl die [slachtoffer] vastgebonden op de grond lag, waarbij [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen;
Feit 2in of omstreeks de periode van 31 oktober 2020 tot en met 01 november 2020 in Amersfoort met geweld de mobiele telefoon en de bankpas van [slachtoffer] heeft gestolen;
Feit 3op of omstreeks 01 november 2020 te Amersfoort en/of Rotterdam een geldbedrag van € 190,- van [slachtoffer] te stelen, door gebruik te maken van een valse sleutel;
10/108110-21
Op of omstreeks 27 oktober 2020 te Rotterdam diverse goederen van [benadeelde 1] of [benadeelde 2] heeft gestolen (primair), dan wel heeft verduisterd (subsidiair).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle feiten van de zaak met parketnummer 16/274710-20 wettig en overtuigend te bewijzen, met uitzondering van het onder feit 1 ten laste gelegde zwaar lichamelijk letsel. En van het onder feit 2 ten laste gelegde dient verdachte te worden vrijgesproken van het onderdeel diefstal van de bankpas. Van de zaak met parketnummer 10/108110-21 acht de officier van justitie het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 16/274710-20. De verklaring van aangever is onbetrouwbaar, nu hij niet consistent en niet eenduidig heeft verklaard. Van de WhatsApp berichten kan niet met zekerheid worden gesteld dat deze door verdachte zijn verstuurd. Er is geen bewijs dat aangever de inlogcode daadwerkelijk heeft afgegeven aan verdachte. Ook kan het letsel van aangever niet worden gekwalificeerd als zwaar lichamelijk letsel. Aangever zelf heeft het geldbedrag aan verdachte overgemaakt, vanwege het verlenen van seksuele diensten.
Van de Rotterdamse zaak, met parketnummer 0/108110-21, dient verdachte volgens de raadsman eveneens te worden vrijgesproken, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Verdachte heeft de aangetroffen goederen gekregen van aangever, als betaling voor de seksuele diensten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 16/274710-20, ten aanzien van alle feiten [1]
De verklaring van aangever [slachtoffer]
Op 31 oktober 2020 in de middag heb ik een date afspraak gemaakt via [website] .nl met een profiel dat zich " [profielnaam] " noemde. [2] Om 19.30 uur kwam er een man mijn woning binnen. We zouden een sexdate hebben. Toen de man was gearriveerd hebben we wat gekletst. Over van alles, de man zou geen [profielnaam] heten maar hij vertelde dat hij [naam] genaamd was. Ik noem hem maar even [naam] verder. Ik hoorde dat [naam] soms aan het appen en bellen was. Hij sprak dan in de Arabische taal. Ik verstond die gesprekken niet.
We hadden besproken dat ik wel vastgebonden wilde worden. [3] Ik ben op het matras gaan liggen en ben vastgebonden door [naam] . Toen sloeg hij om. Hij ging op mijn rug zitten en ik voelde zijn arm om mijn nek heen. Ik stikte bijna omdat [naam] zijn arm om mijn nek deed en kracht aanzette zodat ik geen lucht meer kreeg. Opeens voelde ik dat hij mij hard op mijn hoofd ramde met zijn vuisten. Dit deed hij terwijl hij op mij zat. Hij bleef hard met zijn vuisten op mijn hoofd slaan met zijn vuisten wel 8 a 9 keer. Ik voelde bloed uit mijn oor stromen. Hij sloeg ook op mijn mond. Ik voelde dat hij hard op mijn tanden sloeg. Deze zitten nu los. Het betreffen mijn voortanden.
Ik zag in mijn ooghoeken dat [naam] mijn telefoon pakte. Deze lag aan de lader naast het matras en dat hij de app van de Rabobank opende. [naam] vroeg steeds terwijl hij mij sloeg: “Wat is je inlogcode van de bank”. Ik heb ook de codes van de inlog op de Rabobank gegeven omdat ik bang was dat hij mij anders dood ging maken.
Toen ik daar op het matras lag werd ik door een vloeistof besprenkeld. De vloeistof kwam op mijn lichaam, op mijn kleding en op het laken wat om het matras heen zat. Ik rook gelijk benzine. [naam] dreigde als ik de codes van mijn bank niet zou geven mij in de fik zou steken. De vloeistof rook naar benzine en zat in een water flesje die hij kennelijk zelf mee had genomen.
[naam] zei letterlijk: " Stil zijn, anders steek ik je in de fik". Ik was echt bang dat hij mij echt in brand zou steken. Opeens ging [naam] naar mijn slaapkamer. [4]
De telefoon van de man is in de woning achtergebleven.
Mijn telefoon is hoogst waarschijnlijk meegenomen door de verdachte. Mijn telefoon is van het merk Motorola. Het 06 nummer is [telefoonnummer]
. [5]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]
Op 1 november 2020 waren wij belast met de incidentafhandeling voor de politie Midden-Nederland, basisteam Amersfoort. Op voornoemde datum, omstreeks 00:18 uur, kregen wij het verzoek, van de dienstdoende centralist van het operationeel centrum, te gaan naar de [adres] in [woonplaats] . Aldaar zou de bewoner mishandeld zijn. Op voornoemde datum, omstreeks 00:21 uur waren wij, bij de woning [adres] in [woonplaats] . In de woonkamer zagen wij, een man (hierna: aangever) in badjas op een barkruk zitten. Wij zagen dat hij erg emotioneel was en bloed op zijn hoofd had. [6] Ik zag dat aangever richting zijn keuken liep. Ik hoorde aangever roepen: "hij heeft zijn telefoon laten liggen". Ik zag dat hij een telefoon in zijn handen had. Hij legde deze telefoon op de keukentafel. [7]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3]
De achtergelaten telefoon betrof een IPhone type SE. Deze IPhone bleek vrij toegankelijk.
Uit de contactenlijst van de IPhone bleek dat daarin die telefoon stond met het nummer [telefoonnummer] . Uit de afbeeldingen gevonden in de IPhone bleek een foto, gemaakt op 31 oktober 2020, van een transactie van de Western Union. Op die afbeelding stond te lezen dat de afzender [verdachte] is met het telefoon nummer [telefoonnummer] .
In deze inbeslaggenomen Iphone stond een facebook account met de naam [verdachte] De foto van de man op de Facebookaccount vertoonde grote gelijkenissen met een andere afbeelding (selfie) in de telefoon.
Uit de politiesytemen hebben we onderstaande persoon nagekeken: [verdachte] , geboren op [1988] , wonende [adres] te [woonplaats] (hierna: verdachte). Verdachte heeft een personenauto op naam gesteld staan voorzien van het kenteken [kenteken ] .Op 31 oktober 2020 omstreeks 04.00 uur is er een voertuig controle geweest van een Renault Clio [kenteken ] door de collega's in Amsterdam. De persoon die alleen in dit voertuig zat heeft zijn ID laten zien en bleek [verdachte] genaamd te zijn
. [8]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3]
Op 1 november 2020 liet ik met mijn mobiele telefoon twee foto’s zien aan de aangever en vroeg aan hem of hij de man op de foto’s herkende.
De aangever antwoordde:
“ De foto’s die u mij nu toont is de man die bij mij in de woning is geweest op 31 oktober 2020 vanaf 19.30 uur tot in de nacht. Dit is de man die mij heeft mishandeld. Tevens is dit de man die mij besprenkeld heeft met vermoedelijk benzine en daarna gedreigd heeft mij in de fik te steken.” [9]
Deze foto’s zijn aangetroffen in de achtergebleven telefoon van de verdachte in de woning van aangever aan de [adres] te [woonplaats] . In de telefoon stond een selfie
van een man.
Deze man op de foto is genaamd [verdachte] , geboren op [1988] te [geboorteplaats] .
Deze man op de foto is door mij verbalisant als [verdachte] herkend. Ik heb de verdachte [verdachte] op 1 en 2 november gehoord. [10]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4]
Op 1 november 2020, werd verdachte in Rotterdam aangehouden. Op 1 november 2020, bekeek ik in het Politie Cellencomplex te Houten de fouillering van verdachte. In de fouillering trof ik onder andere een telefoon aan van het merk Motorola. In de melding zag ik onder andere staan: [slachtoffer] , er zijn nieuwe berichten van je buren. In de contactenlijst van de telefoon zag ik diverse contacten staan die verwezen naar contacten van aangever [slachtoffer] . Gezien bovenstaande bevindingen, is het zeer aannemelijk, dat de in de fouillering van verdachte aangetroffen Motorola telefoon de weggenomen telefoon van aangever betreft. [11]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5]
Op 2 november 2020, onderzocht ik een telefoon, zijnde een IPhone SE. Deze telefoon is aangetroffen bij aangever. Binnen de WhatsApp berichten zag ik de volgende gesprekken:
Gesprek 1:
Een gesprek tussen [telefoonnummer] @s.whatsapp.net " [whatsapp naam 1] en [telefoonnummer] @s.whatsapp.net “ [verdachte] ”. [12]
Ik zag dat op 31-10-2020 onder andere de volgende berichten werden verstuurd:
[verdachte] 21:11 ;56 uur: Kan je me appen is kkr belangrijk neef
21:14:53 uur: [whatsapp naam 1] wil je snel 8,5 verdienen rijd nu snel naar Amersfoort neem benzine mee.
[verdachte] 21:14:58 uur: stuurt een screenshot van een Rabobank Inloggen, van “ [slachtoffer] ”. Hierop zijn twee rekeningen te zien. Een betreft een Rabo Basisrekening, bedrag niet te lezen. De andere rekening betreft een Rabo OpbouwSpaarrek, bedrag € 17.179,32.
[whatsapp naam 1] 21:34;52 uur: 8,5 doezoe
[verdachte] 21:35:10 uur: Laat maar zitten neef heb al iemand geregeld
21:35:17 uur: stuurt een foto van een man die ligt vastgebonden.
[whatsapp naam 1] 21:35:17 uur: Wat was het dan
[verdachte] 21:35:24 uur: Deze man
21:35:29 uur: Wilt niet zij code
21:35:32 uur: Geven van de bank
21:35:38 uur: Iemand neemt nu benzine mee.
21:36:44 uur: [woonplaats]
[verdachte] 21:36:51 uur: [adres]
[verdachte] 21:36:58 uur: Neem mes en benzine mee neef
21:41:30 uur: stuurt opnieuw een foto van een man die ligt vastgebonden. Ditmaal is alleen de bovenzijde van het lichaam zichtbaar.
21:41:36 uur: De screenshot van de Rabobank inloggen wordt opnieuw verstuurd.
21:41:52 uur: Ik stuur je video wacht
21:43:06 uur: Er wordt een video gestuurd. Op deze video is kort het gezicht van verdachte te zien, vervolgens komt er een persoon in beeld die vastgebonden op zijn buik ligt. Vervolgens ontstaat er een gesprek over verdeling van geld en het pinnen van geld.
22:02:38 uur: Locatie wordt gedeeld. Dit betreft de locatie [adres] te [woonplaats] .
[verdachte] 22:05:05 uur: Broo die benzine hoeft heb zelf in auto geringer ik me.
22:07:04 uur: Is niet elke dag iemand
22:07:11 uur: Vast binden en rippen
Gesprek 2:Een gesprek tussen [telefoonnummer] @s.whatsapp.net “ [whatsapp naam 2] ” en
[telefoonnummer] @s. whatsapp.net “ [verdachte] ”.
Ik zag dat op 31-10-2020 onder andere de volgende berichten werden verstuurd:
[verdachte] 21:22:15 uur: Kom naar
21:22:23 uur: [woonplaats]
[verdachte] 21:22:28 uur: Je verdient 10 k
[whatsapp naam 2] 21:22:30 uur: Wanneer hoe laat
[verdachte] 21:22:15 uur: Nu
21:22:36 uur: stuurt een screenshot van een Rabobank Inloggen, van “ [slachtoffer] ”. Hierop zijn twee rekeningen te zien. Een betreft een Rabo Basisrekening, bedrag niet te lezen. De andere rekening betreft een Rabo OpbouwSpaarrek, bedrag €17.179,32.
[verdachte] 21:22:58 uur: We verdienen samen 10 10
21:24:26 uur: [adres]
[verdachte] 21:25:48 uur: stuurt een screenshot van een routeberekening van Capelle aan den IJssel naar [adres] .
[verdachte] 21:26:04 uur: We verdienen samen direct 10 k 10k
Er ontstaat vervolgens een gesprek over het komen van [whatsapp naam 2] naar de [adres] . Hierbij blijft [verdachte] vragen of [whatsapp naam 2] wil komen. [12] [verdachte] 22:48:37 uur: [adres] , [woonplaats]
[whatsapp naam 2] 22.53:27 uur: 23 40 (uit eerdere berichten blijkt dat dit de verwachte aankomsttijd is)
[verdachte] 23:33:22 uur: Ik kom broer
[whatsapp naam 2] 23:33:31 uur: goed
[verdachte] 23:44:34 uur: Er wordt een locatie gedeeld, aan de hand van de gebruikte coördinaten, blijkt dit te gaan om de [straat] , gelegen naast de [straat] te [woonplaats] . .
[verdachte] 23:53:43 uur: Broo deze man moet even wakker worden
23:53:51 uur: Ik heb benzine
23:54:02 uur: Gaan we het bedreigen dat we hem in de fik steken.
Binnen de Call Log zag ik dat er op 31 oktober 2020, tussen 20:56:19 uur en 23:43:28 uur, in totaal 28 keer gebeld wordt. Hierbij valt op dat:
- 5 keer gebeld met nummer [telefoonnummer] , naam [whatsapp naam 2]
- 7 keer gebeld met nummer [telefoonnummer] , naam [whatsapp naam 1] . [13]
De verklaring van dr. G.D.J. van Olden
Medische informatie van aangever. Datum waarop persoon werd onderzocht: 1 november 2020. Uitwendig waargenomen letsel:
- ribfracturen 7 + 8 en randpneumothorax links
- scheurwond oor + hematoom
- losse voortand 1-1
- diverse hematomen [14]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6]
Op 1 november 2020 heb ik, verbalisant, in perceel [adres] te [woonplaats]
onderzoek verricht. Tijdens het onderzoek werden de volgende sporen veiliggesteld:
- flesje met inhoud, vermoedelijk benzine, in de woonkamer op grond bij matras. [15]
Kennisgeving van inbeslagneming
Volgnummer 1
object : Fles
Spoor identificatienummer : AANP1627NL
bijzonderheden : Was deels gevuld met benzine, benzine apart veilig gesteld
Volgnummer 2
Object : benzine
Spoor identificatienummer : AANP1626NL
bijzonderheden : Benzine uit fles (AANl627nl) in brandpot [16]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7]
Op 02 november 2020 was ik aanwezig bij [woonplaats] aan de [adres] .
Hier was het voertuig van verdachte, een Renault Clio voorzien van kenteken [kenteken ] , gestald. In het voertuig hebben wij goederen aangetroffen die inbeslaggenomen zijn:
In de kofferbak: Een jerrycan met vermoedelijk benzine [17]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8]
De volgende sporen en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of
nader onderzoek veiliggesteld:
SIN : AAMZ4495NL
Spooromschrijving : vloeistof
Plaats veiligstellen : jerrycan. [18]
Het NFI rapport van dr. M.M.P. Grutters
Conclusie:
Er is een vergelijkend onderzoek uitgevoerd tussen de motorbenzine uit het flesje
[AANPl626NL] en de motorbenzine uit de jerrycan [AAMZ4495NL].
De conclusie van het vergelijkend onderzoek wordt geformuleerd aan de hand van
de volgende hypothesen:
Hypothese 1: De motorbenzine uit het flesje [AANP1626NL] en de motorbenzine uit de
jerrycan [AAMZ4495NL] hebben een
gezamenlijkeherkomst.
Hypothese 2:De motorbenzine uit het flesje [AANP1626NL] en de motorbenzine uit de
jerrycan [AAMZ4495NL] hebben een
verschillendeherkomst.
Met ‘een gezamenlijke herkomst’ wordt bedoeld dat de motorbenzine in beide monsters afkomstig is van dezelfde hoeveelheid motorbenzine, zonder dat er sprake is van nadere vermenging met andere hoeveelheden motorbenzine. Dit is bijvoorbeeld het geval als de motorbenzine in beide monsters afkomstig is uit dezelfde jerrycan (als deze niet tussentijds is bijgevuld).
Interpretatie van resultatenDe in de vloeistofmonsters [AAMZ4495NL] en [AANP1626NL] aangetoonde combinatie van aromatische en verzadigde alifatische koolwaterstoffen en oxygenates, tezamen met de patronen waarin deze stoffen zijn aangetoond, is kenmerkend voor motorbenzine. Hiermee is vastgesteld dat beide vloeistofmonsters daadwerkelijk motorbenzine zijn.
De resultaten van het vergelijkend onderzoek zijn
veel waarschijnlijker wanneer
hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. [19]
Voorts ten aanzien van feit 2
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5]
Op 2 november 2020 onderzocht ik een telefoon, zijnde een zwarte Motorola. Deze telefoon is aangetroffen bij verdachte tijdens zijn aanhouding. [20] Ik zag dat de Rabobank app geïnstalleerd was op de telefoon, ik zag dat via deze app een snelle saldo check mogelijk is. Ik zag daar staan: "Rabo Basisrekening €-5,75" en "Normaal spaarrekening €17.434,86". Ik zag tevens de naam " [slachtoffer] " als accountnaam. [21]
Voorts ten aanzien van feit 3
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5]
Op basis van de onderzoeksresultaten werden de rekeninggegevens van de rekening van verdachte, over de periode van 01-09-2020 tot en met 10-11-2020, gevorderd bij de ING Bank. Tijdens het analyseren van de aangeleverde rekeningoverzichten zag ik onder andere het volgende:
Op 1 november 2020, om 00:23:45 uur, wordt er van aangever [slachtoffer] zijn rekening een bedrag van €190,00 overgemaakt naar het rekeningnummer van verdachte [verdachte] . [22]
Bewijsoverwegingen
Op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1 tot en met 3 heeft begaan. Het door aangever opgelopen letsel valt – hoewel de rechtbank inziet dat verwondingen zoals een gebroken rib en een kapot gebit ernstig zijn – juridisch niet te kwalificeren als zwaar lichamelijk letsel, zodat verdachte van dat onderdeel zal worden vrijgesproken. Ook wordt verdachte vrijgesproken van de onderdelen ‘informatie over de locatie van een bankpas’ (feit 1) en ‘bankpas’ (feit 2) nu uit het dossier volgt dat de bankpas niet door verdachte is weggenomen.
De rechtbank acht de verklaring van aangever betrouwbaar, nu deze wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen, met name de inhoud van de WhatsApp berichten op de telefoon van verdachte en het NFI-rapport met betrekking tot de benzine. Hieruit volgt immers dat het veel waarschijnlijker is dat de in de woning aangetroffen benzine (in het flesje) en de in de auto van verdachte aangetroffen benzine (in de jerrycan) een gezamenlijke herkomst hebben
Verdachte heeft verklaard dat aangever tijdens hun ontmoeting benzine begon te snuiven, dat hij, verdachte, het flesje probeerde af te pakken en dat ze daarna in een worsteling terecht kwamen, waarbij aangever het letsel opliep. Verdachte heeft toen in paniek de woning verlaten. De overschrijving van het geldbedrag op de rekening van verdachte is de betaling voor de verleende seksuele diensten.
De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen, en dan met name de inhoud van de whatsapp-berichten op de telefoon van verdachte. De verdediging heeft niet nader onderbouwd, dan wel een begin van een verklaring gegeven, hoe het zou zijn dat die berichten niet door verdachte zouden zijn verzonden. Dit maakt dat de rechtbank vaststelt dat – aangezien het de telefoon van verdachte is – deze berichten ook door verdachte zijn verzonden toen hij aanwezig was in de woning van aangever. De berichten ondersteunen in zijn geheel de verklaring van aangever. Kortom, het voorgaande maakt dat de rechtbank komt tot wettig en overtuigend bewijs voor het ten laste gelegde.
Parketnummer 10/108110-21 [23]
Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1]
Op 27 oktober 2020, omstreeks 08:30 uur, heb ik mijn woning aan de [adres] te [woonplaats] verlaten via de voordeur. Op 27 oktober 2020, omstreeks 11:45 uur, kwam ik via de voordeur mijn woning binnen. Ik zag dat de volgende spullen weg waren genomen. [24]
Bijlage goederen
Object : Horloge
Aantal/eenheid : 2 stuks
Merk/type : Tommy Hilfiger
Bijzonderheden : 1 merk Tommy Hilfiger en één onbekend merk, herenhorloges
Object : Randapparatuur (Printer)
Object : keukenartikel (koffiezetapparaat)
Object : Persoonlijke V (Scheerapparaat)
Merk : Princess
Object : koffie
Bijzonderheden : zak koffiebonen [25]
De verklaring van aangever [benadeelde 1]
Een paar weken voor de diefstal zat ik op [website] .nl en daar zag ik een advertentie
van een man. Ik heb contact met hem gemaakt en we hebben met elkaar gechat via de website. [26] Dat leidde uiteindelijk tot die ontmoeting op de dag van de diefstal, 26 oktober 2020. Hij kwam die avond weer naar mijn huis. Hij is toen ook bij mij blijven slapen. Die ochtend haalde mijn collega mij thuis op om naar mijn werk te gaan.
Die collega zou mij om 08.00 uur ophalen maar hij was er al om 07.00 uur. Dat was
onverwachts. Die jongen stond op dat moment te douchen. Ik was van plan om die jongen
te vragen om voor die tijd te vertrekken maar dat ging dus niet meer omdat die
collega al voor de deur stond.
Hij zei: "Ik ben bijna klaar. Anders trek ik zo de deur wel achter mij dicht". Ik ging daarmee akkoord. Eenmaal op mijn werk bedacht ik mij dat ik stom was geweest. Ik ben daarna direct terug gegaan naar mijn huis. Ik kwam daar tussen 10.00 uur en 10.30 uur aan. Eenmaal in mijn huis zag ik dat die jongen weg was en dat hij spullen uit mijn huis had gestolen. [27] En er zaten goederen bij van mijn zoon. [28]
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9]
Op 21 februari 2021 ontving ik een email van [benadeelde 2] . In de email had hij een bijlage gevoegd van de weggenomen goederen, waarvan hij de eigenaar is. [29]
Lijst van zaken [benadeelde 2] :
Horloge: Tommy Hilfiger
Samsumg Galaxy S5 [30]
3. Samsung galaxy tab 2 10.1 inch
4. PSP-2004 slim & lite. [31]
5. TOMTOM Start 20 Series
6. Fles Bacardi Oakheart [32]
7. Fles: Santiago De Cuba
8. BEATS by DRE studio wireless koptelefoon [33]
9. Collectors pack bekende sigaren merken.
10. Doos sigaren Guantanamera [34]
11. Sigarenknipper [35]
12. E-reader KOBO AURA
12. Pokerset (Aluminium koffer met 5 kleuren fishes, 6 rode, transparante dobbelstenen, 2 kaarspellen en dealer chip) [36]
14. Diverse luchtjes (parfum/eau de toilette) [37]
Proces-verbaal forensisch onderzoek van verbalisant [verbalisant 10]
Op 28 oktober 2020 kwam ik, naar aanleiding van een diefstal in/uit een woning, voor een forensisch sporenonderzoek aan op de locatie [adres] , [woonplaats] . [38] Ter plaatse overhandigde de aangever mij een plastic zakje.
Ik zag dat er een sigarettenpeuk in dit plastic zakje zat.
De aangever deelde mede dat de dader(s) deze sigarettenpeuk in de woning had
Achtergelaten. De aangever de sigarettenpeuk met handschoenen in het plastic zakje
had gedaan. Ik heb deze sigarettenpeuk veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van het SIN
AAOD5926NL. [39]
Proces-verbaal identificatie van verbalisant [verbalisant 11]
Overzicht van de matchende DNA-profielen die bij het NFI zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster 50036.
Omschrijving onderzoeksmateriaal : een peuk
DNA-identiteitszegel : AAOD5926NL#01 50036.
Matchkans DNA-profiel : kleiner dan één op één miljard NFI-batchnummer
Omschrijving onderzoeksmateriaal : een referentiekaart van
[verdachte] (geboren op [1988] ). [41]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9]
Op 1 november 2020 werd de personenauto van het merk Renault, type Clio en
voorzien van het kenteken [kenteken ] van de verdachte in beslag genomen.
Op 2 november 2020 vond de doorzoeking van deze Renault plaats. In de Renault werden onder andere koffiezetapparaten, een tondeuse, blikjes frisdrank en veel dikke sigaren aangetroffen. Ik zag in het bedrijfsprocessensysteem dat het onderzoeksteam meerdere foto's had gemaakt van onder andere de bijrijdersstoel van de Renault. Ik zag op één van deze foto's onder andere een sigarendoos van het merk Guantanamera liggen. Ik zag op één deze foto's ook meerdere blikjes Cola en Fanta liggen. [42] Op 18 februari 2021 had ik telefonisch contact opgenomen met de aangever [benadeelde 1] . Desgevraagd verklaarde de aangever: "Uit mijn woning werden blikjes Cola en blikjes Fanta weggenomen.´ [43]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9]
Op 22 februari 2021 ontving ik een e-mail van de opsporingsambtenaar [verbalisant 7] .
Zij gaf aan dat zij een aantal losse parfumflesjes en flessen drank in de Renault van verdachte had zien liggen. [44]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9]
Gedurende het onderzoek werden de historische gegevens van het telefoonnummer
[telefoonnummer] , in gebruik bij de verdachte, opgevraagd en verstrekt. Ik verrichtte onderzoek aan deze historische gegevens. Ik zag onder andere het volgende: [45]
- tussen maandag 26 oktober 2020 - 23:44:48 uur en dinsdag 27 oktober 2020 - 08:28:56 uur had het telefoonnummer [telefoonnummer] de zendmast [adres] te [woonplaats] aangestraald;
Uit onderzoek kwam vast te staan dat de zendmast [adres] te
[woonplaats] in de directe omgeving ligt van de woning [adres]
te [woonplaats] . [46]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9]
Op 20 februari 2021 werd door de opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar] , in opdracht van mij, een onderzoek verricht in het opkopersregister. Ik zag dat de verdachte [verdachte] op dinsdag 27 oktober 2020 om 12:18 uur een E-reader van het merk Kobo Aura en een Poker set had verkocht bij het bedrijf [bedrijf] te [vestigingsplaats] . [47]
Conclusie
Op grond van de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde goederen weggenomen heeft.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de goederen gekregen heeft in ruil voor seks. Gelet op het tijdstip van verklaren (pas bij de inhoudelijke zitting) in combinatie met de goederen die onder verdachte zijn aangetroffen schuift de rechtbank deze verklaring als onaannemelijk terzijde. Het is volstrekt onaannemelijk dat aangever levensmiddelen, maar met name spullen waarvan zijn zoon eigenaar was, in ruil voor seks aan verdachte zou geven.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Parketnummer 16/274710-20
1.
in de periode van 31 oktober 2020 tot en met 1 november 2020 te Amersfoort, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, [slachtoffer] met geweld en bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte van een inlogcode (voor internetbankieren) toebehorende aan [slachtoffer] , welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- nadat hij, verdachte, de handen en de voeten van die [slachtoffer] , met [slachtoffer] instemming, had vastgebonden met een touw en/of tape en terwijl die [slachtoffer] op een matras in de woonkamer van zijn, [slachtoffer] , woning lag,
- (zonder toestemming van die [slachtoffer] ) op de rug van die [slachtoffer] is gaan zitten en zijn, verdachtes, arm (met kracht) om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan en die [slachtoffer] (met kracht) in een nekklem heeft vastgehouden en
- vervolgens die [slachtoffer] (met kracht) meerdere malen met een vuist op het gezicht enf het hoofd heeft geslagen en
- vervolgens, terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat, de telefoon van die [slachtoffer] heeft gepakt en de app van de Rabobank heeft geopend en
- terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat en die [slachtoffer] meerdere malen (met kracht) met de vuist op het gezicht en het hoofd heeft geslagen, die [slachtoffer] heeft gevraagd wat zijn inlogcodes voor voornoemde app zijn en
- vervolgens, terwijl die [slachtoffer] vastgebonden op het matras lag, benzine over het lichaam en de kleding van die [slachtoffer] en het matras heeft gesprenkeld en
- vervolgens die [slachtoffer] wederom heeft gevraagd wat zijn inlogcode voor voomoemde app is en tegen die [slachtoffer] heeft gezegd “Als jij de codes van je bank niet geeft steek ik je in de fik” en “Stil zijn, anders steek ik je in de fik" ,
2.
in de periode van 31 oktober 2020 tot en met 1 november 2020 te Amersfoort, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, een mobiele telefoon, die aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld door bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door - nadat hij, verdachte, de handen en de voeten van die [slachtoffer] , met [slachtoffer] instemming, had vastgebonden met een touw en tape en terwijl die [slachtoffer] op een matras in de woonkamer van zijn, [slachtoffer] , woning lag,
- zonder toestemming van die [slachtoffer] op de rug van die [slachtoffer] te gaan zitten en zijn, verdachtes, arm (met kracht) om de nek van die [slachtoffer] te doen en/of die [slachtoffer] met kracht in een nekklem vast te houden en
- vervolgens die [slachtoffer] met kracht meerdere malen met een vuist op het gezicht en het hoofd te slaan en
- terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat, de telefoon van die [slachtoffer] te pakken en de app van de Rabobank te openen en
- vervolgens, terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat en die [slachtoffer] meerdere malen met kracht met de vuist op het gezicht en het hoofd heeft geslagen, die [slachtoffer] te vragen wat zijn inlogcode voor voornoemde app is en/- vervolgens, terwijl die [slachtoffer] vastgebonden op het matras lag, benzine over het lichaam en de kleding van die [slachtoffer] en het matras te sprenkelen en
- vervolgens die [slachtoffer] wederom te vragen wat zijn inlogcodes voor voomoemde app is en tegen die [slachtoffer] te zeggen “Als jij de codes van je bank niet geeft steek ik je in de fik” en “Stil zijn, anders steek ik je in de fik”,
3.
op 1 november 2020 te Amersfoort of Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een geldbedrag, te weten in totaal ongeveer 190 euro, toebehorende aan [slachtoffer] , waarbij verdachte het weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten (door voornoemd geldbedrag over te schrijven op zijn, verdachtes, bankrekening) door middel van het gebruik van de app van de Rabobank (van [slachtoffer] ) ende (bijbehorende) inlogcode (van [slachtoffer] ) tot welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was;
Parketnummer 10/108110-21
primair
op 27 oktober 2020 te Rotterdam, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
- meerdere horloges (o.a. Tommy Hilfiger) en
- een printer en
- een koffiezetapparaat en
- een scheerapparaat (Princess) en
- een telefoon (Samsung Galaxy S5) en
- een tablet (Samsung Galaxy tab) en
- een spelcomputer (PSP-2004 slim & lite) en
- een navigatiesysteem (TOMTOM Start 20 Series) en
- meerdere flessen sterke drank en
- meerdere voedingsmiddelen en
- - een koptelefoon (Beats by DRE studio wireless) en
- meerdere sigaren en
- een sigarenknipper en
- een E-reader (KOBO AURA) en
- een pokerset en
- meerdere parfums,
toebehoorden aan [benadeelde 1] of [benadeelde 2] , heeft weggenomen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Parketnummer 16/274710-20
Feit 1 afpersing;
Feit 2 diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
Feit 3 diefstal, waarbij de schuldige het weg nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
Parketnummer 10/108110-21
Primair diefstal

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 4 jaar, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit, in het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, aan verdachte een straf op te leggen gelijk aan het voorarrest met daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf, in combinatie met een taakstraf. De verdediging heeft daarbij gewezen op de omstandigheid dat verdachte een first offender is met betrekking tot ernstige vermogens- of gewelddelicten en op het tijdstip van vonnis wijzen bijna een jaar in voorlopige hechtenis zit.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte en aangever [slachtoffer] legden via internet contact en aangever ontving verdachte in zijn woning, met de bedoeling samen seks te hebben. Nadat aangever zich had laten vastbinden, oefende verdachte onverwachts geweld op hem uit. Hij sloeg en stompte hem, overgoot hem met benzine en dreigde hem in brand te steken, als aangever niet zijn inlogcode voor de Rabobank-app op zijn telefoon zou geven. Met de verstrekte inlogcode heeft verdachte geld overgemaakt naar zijn eigen bankrekening. Bij een andere aangever heeft verdachte, nadat hij bij die aangever was blijven slapen en aangever de woning verliet om naar zijn werk te gaan, een groot aantal goederen en voorwerpen uit de woning weggenomen.
Verdachte heeft hiermee ernstige feiten begaan. Hij stelde zich aanvankelijk vriendelijk en betrouwbaar op, zodat hij het vertrouwen van aangevers won en zij hem toelieten tot hun woning. Daarna bestal hij hen en aangever [slachtoffer] werd daarbij mishandeld en bedreigd, terwijl hij zich in een hulpeloze positie bevond. Door hem te overgieten met benzine en dreigen brand te stichten, stond aangever doodsangsten uit. Deze traumatische ervaring heeft zijn leven op de kop gegooid. De rechtbank neemt dit verdachte bijzonder kwalijk.
De persoon van verdachte
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een uittreksel uit de justitiële documentatie (het strafblad) van 15 juni 2021, waaruit blijkt dat verdachte een nagenoeg blanco strafblad heeft. Dit strafblad legt daarom bij de straftoemeting geen gewicht in de schaal.
Nadat verdachte geen openheid van zaken gaf en niet meewerkte aan het uitbrengen van een reclasseringsrapportage en NIFP-onderzoek, is hij geobserveerd in het Pieter Baan Centrum. Ook daaraan heeft verdachte geweigerd mee te werken. De deskundigen van het Pieter Baan Centrum kunnen daardoor geen uitspraken doen over de afwezigheid of aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis. Wel kan geconcludeerd worden dat geen sprake is van ernstige ontregelende psychiatrische problematiek, maar meer subtiele problematiek die bijvoorbeeld ingebed kan zijn in de (seksuele) identiteit en persoonlijkheid kan door deze weigerende opstelling niet worden uitgesloten.
De rechtbank was graag beter voorgelicht over de psyche van verdachte, maar als gevolg van zijn weigerende opstelling zal de rechtbank bij de strafoplegging uitgaan van de volledige toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De strafoplegging
Gelet op de hiervoor genoemde ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. Om verdachte ervan te weerhouden opnieuw (dergelijke) strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank een gedeelte van deze straf, te weten één jaar, voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren. Deze strafoplegging is gelijk aan de eis van de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- de mobiele telefoon (G2724760, grijs, merk Apple iPhone, chassisnr 00069897)
verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp zijn de onder 16/274710-20 bewezen verklaarde feiten voorbereid en begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten benzine (G2724998), plakband (G2725477), touw (G2725478) onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met behulp van deze voorwerpen zijn de onder 16/274710-20 feit 1 en 2 bewezen verklaarde feiten begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- personenauto met kenteken [kenteken ] (omschrijving G2724997, blauw, merk Renault, chassisnr, [chassisnummer] ) ;
- kleding/hoodie (omschrijving G2725509);
- kleding (omschrijving G2725510);
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten
  • mobiele telefoon, merk Motorola (omschrijving G2725008, blauw);
  • spijkerbroek (G2734648)
aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van dit voorwerp kan worden aangemerkt, te weten aangever [slachtoffer] .

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.708,71. Dit bedrag bestaat uit € 708,71 materiële schade en € 2.000,-- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 16/274710-20 ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de gehele vordering aan de benadeelde partij kan worden toegewezen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en daarom heeft hij ook bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering moet worden verklaard. Subsidiair verzocht hij, in het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, het immateriële deel te matigen tot € 750,00. De raadsman heeft daarbij aansluiting gezocht bij een woningoverval (vindplaats: ECLI:NL:RBROT:2018:1135), waarin dat bedrag is toegewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 16/274710-20 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 2.708,71 (bestaande uit € 708,71 materiële schade en € 2.000,00 immateriële schade) en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 01 november 2020 tot de dag van volledige betaling. De benadeelde partij heeft gelet op artikel 6:106 aanhef en onder b BW recht op immateriële schade en de gevorderde hoogte van de immateriële schade is in aansluiting bij wat in gelijksoortige zaken wordt toegewezen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.708,71, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 01 november 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 37 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 33b, 36f, 57, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
1 (een) jaarniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp
verbeurd:
 de mobiele telefoon (G2724760, grijs, merk Apple iPhone, chassisnr 00069897);
- verklaart de volgende voorwerpen
onttrokken aan het verkeer:
  • benzine (G2724998);
  • plakband (G2725477);
  • touw (G2725478)
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
  • personenauto met kenteken [kenteken ] (G2724997, blauw, merk Renault, chassisnr, [chassisnummer] ) ;
  • kleding/hoodie ( G2725509);
  • kleding (G2725510);
- gelast de
teruggave aan de rechthebbende,te weten [slachtoffer] , van de volgende voorwerpen:
  • mobiele telefoon, merk Motorola, blauw (G2725008);
  • spijkerbroek (G2734648);
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.708,71;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 01 november 2020 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van aan de Staat € 2.708,71 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 01 november 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 37 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mrs. E.H.M. Druijf en M. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van D.G.W. van de Haar-Kleijer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2021.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt op de dagvaarding met parketnummer
16/274710-20ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2020 tot en met 1 november 2020 te Amersfoort, althans in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, [slachtoffer] met geweld en/of bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte van een of meerdere inlogcodes (voor internetbankieren) en/of informatie over de locatie van een bankpas (van de Rabobank), in elk geval gegevens en/of enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- nadat hij, verdachte, de handen en/of de voeten van die [slachtoffer] , met [slachtoffer] instemming, had vastgebonden met een touw en/of tape en
terwijl die [slachtoffer] op een matras in de woonkamer van zijn, [slachtoffer] , woning lag,
- (zonder toestemming van die [slachtoffer] ) op de rug van die [slachtoffer] is gaan zitten en/of zijn, verdachtes, arm (met kracht) om de nek van die [slachtoffer]
heeft gedaan en/of die [slachtoffer] (met kracht) in een nekklem heeft vastgehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (met kracht) een of meerdere malen met een vuist op het gezicht en/of het hoofd en/of in/op de buik en/of op de
borst, althans op het lichaam heeft gestompt/geslagen en/of
- (vervolgens), terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat, de telefoon van die [slachtoffer] heeft gepakt en/of de app van de Rabobank
heeft geopend en/of
- (vervolgens), terwijl hij, verdachte, op de nig van die [slachtoffer] zat en/of die tiekker een of meerdere malen (met kracht) met de vuist op het
gezicht en/of het hoofd en/of in/op de buik en/of op de borst, althans op het lichaam heeft gestompt/geslagen, die [slachtoffer] heeft gevraagd waar
de bankpas van die [slachtoffer] was en/of wat zijn inlogcodes voor voornoemde app /internetbankieren is/zijn en/of
- (vervolgens), terwijl die [slachtoffer] (vastgebonden) op het matras lag, benzine, althans een vloeistof, over het lichaam en/of de kleding van die
en/of het matras heeft gesprenkeld en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (wederom) heeft gevraagd waar de bankpas van die [slachtoffer] was en/of wat zijn inlogcodes voor voomoemde
app/internetbankieren is/zijn en/of tegen die [slachtoffer] heeft gezegd “Als jij de codes van je bank niet geeft steek ik je in de fik” en/of “Geef mij
de code van je Rabo-app, anders houd ik er vuur bij" en /of “Stil zijn, anders steek ik je in de fik", althans woorden van gelijke (dreigende)
aard en/of strekking,
- terwijl door de gewelddadige handelingen van verdachte die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, zijnde een of meerdere gebroken
en/of gekneusde, rib (ben) en/of een gescheurd kraakbeen van/in het linker oor en/of een hematoom op het achterhoofd en/of een wond op
de linkerzijde van het hoofd (die gehecht diende te worden) en/of een gebreken tand en/of een losse tand;
( art 312 lid 2 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2020 tot en met 1 november 2020 te Amersfoort, althans in Nederland, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, een mobiele telefoon en/of een bankpas (van de Rabobank), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen terwijl deze diefstal werd voorafgegaan! en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- nadat hij, verdachte, de handen en/of de voeten van die [slachtoffer] , met [slachtoffer] instemming, had vastgebonden met een touw en/of tape en
terwijl die [slachtoffer] op een matras in de woonkamer van zijn, [slachtoffer] , woning lag,
- (zonder toestemming van die [slachtoffer] ) op de rug van die [slachtoffer] te gaan zitten en/of zijn, verdachtes, arm (met kracht) om de nek van die
te doen en/of die [slachtoffer] (met kracht) in een nekklem vast te houden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (met kracht) ;en of meerdere malen met een vuist op het gezicht en/of het hoofd e» /of in/op de buik en/of op de
borkt, althans op het lichaam te stompen/slaan en/of
- (vervolgens), terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat, de telefoon van die [slachtoffer] te pakken en/of de app van de Rabobank te
openen en/of
- (vervolgens), terwijl hij, verdachte, op de rug van die [slachtoffer] zat en/of die [slachtoffer] een of meerdere malen (met kracht) met de vuist op het
gezicht en/of het hoofd en/of in/op de buik en/of op de borst, althans op het lichaam heeft gestompt/geslagen, die [slachtoffer] te vragen waar de
bankpas van die [slachtoffer] was en/of wat zijn inlogcodes voor voornoemde app/internetbankieren zijn en/of
- (vervolgens), terwijl die [slachtoffer] (vastgebonden) op het matras lag, benzine, althans een vloeistof, over het lichaam en/of de kleding van die
en/of het matras te sprenkelen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (wederom) te vragen waar de bankpas van die [slachtoffer] was en/of wat zijn inlogcodes voor voomoemde
app/internetbankieren is/zijn en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen “Als jij de codes van je bank niet geeft steek ik je in de fik” en/of “Geef mij de
code van je Rabo-app, anders houd ik er vuur bij” en /of “Stil zijn, anders steek ik je in de fik”, althans woorden van gelijke (dreigende)
aard en/of strekking, (waarna die [slachtoffer] aan verdachte heeft verteld waar de bankpas lag)
- terwijl door de gewelddadige handelingen van verdachte die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, zijnde een of meerdere gebroken
en/of gekneusde, rib(ben) en/of een gescheurd kraakbeen van/in het linker oor en/of een hematoom op het achterhoofd en/of een wond op
de linkerzijde vai| het hoofd (die gehecht diende te worden) en/of een gebroken tand en/of een losse tand;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 4
Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 1 november 2020 te Amersfoort en/of Rotterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een geldbedrag, te weten in totaal ongeveer 190 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte, waarbij verdachte het weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten (door voornoemd geldbedrag over te schrijven op zijn, verdachtes, bankrekening) door middel van het gebruik van een bankpas (van [slachtoffer] ) en/of de app van de Rabobank (van [slachtoffer] ) en/of de (bijbehorende) inlogcode(s) (voor internetbankieren) (van [slachtoffer] ) tot welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
Aan verdachte wordt op de dagvaarding met parketnummer
10/108110-21ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 oktober 2020 te Rotterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
- een of meerdere horloge(s) (o.a. Tommy Hilfiger) en/of
- een printer en/of
- een koffiezetapparaat en/of
- een scheerapparaat (Princess) en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S5) en/of
- een tablet (Samsung Galaxy tab) en/of
- een spelcomputer (PSP-2004 slim & lite) en/of
- een navigatiesysteem (TOMTOM Start 20 Series) en/of
- een of meerdere fles(sen) sterke drank en/of
- een of meerdere voedingsmiddel(en) en/of
- een of meerdere (bier)gla(s)(z)(en) en/of
- een koptelefoon (Beats by DRE studio wireless) en/of
- een of meerdere siga(a)r(en) en/of
- een sigarenknipper en/of
- een E-reader (KOBO AURA) en/of
- een pokerset en/of
- een of meerdere parfum(s),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] ,
heeft weggenomen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 oktober 2020 te Rotterdam, althans in Nederland,
opzettelijk
- een of meerdere horloge(s) (o.a. Tommy Hilfiger) en/of
- een printer en/of
- een koffiezetapparaat en/of
- een scheerapparaat (Princess) en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S5) en/of
- een tablet (Samsung Galaxy tab) en/of
- een spelcomputer (PSP-2004 slim & lite) en/of
- een navigatiesysteem (TOMTOM Start 20 Series) en/of
- een of meerdere fles(sen) sterke drank en/of
- een of meerdere voedingsmiddel(en) en/of
- een of meerdere (bier)gla(s)(z)(en) en/of
- een koptelefoon (Beats by DRE studio wireless) en/of
- een of meerdere siga(a)r(en) en/of
- een sigarenknipper en/of
- een E-reader (KOBO AURA) en/of
- een pokerset en/of
- een of meerdere parfum(s),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten door als gast in de woning van die [benadeelde 1] te verblijven, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
( art 321 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 03 november 2020, genummerd MD3RO20150 1GA20Buur, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 404 alsmede enkele losbladige geschriften waaronder een rapport van het NFI inzake chemisch brandonderzoek rapport van 26 februari 2021. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte, pagina 46
3.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 47
4.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 48
5.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 49
6.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 57
7.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 58
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 73
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 75
10.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 77
11.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 79
12.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 94
13.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 95
14.Een geschrift, te weten een verklaring van dr. G.D.J. van Olden, chirurg-traumaloog, pagina 303
15.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 69
16.Een geschrift, te weten een KVI, genummerd PL0900-2020355247-14, pagina 320
17.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 91
18.Proces-verbaal forensische onderzoek voertuig, genummerd PL09002020355247-15, ongenummerde bijlage bij Relaas proces-verbaal Forensisch Onderzoek, d.d. 14 maart 2021
19.Een geschrift, te weten een rapport van 26 februari 2021, opgesteld door dr. M.M.P. Grutters, NFI-deskundige chemisch brandonderzoek rapport van het NFI van 26 februari 2021, opgesteld door dr. M.M.P. Grutters, NFI-deskundige chemisch brandonderzoek
20.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 135
21.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 137
22.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 191A en 192
23.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 april 2021, genummerd 2020350857, opgemaakt door Nationale Politie, Recherche Rijnmond-Noord, doorgenummerd 1 tot en met 66. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
24.Proces-verbaal van aangifte, pagina 1
25.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 4
26.Proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 41
27.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 42
28.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 43
29.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 29
30.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 30
31.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 31
32.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 32
33.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 33
34.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 34
35.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 35
36.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 36
37.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 37
38.Proces-verbaal forensisch onderzoek, pagina 6
39.Voornoemd proces-verbaal, pagina 7
40.Rapport van 17 december 2020, opgesteld door ing. S. Huisman, NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, pagina 11 en 12
41.Bijlage bij voornoemd bewijsmiddel, pagina 13
42.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 19
43.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 20
44.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 38
45.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 39
46.Voornoemd bewijsmiddel, pagina 40
47.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 23