ECLI:NL:RBMNE:2021:5187

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
9040511 UC EXPL 21-1523
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur en betwisting van gedeclareerde uren in het kader van een overeenkomst van opdracht met een makelaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een makelaar, aangeduid als [eiseres] B.V., en haar cliënten, [gedaagde sub 1] c.s. De procedure betreft een overeenkomst van opdracht waarbij [eiseres] B.V. [gedaagde sub 1] c.s. heeft begeleid bij de aankoop van een woning in Italië. De cliënten hebben een appartement gekocht, maar hebben de eindafrekening van de makelaar van € 2.108,90 niet betaald, omdat zij ontevreden waren over de geleverde diensten en de gedeclareerde uren betwisten. De kantonrechter heeft de zaak mondeling behandeld op 25 augustus 2021 en heeft op 6 oktober 2021 vonnis gewezen. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] B.V. voldoende heeft onderbouwd dat de gedeclareerde uren rechtmatig waren en dat de cliënten niet aannemelijk hebben gemaakt dat de makelaar tekort is geschoten in haar dienstverlening. De vordering in conventie tot betaling van het openstaande factuurbedrag werd toegewezen, terwijl de vordering in reconventie van [gedaagde sub 1] c.s. werd afgewezen. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van [eiseres] B.V. toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9040511 UC EXPL 21-1523 DS/1286
Vonnis van 6 oktober 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: Huys Juristen,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
verder gezamenlijk in mannelijk enkelvoud ook te noemen [gedaagde sub 1] c.s.,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. P.J. van der Vlerk,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de zogenoemde akte antwoord in reconventie
De kantonrechter heeft de zaak mondeling behandeld op 25 augustus 2021 via beeldbellen. De gemachtigde van [gedaagde sub 1] c.s. heeft vooraf pleitaantekeningen toegestuurd, waarvan ook [eiseres] kennis heeft genomen. Die aantekeningen zijn als voorgehouden beschouwd tijdens de mondelinge behandeling. Van wat er verder aan de orde is gekomen heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
De kantonrechter had gezegd dat vonnis zou worden gewezen op 22 september 2021. Dat is wegens vakantie en andere werkzaamheden helaas niet gelukt. Daarom is bepaald dat vandaag de uitspraak zal zijn.

2.Waar gaat het over?

2.1.
Partijen hebben afgesproken dat [eiseres] [gedaagde sub 1] c.s. zou begeleiden bij het zoeken naar en aankopen van een (tweede) woning in Italië. Die afspraken hebben ze vastgelegd in een overeenkomst van opdracht die op 13 maart 2019 is getekend (hierna: de overeenkomst).
2.2.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft op 8 mei 2019 van mevrouw [A] een appartement gekocht aan het [.] in [naam gemeente] (hierna: het appartement) voor een bedrag van € 124.000,00. Dat appartement is geleverd op 25 juli 2019 buiten aanwezigheid van [eiseres] . De notariële akte is in het Engels opgesteld en de contacten met de notaris zijn rechtstreeks geweest. [eiseres] heeft daar weinig bemoeienis mee gehad, maar heeft wel weten te bewerkstelligen dat de koopsom is verlaagd met € 1.000,00 naar € 123.000,00.
2.3.
[eiseres] heeft voor de door haar verrichte en te verrichten werkzaamheden op 7 juli 2019 een in de Italiaanse taal opgestelde voorschotdeclaratie gestuurd van € 5.703,50 incl IVA (de Italiaanse equivalent van BTW), waarin het aantal gemaakte/te maken uren is ingeschat op 55 uur. [gedaagde sub 1] c.s. heeft die betaald. Op 11 december 2019 heeft [eiseres] aan [gedaagde sub 1] c.s. een eindafrekening, eveneens in de Italiaanse taal, gestuurd voor een bedrag van € 2.108,90 (inclusief IVA). Die factuur weigert [gedaagde sub 1] c.s. te betalen omdat hij niet tevreden is over de verrichte werkzaamheden. Hij stelt bovendien schade te hebben geleden door toedoen van [eiseres] .

3.Wat vorderen partijen?

Vordering in conventie

3.1.
[eiseres] vordert betaling van het openstaande factuurbedrag (€ 2.108,90) en de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met de wettelijke rente.
[eiseres] stelt dat conform overeenkomst van opdracht de gewerkte uren in rekening zijn gebracht. Die uren zijn gespecificeerd in prod. 13 bij dagvaarding. Het betreft 65,67 uur werk en 7,83 uur reistijd. Daarnaast zijn reistijd en kosten in rekening gebracht. Er is ook een goed resultaat behaald:
  • [gedaagde sub 1] c.s. heeft een woning gevonden en is begeleid bij de aankoop ervan.
  • [gedaagde sub 1] c.s. heeft niet de gebruikelijke makelaarskosten bij aankoop (3% van de koopsom ex IVA met een minimum van € 5.000,00 ex BTW, courtage voor de makelaar wordt in Italië normaliter deels doorbelast aan de koper) hoeven betalen en
  • [eiseres] heeft € 1.000,00 in mindering op de koopsom weten te krijgen.
Vordering in reconventie (na vermindering van eis)
3.2.
[gedaagde sub 1] c.s. vordert betaling van:
  • € 3.264,87 wegens onverschuldigde betaling
  • € 717,56 aan schadevergoeding door een tekortkoming van [eiseres] .
vermeerderd met de wettelijke rente.
[gedaagde sub 1] c.s. onderbouwt zijn vordering door uit te leggen dat [eiseres] met een vork uren heeft geschreven. [gedaagde sub 1] c.s. heeft in een excelbestand dat hij van de urenspecificatie heeft gemaakt bij vrijwel iedere tijdseenheid die geregistreerd is commentaar geplaatst en geconcludeerd dat de geschreven uren ongeloofwaardig zijn. [gedaagde sub 1] c.s. voelt zich bedrogen en wil alleen betalen wat volgens hem de redelijke uren zijn die voor de geleverde diensten gemaakt kunnen zijn. Hij vindt daarom dat hij recht heeft op terugbetaling van € 3.264,87.
[gedaagde sub 1] c.s. vindt daarnaast dat [eiseres] als volgt tekort is geschoten in zijn dienstverlening. [eiseres] heeft [gedaagde sub 1] c.s. geadviseerd een Italiaanse bankrekening te openen terwijl dat achteraf bezien niet nodig bleek. De kosten daarvan zijn € 390,83.Daarnaast is geadviseerd een opstalverzekering af te sluiten terwijl ook dat niet nodig was omdat de VVE van het complex waarin het appartement zit ook een opstalverzekering heeft afgesloten. Daardoor is onnodig een jaar verzekeringspremie betaald. De kosten daarvan zijn € 326,73.

4.Wat de kantonrechter er van vindt

4.1.
De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling al een voorlopig oordeel gegeven. Nadat de zaak wat bezonken was heeft de kantonrechter dit voorlopige oordeel nog eens tegen het licht gehouden en zij komt niet tot een andere conclusie voor wat betreft de door [gedaagde sub 1] c.s. te betalen uren. Dat betekent dat zij de vordering in conventie op dit punt zal toewijzen en in reconventie zal afwijzen. De kantonrechter vindt namelijk dat [eiseres] voldoende heeft onderbouwd dat hij op grond van de gemaakte afspraken recht heeft op betaling van de einddeclaratie die hij heeft gestuurd en dat het verweer daartegen niet opgaat. [gedaagde sub 1] c.s. heeft in reconventie de tekortkoming niet aannemelijk weten te maken. Die vordering zal dus worden afgewezen. De kantonrechter zal hierna uitleggen hoe zij tot deze conclusie is gekomen.
Het wettelijk kader
4.2.
Bij een overeenkomst van opdracht geldt als uitgangspunt dat de opdrachtgever, [gedaagde sub 1] c.s., loon verschuldigd is. Als de hoogte daarvan niet door partijen is bepaald is het op de gebruikelijke wijze berekend loon of, als dat niet kan worden vastgesteld, een redelijk loon verschuldigd (artikel 7:405 BW). In dit geval is overeengekomen dat de uren die [eiseres] voor [gedaagde sub 1] c.s. zou maken op basis van een vast uurloon in rekening zouden worden gebracht. [eiseres] heeft op basis van het overeengekomen uurloon uren in rekening gebracht die zij heeft gespecificeerd en dus conform hetgeen is overeengekomen gehandeld. Omdat de overeenkomst duidelijk is en overigens niet ter discussie staat moet [gedaagde sub 1] c.s. in beginsel betalen wat in rekening is gebracht, tenzij zou komen vast te staan dat [eiseres] de gedeclareerde uren niet heeft gemaakt. Het is dus niet zo dat uitgangspunt in deze zaak zou moeten zijn wat een redelijk loon is.
Voldoet de onderbouwing van het gedeclareerde uurloon? Ja
4.3.
[eiseres] heeft toegelicht dat de schatting die zij in de voorschotdeclaratie had gemaakt van het aantal in rekening te brengen uren, gebaseerd is op het gemiddelde aantal uren dat wordt besteed aan de bemiddeling bij de totstandkoming van een eenvoudige koopovereenkomst (50-60 uur). In dit geval deed zich echter een complicatie voor. De feitelijke situatie in de woning week af van wat op tekening stond (de vergunde situatie) en dus bij de gemeente bekend was. In aanvulling op de overeenkomst heeft [eiseres] bovendien nog werkzaamheden verricht om [gedaagde sub 1] c.s. aan te melden voor een aansluiting op de nutsvoorzieningen. Dat soort dienstverlening wil [eiseres] nu niet meer voor haar klanten verrichten omdat het heel bewerkelijk is. Dit verklaart, zegt zij, het verschil tussen 55 uur en 67 uur. [eiseres] heeft ook uitgelegd dat het sluiten van een koopovereenkomst en de levering van een onroerend goed in Italië anders werkt dan in Nederland. Zo moet onder andere voor de aankoop van een woning een zogenaamde proposta (de kantonrechter begrijpt: een aanbiedingsvoorstel) worden geschreven. Er moeten onder andere gegevens fysiek worden opgehaald uit het kadaster en bij de gemeente en tekeningen en vergunningen van de gemeente moeten worden vergeleken met de situatie ter plaatse. Voor [gedaagde sub 1] c.s. is ook de noodzakelijke Codice Fiscale aangevraagd. De toelichting van [eiseres] komt erop neer dat praktisch gezien het sluiten van een koopovereenkomst in Italië een stroperig proces is dat veel overleg met instanties vergt, waarbij rekening moet worden gehouden met veel wachttijd bij het ophalen van zaken. [eiseres] werkte daarom samen met een bevriende, plaatselijke makelaar [B] . Die heeft in Italië de vereiste praktische werkzaamheden verricht en via [eiseres] is daarover contact onderhouden met [gedaagde sub 1] c.s.. Wat in dit geval specifieke aandacht heeft gevraagd en gekregen, is dat zonder vergunning een wand in het appartement geplaatst was, waardoor het feitelijk niet een tweekamer- maar een eenkamerappartement was. Ook de trap die was aangebracht week af van wat op tekening stond. In zo’n geval moet de klant worden gewezen op de risico’s daarvan en zo mogelijk naar een oplossing worden gezocht.
4.4.
De kantonrechter vindt de toelichting die [eiseres] op de urenspecificatie heeft gegeven goed onderbouwd.
Slaagt het verweer dat de gespecificeerde uren niet zijn gemaakt? Nee
4.5.
De toelichting die [eiseres] heeft gegeven is voor [gedaagde sub 1] c.s. onvoldoende. De stroperigheid van instanties in Italië wordt zijns inziens overdreven en de afwijkingen van de vergunningen stelden niet veel voor. Het feit dat er een illegale wand was geplaatst en dat het appartement dus niet als een tweekamerappartement te boek mag staan vond hij niet relevant. Het was ook eenvoudig op te lossen door in plaats van de wand een boekenkast te plaatsen. [gedaagde sub 1] c.s. vindt het onaannemelijk dat het invullen van formulieren voor een bedrijf met de deskundigheid die [eiseres] beweert te hebben (specialist in de aankoop van een tweede woning in Italië) onaannemelijk. Bovendien is [gedaagde sub 1] c.s. zelf pro actief bezig geweest door zelf de overdracht te regelen met de notaris in de Engelse taal, waardoor [eiseres] niet bij de feitelijke overdracht aanwezig hoefde te zijn. Dat een overdracht in de Engelse taal weer met zich bracht dat [eiseres] daarin moest bemiddelen (zoals door [eiseres] toegelicht), kan volgens [gedaagde sub 1] c.s. niet tot noemenswaardige kosten hebben geleid. [gedaagde sub 1] c.s. is er daarom van overtuigd dat de manier waarop [eiseres] werkt (waarbij het feitelijke werk wordt uitbesteed aan [B] ) tot onnodige tijd en kosten heeft geleid en/of dat [eiseres] met de vork haar uren heeft geschreven. De urenspecificatie die [eiseres] heeft overgelegd stelt [gedaagde sub 1] c.s. daarom ter discussie en hij wil per geregistreerde tijd een nadere onderbouwing van de tijdbesteding, dus, zo begrijpt de kantonrechter, een weergave van de mails die zijn verstuurd, verslagen van telefoongesprekken die zijn gevoerd en andere relevante toelichtingen. Volgens [eiseres] is dit ondoenlijk, al was het maar omdat zij 364 mailtjes in zijn mailbox heeft zitten over de bemiddeling bij dit appartement. Zij heeft [gedaagde sub 1] c.s. aangeboden een en ander inzichtelijk te maken en toe te lichten op haar kantoor, maar daar wilde [gedaagde sub 1] c.s. niet op in gaan. [gedaagde sub 1] c.s. heeft bij de mondelinge behandeling volhard in zijn standpunt dat hij meer informatie in het geding gebracht wil zien over de besteding van de gespecificeerde uren.
4.6.
De kantonrechter voorziet dat iedere verdere specificatie/toelichting van de uren die [eiseres] heeft gefactureerd, enkel tot verdere discussie zal leiden tussen partijen, omdat bij [gedaagde sub 1] c.s. de overtuiging leeft dat hij bedrogen is. Dat werd ook duidelijk bij de mondelinge behandeling. Bij iedere toelichting die [eiseres] gaf om uit te leggen waaraan de in haar administratie geregistreerde uren zijn besteed, volgde de reactie van [gedaagde sub 1] c.s. dat dat ongeloofwaardig is. Het komt er dus feitelijk op neer dat [gedaagde sub 1] c.s. wil dat zijn interpretatie van wat een redelijk aantal uren zou zijn geweest dat in rekening zou mogen zijn gebracht zwaarder zou moeten wegen dan de urenregistratie waarop [eiseres] haar declaraties baseert. De kritiek die [gedaagde sub 1] c.s. bij vrijwel ieder gespecificeerde minuut plaatst komt er namelijk op neer dat hij het aantal geschreven minuten veel te hoog vindt voor het werk dat uit de specificatie blijkt, zich bepaalde telefoongesprekken niet kan herinneren of zich geen voorstelling bij de betreffende werkzaamheden kan maken. Die kritiek vindt de kantonrechter in het licht van de gemotiveerde toelichting onvoldoende en maakt niet dat de opgave die [gedaagde sub 1] c.s. geeft van het aantal uren dat volgens hem hoogstens kan zijn gemaakt reëel is.
[gedaagde sub 1] c.s. kan dus niet volstaan met de stelling dat [eiseres] maar moet bewijzen dat de uren zijn gemaakt. Dat is niet genoeg om de vordering te weerspreken. Voor zover [gedaagde sub 1] c.s. vindt dat [eiseres] hem beter moet informeren over de onderbouwing van haar declaratie, zodat hij zich daartegen beter had kunnen verweren, geldt dat dit aan [gedaagde sub 1] c.s. is aangeboden, maar dat [gedaagde sub 1] c.s. daarvan geen gebruik heeft willen maken. Daarvoor is het dus in dit stadium van het geding te laat.
4.7.
De conclusie zou anders kunnen zijn als de kantonrechter aanknopingspunten zou hebben dat [eiseres] in dit geval in strijd met de redelijkheid en billijkheid (die iedere contractspartij in acht moet nemen) zou hebben gehandeld. Maar die aanknopingspunten heeft de kantonrechter niet. In dit verband overweegt de kantonrechter het volgende.
4.7.1.
In de overeenkomst staat zeer uitvoerig beschreven wat [gedaagde sub 1] c.s. van [eiseres] kon verwachten qua dienstverlening. Dat die diensten niet correct zijn geleverd is niet gebleken. [gedaagde sub 1] c.s. heeft heel snel, sneller dan verwacht, via de bemiddeling van [eiseres] een tweede woning in Italië gevonden en geleverd gekregen waar hij heel blij mee is.
4.7.2.
[eiseres] heeft de uren die zij op grond van de overeenkomst in rekening zou kunnen brengen in de voorschotdeclaratie geschat op 55 uur. [gedaagde sub 1] c.s. heeft die factuur zonder protest betaald. Desgevraagd heeft hij bij de mondelinge behandeling verklaard dat hij er op dat moment ook vanuit ging dat dit aantal uren redelijk was. Het is heel gek dat hij daar dan helemaal op terugkomt als hij een urenspecificatie ontvangt die grotendeels daarbij aansluit en dan de redelijkheid van de uren ter discussie gaat stellen. Uit de overgelegde urenspecificatie blijkt bovendien dat de voorschotdeclaratie en de nadien gemaakte uren passen bij de toelichting die gegeven is op de aard en de omvang van de werkzaamheden.
Ten tijde van het versturen van de voorschotdeclaratie was het grootste gedeelte van de gefactureerde uren al gemaakt was. [eiseres] heeft namelijk tot 7 juli 2019 (het moment waarop de voorschotdeclaratie is gestuurd) 3080 minuten geregistreerd op dit dossier. Dat komt neer op 51,33 uur. Vervolgens zijn er nog ongeveer 495 minuten besteed aan het begeleiden van het transport van de woning en betalingsperikelen verband houdend met een eerdere aanbetaling en korting die [eiseres] voor [gedaagde sub 1] c.s. bedongen heeft. Dat komt neer op 8,25 uur. Tenslotte zijn er nog 365 minuten besteed aan de kwestie van de nutsvoorzieningen. Dat is ongeveer 6 uur.
4.7.3.
[gedaagde sub 1] c.s. zou als hij zelf, dus zonder bemiddeling van [eiseres] , in Italië het appartement had willen kopen ook verplicht zijn geweest een makelaar in de arm te nemen die minimaal € 5.000,00 exclusief IVA in rekening zou hebben gebracht. Die zou tegen dezelfde complicaties aan zijn gelopen als [eiseres] voor wat betreft de afwijking van de feitelijke situatie ten opzichte van de vergunde situatie. De kantonrechter begrijpt verder dat het inschakelen een geometra, architetto of technico onvermijdelijk was geweest. Bovendien sprak [gedaagde sub 1] c.s. destijds de Italiaanse taal niet. Hij zou zich dus moeten hebben laten bijstaan door een tolk. Dat [gedaagde sub 1] c.s. in dat geval goedkoper uit zou zijn geweest acht de kantonrechter niet aannemelijk. De kantonrechter is het met [gedaagde sub 1] c.s. eens dat 6 uur voor het invullen van een formulier voor het regelen van een aansluiting op de nutsvoorzieningen fors lijkt. Maar daar staat tegenover dat iedereen inmiddels de nodige ervaring heeft met de ondoorgrondelijke wegen die soms moeten worden bewandeld om bij de juiste persoon terecht te komen om dit soort dingen geregeld te krijgen. De stelling van [gedaagde sub 1] c.s. dat hij van een specialist op het gebied van het aankopen van tweede woningen in Italië mag verwachten dat hij deskundig is, gaat niet op voor dit aspect. Daarvoor is namelijk een nadere opdracht gegeven en dit hoort niet tot het normale takenpakket van een bemiddelend makelaar.
4.8.
De conclusie is dan ook dat de vordering in conventie als voldoende onderbouwd en onvoldoende gemotiveerd betwist zal worden toegewezen. De vordering in reconventie tot terugbetaling van onverschuldigd betaald loon zal worden afgewezen.
Is [eiseres] tekort geschoten in zijn advies over de opstalverzekering en het openen van een Italiaanse bankrekening? Dat is niet aannemelijk gemaakt
4.9.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft gesteld dat hem, nadat hij een bankrekening had geopend, duidelijk is geworden dat je in Italië prima uit de voeten kunt met een Nederlandse bankrekening. [eiseres] heeft daartegen in gebracht dat het haar ervaring is dat een Italiaanse bankrekening voor veel praktische zaken wenselijk is. Volgens haar is bijvoorbeeld voor het goed en snel kunnen uitvoeren van een omzetting nutsvoorziening, een Italiaanse bankrekening essentieel. Daarom heeft [eiseres] ook het advies gegeven om een bankrekening in Italië te openen.
4.10.
De kantonrechter vindt niet voldoende onderbouwd dat [eiseres] in haar advisering tekort is geschoten. De kantonrechter acht aannemelijk dat het voor huizenbezitters in Italië om allerlei praktische redenen wenselijk kan zijn te beschikken over een Italiaanse bankrekening in contacten met de overheid of semi-overheid. Dat het niet noodzakelijk is een bankrekening te hebben maakt dus niet zonder meer dat [eiseres] in haar advisering te kort is geschoten. Evenmin is duidelijk dat [gedaagde sub 1] c.s. op dit punt schade heeft geleden. De nutsvoorzieningen zijn namelijk, zo begrijpt de kantonrechter, geregeld vanuit de situatie dat [gedaagde sub 1] c.s. beschikte over een Italiaanse bankrekening. Het hebben van die bankrekening kan dus het voordeel hebben opgeleverd dat [eiseres] stelt dat het heeft. Dit deel van de vordering in reconventie zal dus worden afgewezen.
4.11.
[gedaagde sub 1] c.s. stelt dat zij ten onrechte een opstalverzekering heeft afgesloten. [eiseres] heeft dit betwist. Zij heeft toegelicht dat de VVE van het appartementencomplex alleen de gemeenschappelijke delen in de structuur van de woning verzekert. Een aanvullende verzekering is nodig om glazen wanden en vloeren en inbraakschade te verzekeren. Daarom heeft [eiseres] in haar ogen terecht een opstalverzekering geadviseerd. [gedaagde sub 1] c.s. heeft naar aanleiding van deze betwisting dit deel van zijn vordering niet nader onderbouwd terwijl dat wel had gemoeten. Ook dit deel van de vordering in reconventie zal dus worden afgewezen.
Conclusie
In conventie
4.12.
De vordering in hoofdsom (€ 2.108,90) zal worden toegewezen.
4.13.
[eiseres] maakt aanspraak op betaling van de buitengerechtelijke kosten tot een bedrag dat correspondeert met het toepasselijke Besluit buitengerechtelijke kosten (Bgk), zijnde € 316,34. Aan de overige vereisten die in het Bgk worden gesteld is voldaan. Dit bedrag zal dus worden toegewezen.
4.14.
De wettelijke rente over de hoofdsom zal zoals gevorderd worden toegewezen vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 1 januari 2020.
4.15.
[gedaagde sub 1] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 93,07
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde €
374,00(2 punten x tarief € 187,00)
Totaal € 974,07
In reconventie
4.16.
De vorderingen van [gedaagde sub 1] c.s. worden afgewezen.
4.17.
[gedaagde sub 1] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van [eiseres] worden die begroot op € 498,00 (2 punten x tarief van € 294,00).

5.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om aan [eiseres] tegen bewijs van kwijting te betalen € 2.425,24 met de wettelijke rente over € 2.108,90 vanaf 1 januari 2020 tot de voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 974,07, waarin begrepen € 374,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
5.4.
wijst de vordering af;
5.5.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 498,00 aan salaris gemachtigde;
5.6.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2021.