ECLI:NL:RBMNE:2021:5156

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 oktober 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
C/16/527297 / KL ZA 21-236
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van beslagen in kort geding tussen eisers en Boss Company B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, hebben eisers, [eisers c.s.], een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap Boss Company B.V. De eisers vorderen de opheffing van beslagen die medio 2018 door Boss Company ten laste van hen zijn gelegd. Deze beslagen zijn het gevolg van een geschil over de gebreken van een door eisers gehuurde woning van Boss Company, gelegen aan [adres 1] te [woonplaats]. De eisers stellen dat zij recht hebben op een huurkorting vanwege deze gebreken en dat zij aan alle verplichtingen uit eerdere rechterlijke uitspraken hebben voldaan.

De procedure begon met een dagvaarding op 13 september 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 oktober 2021, waarbij Boss Company niet verschenen was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eisers een spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen. De rechter heeft ook verwezen naar een eerder vonnis van de kantonrechter van 9 januari 2019, dat gedeeltelijk is bekrachtigd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 mei 2021. Dit arrest is in kracht van gewijsde gegaan, wat betekent dat partijen geen cassatie hebben ingesteld.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers niet onrechtmatig of ongegrond zijn. Daarom heeft de rechter besloten om de beslagen op te heffen en Boss Company te veroordelen in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.090,09. Het vonnis is op 26 oktober 2021 uitgesproken door mr. F.C. Burgers en is uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/527297 / KL ZA 21-236
Vonnis in kort geding van 26 oktober 2021
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

2.
[eiseres sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers, hierna tezamen te noemen: [eisers c.s.] ,
advocaat mr. M.G. Blokziel te Almere,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOSS COMPANY B.V.,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde, hierna te noemen: Boss Company,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 13 september 2021 met producties,
  • de mondelinge behandeling op 19 oktober 2021,
  • het tijdens de behandeling tegen Boss Company verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat het om?

2.1.
[eisers c.s.] wenst - kort gezegd - opheffing van de medio 2018 door Boss Company ten laste van [eisers c.s.] gelegde beslagen. De beslagen vloeien voort uit een geschil tussen partijen over de vraag of de door [eisers c.s.] met ingang van 1 december 2016 van Boss Company gehuurde woning gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats] gebreken vertoonde en of [eisers c.s.] om die reden aanspraak had op een korting op de huur. Partijen hebben daar gerechtelijke procedures over gevoerd.

3.De beoordeling

3.1.
Gelet op de aard van de vorderingen heeft [eisers c.s.] een voldoende spoedeisend belang om zijn vorderingen in kort geding te laten beoordelen.
3.2.
Het door de kantonrechter van deze rechtbank tussen partijen gewezen vonnis van 9 januari 2019 (6889064 / MC EXPL 18-3653) is door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 25 mei 2021 gedeeltelijk bekrachtigd en vernietigd (200.257.998/02). Partijen hebben geen cassatie ingesteld, zodat het arrest in kracht van gewijsde is gegaan.
3.3.
[eisers c.s.] stelt onweersproken en (door overlegging van beide uitspraken en een betalingsbewijs) onderbouwd dat hij aan alle uit de rechterlijke uitspraken voorvloeiende verplichtingen heeft voldaan en dat [eisers c.s.] meer aan Boss Company betaald heeft dan waar hij toe gehouden is.
3.4.
Ook maakt [eisers c.s.] (op grond van het als productie 13 overgelegde uittreksel van het kadaster van 3 augustus 2021) aannemelijk dat het op 15 mei 2018 door Boss Company gelegde beslag op het woonhuis van [eisers c.s.] ( [adres 2] te [woonplaats] ) nog steeds staat ingeschreven. Verder stelt [eisers c.s.] onweersproken dat Boss Company weigert de door haar gelegde beslagen op te (doen) heffen en dat de beslag leggende deurwaarder niet in opdracht van [eisers c.s.] de gelegde beslagen kan opheffen.
3.5.
Op grond van het voorgaande komt de voorzieningenrechter het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt de vordering als volgt toegewezen.
3.6.
Boss Company zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers c.s.] worden begroot op:
- betekening oproeping € 125,09
- griffierecht 309,00
- salaris advocaat
656,00
Totaal € 1.090,09

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
heft op het op 29 juni 2018 ten laste van [eisers c.s.] gelegde beslag op de onroerende zaak, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres 2] ,
4.2.
heft op de op 28 juni 2018 ten laste van [eisers c.s.] gelegde beslagen onder Van Lanschot Bankiers N.V. gevestigd te Den Bosch, mede kantoorhoudende te Amsterdam aan de Appololaan 150,
4.3.
heft op de op 28 juni 2018 ten laste van [eisers c.s.] gelegde beslagen onder de Coöperatieve Rabobank UA., gevestigd te Utrecht en mede kantoorhoudende te Amsterdam aan het Amstelplein 8, meer speciaal doch niet beperkt tot de navolgende rekeningen: [rekeningnummer] , [rekeningnummer] en [rekeningnummer] ,
4.4.
veroordeelt Boss Company in de proceskosten, aan de zijde van [eisers c.s.] tot op heden begroot op € 1.090,09, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.5.
veroordeelt Boss Company in de na dit vonnis ontstane kosten. Deze kosten worden begroot op:
  • € 163,00 aan salaris advocaat, onder de voorwaarde dat Boss Company niet binnen 14 dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,
  • op € 85,00 aan salaris advocaat alsmede de explootkosten van betekening van dit vonnis, indien vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening,
4.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Burgers en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2021. [1]

Voetnoten

1.type: TS (4428)