ECLI:NL:RBMNE:2021:5153
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in faillissementszaak
In deze wrakingszaak heeft verzoekster, die indirect bestuurder is van de failliete vennootschap [vennootschap] B.V., een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. P.J. Neijt, de rechter-commissaris in het faillissement. Verzoekster stelt dat de rechter haar verzoeken in het faillissement zonder motivering niet in behandeling heeft genomen en dat hij vooringenomen is. Dit zou blijken uit opmerkingen die de rechter tijdens een faillissementsverhoor heeft gemaakt, alsook uit zijn professionele contacten met de curator en zijn lidmaatschap van de redactie van een juridisch tijdschrift samen met de curator. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 36 Rv en artikel 6 EVRM. De wrakingskamer oordeelt dat de rechter-commissaris niet partijdig is en dat de procedurele beslissingen van de rechter geen grond voor wraking opleveren. De wrakingskamer verklaart het verzoek tot wraking ongegrond en bepaalt dat de procedure van verzoekster met zaaknummer 20/275 F voortgezet dient te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.