ECLI:NL:RBMNE:2021:515
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkgever, een besloten vennootschap, en een werknemer. De werknemer, die sinds 24 juli 2017 in dienst was, had zich ziek gemeld tijdens zijn vakantie in Sierra Leone, maar reageerde vervolgens niet op herhaalde oproepen van de werkgever en de arbodienst. De werkgever heeft geprobeerd contact op te nemen via verschillende kanalen, maar de werknemer bleef onbereikbaar. Uiteindelijk heeft de werkgever de loonbetaling opgeschort en een deskundigenoordeel aangevraagd bij het UWV, dat concludeerde dat de werknemer onvoldoende had bijgedragen aan zijn re-integratie.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld door zijn re-integratieverplichtingen niet na te komen. De rechter stelde vast dat de werknemer wel in staat was om contact op te nemen, gezien zijn communicatie met de arbodienst en zijn werkgever. De kantonrechter concludeerde dat er een redelijke grond was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van artikel 7:669 lid 3 sub e BW, en dat herplaatsing niet mogelijk was. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met onmiddellijke ingang, en de werknemer werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever. De kantonrechter wees ook de transitievergoeding af, gezien de ernstige verwijtbaarheid van de werknemer.