ECLI:NL:RBMNE:2021:5079
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen besluit Belastingdienst/Toeslagen
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 7 juni 2021 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen. Het oorspronkelijke besluit, waartegen het beroep was ingesteld, dateert van 30 september 2019. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak van 18 november 2020 geoordeeld dat het beroep van de opposant niet-ontvankelijk was, omdat hij zijn beroepschrift te laat had ingediend zonder geldige reden. De opposant ging in verzet tegen deze uitspraak, waarbij hij aanvoerde dat hij druk was met zijn werk en wachtte op een telefoontje van de Belastingdienst, wat volgens hem een geldige reden zou zijn voor de vertraging.
Tijdens de zitting op 27 mei 2021, waar zowel de opposant als een medewerker van de Belastingdienst/Toeslagen aanwezig waren, heeft de rechtbank de argumenten van de opposant gehoord. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van het beroepschrift bij de opposant ligt. De rechtbank heeft bevestigd dat de wet een harde en fatale termijn stelt voor het indienen van beroepschriften en dat de redenen die de opposant aanvoert niet voldoende zijn om deze termijn te overschrijden. De rechtbank heeft dan ook besloten dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak van 18 november 2020 in stand blijft. Er is geen recht op vergoeding van proceskosten vastgesteld.
De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.