ECLI:NL:RBMNE:2021:5073
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 3 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant had eerder op 12 maart 2020 beroep ingesteld, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 6 november 2020 niet-ontvankelijk. Tegen deze uitspraak heeft de opposant een verzetschrift ingediend, waarna een zitting plaatsvond op 21 april 2021. De rechtbank beoordeelde in deze verzetprocedure of de eerdere uitspraak terecht was gedaan zonder de opposant te horen. De opposant voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die hem verhinderden om tijdig te reageren op de verzoeken van de rechtbank, waaronder de coronamaatregelen en persoonlijke problemen zoals een gestolen laptop en medische klachten. De rechtbank toonde begrip voor de situatie van de opposant, maar oordeelde dat dit geen geldige reden was om niet te reageren op de verzoeken van de rechtbank. Bovendien was het griffierecht te laat betaald, wat ook een reden was voor de eerdere niet-ontvankelijk verklaring. De rechtbank concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat de eerdere uitspraak in stand bleef. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.