ECLI:NL:RBMNE:2021:5062

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
16/069297-21; 16/040523-19 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor drugshandel en wapenbezit met aanzienlijke gevangenisstraf en geldboete

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 3 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan vijf strafbare feiten, waaronder de handel in harddrugs en softdrugs, en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De verdachte werd op 11 maart 2021 aangehouden na een politieonderzoek waarbij grote hoeveelheden amfetamine, hasjiesj en hennep werden aangetroffen in zijn bedrijfspand en garagebox. Daarnaast werden er een revolver en munitie in zijn bezit gevonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk deze verdovende middelen en wapens voorhanden had, en dat hij voorbereidingshandelingen had verricht voor de productie en handel in drugs. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren op, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van € 20.000,-. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gevaar dat uitgaat van drugshandel en wapenbezit voor de samenleving. Tevens werd de verbeurdverklaring van de personenauto van de verdachte en de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen gelast. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/069297-21; 16/040523-19 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 september 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1974] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
gedetineerd in P.I. Lelystad,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. W.B. Gaasbeek en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1
op 11 maart 2021 in een bedrijfspand aan de [adres] in [woonplaats] 9815 pillen, althans 3284,2 gram van een materiaal bevattende amfetamine, aanwezig heeft gehad;
en/of
op 11 maart 2021 in Hoofddorp en/of Bussum ongeveer 2177 gram hasjiesj en/of ongeveer 5517 gram hennep aanwezig heeft gehad;
feit 2
op 11 maart 2021 in Hoofddorp en/of Bussum in een pand gelegen aan de [adres] , een garagebox gelegen aan de [woonplaats] en/of in een voertuig gekentekend [kenteken] , ter voorbereiding en/of bevordering van de productie en/of handel in amfetamine en/of MDMA, diverse middelen en voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat deze bestemd waren tot het plegen van dat feit;
en/of
op 11 maart 2021 in Hoofddorp en/of Bussum in een pand gelegen aan de [adres] , een garagebox gelegen aan de [woonplaats] en/of in een voertuig gekentekend [kenteken] , stoffen, voorwerpen, vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevens voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat deze bestemd waren tot het plegen van één van de in het derde en/of vijfde lid van artikel 11 van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 3
op 11 maart 2021 in Bussum een wapen van categorie III in de zin van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver van het merk Smith & Wesson, model 617, kaliber .22lr, voorhanden heeft gehad;
feit 4
op 11 maart 2021 in Bussum munitie van categorie III in de zin van de Wet wapens en munitie, te weten minimaal 788 scherpe patronen van het kaliber .22lr, voorhanden heeft gehad;
feit 5
op 11 maart 2021 in Bussum een wapen van categorie II in de zin van de Wet Wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten. De raadsman heeft zich voor wat betreft het onder 5 ten laste gelegde feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1] voor het onder 1 ten laste gelegde feit
1. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [2] van 11 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 11 maart 2021 zagen wij dat er een voertuig richting het pompeiland van tankstation te Hoofddorp reed, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hierbij zagen wij dat de eigenaar van het voertuig bleek te zijn genaamd [verdachte] .
Ik doorzocht het betrokken voertuig. Hierbij opende ik bij de start van de doorzoeking een klepje links onder het stuur. Ik zag dat er, bij het openen van dit klepje, een grote doorschijnende gripzak op de grond viel achter het klepje vandaan. Ik zag dat de grote gripzak gevuld was met bruine brokken. Ik herkende deze brokken ambtshalve als brokken hasj. Ik zag dat er in de grote gripzak ook nog een afgesloten boterhamzakje zat. Ik opende het boterhamzakje en rook hierbij een geur welke ik ambtshalve herkende als een henneplucht. Ik zag hierbij dat het boterhamzakje tevens gevuld was met brokjes, welke ik ambtshalve herkende als hasj brokjes.
2. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen [3] van 11 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik constateerde gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen middelen/stoffen hasjiesj betrof. De hennep/hasj is gewogen met verpakkingsmateriaal middels een geijkte weegschaal. Het bruto gewicht inclusief verpakkingsmateriaal is: 610 gram.
3. Verbalisanten [verbalisant 4] e.a. hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [4] van 12 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 11 maart 2021 betraden wij het bedrijfspand gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking hebben wij de hier onderstaande goederen in het bedrijfspand aangetroffen.
Ruimte 3 (ruimte achterzijde)
3.3 - 2
grote zakken met weed, met een geschatte afmeting van 36 bij 12 centimeter. Deze lag op een plafondplaat in de ruimte van het verlaagde plafond, ter hoogte van het bureau;
3.4 - 4
pakjes hasj. Deze werd aangetroffen tussen de zijdegeleiders van de bureaulade;
3.5 - 1
huurcontract waarop stond vermeld dat de verdachte [verdachte] een garagebox huurde gevestigd aan de [woonplaats] te [woonplaats] . Deze lag op het bureau;
3.6 - 1
halve zak weed, met een geschatte afmeting per zak van 23 centimeter bij 6 centimeter. Deze zak lag op een plafondplaat in de ruimte van het verlaagde plafond, ter hoogte van het bureau;
3.6.1- 11 blokken hasj van gemiddeld 100 gram per stuk. Deze lagen op een plafondplaat in de ruimte van het verlaagde plafond, ter hoogte van het bureau;
3.6.2- 4 gekleurde pillen in een doorzichtig plastic tasje. Deze lag op een plafondplaat in de ruimte van het verlaagde plafond ter hoogte van het bureau;
3.7 -
één grote zak met roze kleurige pillen, vermoedelijke XTC pillen. Deze lag op een plafonplaat in de ruimte van het verlaagde plafond, ter hoogte van het bureau;
Op 11 maart 2021 zijn wij begonnen met het doorzoeken van de garagebox. Tijdens deze doorzoeking hebben wijaangetroffen:
7.9- 1 brok hasj van circa 100 gram. Deze lag in de Action tas naast de taser. Deze tas stond linksachter in de garagebox op een stoel.
4. Verbalisant [verbalisant 5] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [5] van 15 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Deze partij was inbeslaggenomen op het adres [adres] , [woonplaats] . De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit: 4 zakken hennepgruis en 16 blokken hasj.
1.Goednummer: PL0900-2021077204-2791607
Object: verdovende middelen (hasjiesj)Aantal/eenheid: 3 stuksBijzonderheden: 3.4, 3 plakken hasj in zijgeleiders bureaulades
2.Goednummer: PL0900-2021077204-2791614
Object: verdovende middelen (hennep)Aantal/eenheid: 3 stuksBijzonderheden: 3.6, 2 zakken van ca I kg pst, 1 zak ca 0,5kg
3.Goednummer: PL0900-2021077204-2791626
Object: verdovende middelen (hasjiesj)Aantal/eenheid: 11 stuksBijzonderheden: 3.6.1, 11 waarvan 2 in blauwe blokken hasj blokken
4.Goednummer: PL0900-2021077204-2791638
Object: verdovende middelen (hasjiesj)Bijzonderheden: 7.9, 2 blokken hasj
5.Goednummer: PL0900-2021077204-2791604
Object: verdovende middelen (hennep)Bijzonderheden: 1 zak c.a. 1 kg hennep
Softdrugs hennep
De genoemde planten, waaraan de hars niet was onttrokken, werden door mij herkend als materiaal van het geslacht Cannabis, beter bekend als hennep.
Netto hoeveelheid: 4 zakken hennepgruis
Gedroogd: ja
Getest met: MMC Cannabis
- zak 1: 1784,50 gram;
- zak 2: 1475,50 gram;
- zak 3: 778 gram;
- zak 4: 1079 gram.
Deze zakken hennepgruis met een totale hoeveelheid van 5117 gram. De test gaf een reactie, indicatief voor THC.
Softdrugs hasj
De brokken bruine samengeperste substantie werden door mij herkend als hasjiesj.
Netto hoeveelheid: 3 sealbags met hierin verdeeld 16 blokken hierin verdeeld
Gedroogd: ja
Getest met: MMC Cannabis
16 blokken hasj met een gezamenlijk gewicht van 1567 gram. De test gaf een reactie, indicatief voor THC.
5. Verbalisant [verbalisant 6] en [verbalisant 7] hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met bijlage [6] van 15 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2021077204-2791628
SIN: AAMH6015NL
Relatie met SIN: AANW8015NL
Object: Verdovende middelen
Aantal/eenheid: 1 stuks
Omschrijving: Grote plastic zak met roze tabletten
Gewicht netto: 3284,2 gram (aantal 9815 tabletten)
Aantal monsters: 1
Monster A
Spoornummer: PL0900-2021077204-164707
SIN: AANW8015NL
Relatie met SIN: AAMH6015NL
Spooromschrijving: Overige, amfetamine
Wijze veiligstellen: Zak plastic
Plaats veiligstellen: 3284,2 gram roze tabletten
Bijlage rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut van 15 maart 2021:
Resultaten en conclusie
Kenmerk AANW8015NL
Tablet, roze met glitters, uit 3284,2 gram
Conclusie bevat amfetamine.
6. Verdachte heeft
ter terechtzittingvan 20 augustus 2021 verklaard:
Het klopt dat de op 11 maart 2021 aangetroffen hasj en hennep in mijn auto van mij zijn. Ook klopt het dat het bedrijfspand aan de [adres] in [woonplaats] en de garagebox aan de [woonplaats] in [woonplaats] door mij in gebruik zijn. De spullen die in de garagebox zijn aangetroffen, zijn van mij.
Bewijsoverweging voor het onder 1 ten laste gelegde feit
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, kan worden vastgesteld dat verdachte op 11 maart 2021 een grote hoeveelheid verdovende middelen aanwezig heeft gehad. In de personenauto van verdachte is een hoeveelheid van 610 gram hennep/hasj aangetroffen. Verdachte heeft bekend dat de aangetroffen hennep/hasj in de personenauto van hem is. Daarnaast is in het bedrijfspand en in de garagebox van verdachte in totaal 1567 gram hasj en 5117 gram hennep aangetroffen. Ook is in hetzelfde bedrijfspand een hoeveelheid van 9815 pillen, althans 3284,2 gram van een materiaal bevattende amfetamine aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat de in de garagebox aangetroffen spullen van hem zijn, waaronder de daar aangetroffen hasj. Gelet daarop is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte ook die hasj opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Verdachte heeft ontkend dat hij weet had van de in het bedrijfspand aangetroffen verdovende middelen. Volgens verdachte zijn die drugs niet van hem, maar zijn die door anderen buiten zijn weten in het bedrijfspand gebracht. Die verklaring van verdachte acht de rechtbank niet concreet, verifieerbaar en aannemelijk gemaakt. Verdachte heeft die verklaring op geen enkele wijze onderbouwd. Aangezien de verdovende middelen in verdachtes bedrijfspand zijn aangetroffen en verdachte daar geen goede verklaring voor heeft kunnen geven, acht de rechtbank bewezen dat verdachte de aldaar aangetroffen verdovende middelen opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Bewijsmiddelen voor het onder 2 ten laste gelegde feit
1. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [7] van 11 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 11 maart 2021 zagen wij dat er een voertuig richting het pompeiland van tankstation te Hoofddorp reed, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hierbij zagen wij dat de eigenaar van het voertuig bleek te zijn genaamd [verdachte] .
Ik heb het betrokken voertuig verder doorzocht. Hierbij trof ik de volgende bijzonderheden aan in de kofferbak van het voertuig:
- een gebruikte zwarte sealbag waarvan mij ambtshalve bekend is dat criminelen hier veelvuldig hennep in vervoeren;
- een lege witte sealbag;
- een nieuw pakket met daarin transparante vacuümzakken;
- twee nieuwe isolatiematten met hoge noppen;
- diverse potten met oranje voedingskleurstof waarvan mij ambtshalve bekend is dat deze gebruikt worden voor het kleuren van XTC pillen.
2. Verbalisanten [verbalisant 4] e.a. hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [8] van 12 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 11 maart 2021 betraden wij het bedrijfspand gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking hebben wij de hier onderstaande goederen in het bedrijfspand aangetroffen.
Ruimte 2 (gang)
2.1 - 5
zakken met witte poedervormige substantie. Deze zakken lagen op elkaar gestapeld halverwege ruimte 2 tegen de muur op de grond;
Op 11 maart 2021 zijn wij direct begonnen met het doorzoeken van de garagebox.
Doorzoeking garagebox
7.1 - 1
doorzichtige plastic box met blauwe deksel. In deze box zat wit poeder opgeslagen. Deze box was links tegen de muur gevestigd en stond op een andere doos;
7.2- 2 koolstoffilters welke in een kartonnen doos opgeslagen waren. Deze kartonnen dozen stonden links tegen de muur op de grond;
7.3 -
diverse kleine zakjes voorzien van vermoedelijke kleurstofpoeder in diverse kleuren. Deze zakjes zaten in een doos en lagen los van elkaar in plastic tassen. Deze doos stond tegen de linker muur op de grond;
7.4- 3 dozen met diverse kleine doorzichtige plastic potjes en dekseltjes, zogeheten pillendoosjes. Deze dozen lagen op de grond aan de rechterzijde van de garagebox;
7.5- 2 dozen met in totaal 9 jerrycans van 10 liter voorzien van groeimiddel van planten. Deze dozen lagen op de grond aan de rechterzijde van de garagebox;
7.6- 1 doos met 5 transformatoren. Deze doos stond links in de garagebox;
7.7 - 20
kartonnen dozen in het midden van de garagebox. Wij zagen dat deze 20 kartonnen dozen verpakt waren met doorzichtig plastic. Wij zagen dat een witkleurig tape rondom het plastic was aangebracht. Wij zagen dat op deze witkleurige tape het logo stond van het bedrijf Pharmavit;
3. Verbalisant [verbalisant 8] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [9] van 14 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 11 maart 2021 werd een onderzoek ingesteld in een pand aan de [adres]
te [woonplaats].
Aangetroffen werd:
- 20 x kartonnen doos voorzien van een sticker met het opschrift ‘Pharmavit microcrystalline cellulose (MCC).’ Inhoud een plastic zak met 20 kg wit poeder. FD = cellulose. 3 dozen getest en 1 doos bemonsterd (SIN-sticker: AAOW6922NL);
- 5 x grijze vuilniszakken met in elke vuilniszak een plastic zak met 20 kg wit poeder. FD = cellulose. Zakken waren identiek aan die als beschreven onder BI;
- kartonnen doos inhoudende 6 plastic zakjes met elk 500 gram goud kleurige kleurstof;
- 3 kartonnen dozen inhoudende witte of zwarte 40 ml kunststof potjes met deksel;
- kartonnen doos inhoudende een nieuwe luchtafzuigkast;
- witte doos inhoudende 5 kartonnen doosjes met een elektronisch voorschakel unit t.b.v. lampen. Opschrift: ‘Fertosa Gear BPS 600 W;
- elektronische schakelkast, opschrift ‘Climate Controller, 12 Amp’;
- kartonnen doos inhoudende een nieuwe luchtafzuigkast;
- kartonnen doos inhoudende 5 oranje 5 liter jerrycans, allen gevuld. Opschrift jerrycans: ‘Power Top Bio-G Power’. Tevens 4 x 1 liter fles, allen gevuld. Opschrift: ‘Power Top Bio-G power’;
- 1 witte papieren zak, inhoudende 20 kg wit poeder. Opschrift: B10-A ‘Microdol Norway, produced in Norway’. FD = calciummagnesium carbonaat. Een monster genomen (SIN-sticker:AAOW6918NL);
- kartonnen doos inhoudende 6 x witte pot met het opschrift BI 1-A ‘Natural minds - cafeïne’. Inhoud per pot 1 kg. FD = cafeïne. Een pot bemonsterd (SIN-sticker: AAOW6919NL);
- kartonnen doos inhoudende elektronische schakelkast t.b.v. lucht afzuigmotor. Opschrift: ‘SPC 8 Amp SMS Com.’;
- zwarte boodschappen tas inhoudende zakje met kleurstof:
• 11 x paars
• 3 x blauw
• 1 x roze
• 1 x rood
Inhoud elk is l00 gram.
Tevens 1 plastic zak met 400 gram roze kleurstof en 1 zak met 500 gram paarse kleurstof;
- kartonnen doos inhoudende 4x5 liter jerrycan met het opschrift: ‘Component 1’;
- 3 rode kunststof krat en een elektriciteitshaspel;
- blauwe en gele waterslang. Gele slang bevatte een restant gele zure vloeistof. pH 1. Deze bemonsterd (SIN-sticker: AAOW6920NL).
Nadere toelichting:
Pharmavit microcrystalline cellulose (MCC) en Microdol Norway, produced in Norway zijn
stoffen welke kunnen worden gebruikt bij de vervaardiging van tabletten. Van de microcrystalline cellulose is 500 kg aangetroffen. Indien deze zou worden gebruikt voor de vervaardiging van synthetische drugs tabletten, b.v. MDMA-tabletten, dan zou gemiddeld 200 mg van deze stof per tablet worden gebruikt. 500 kg zou kunnen worden gebruikt
voor de vervaardiging van 2.500.000 tabletten.
Kleurstoffen (BI3) kunnen worden gebruikt voor het kleuren van het tabletteerpoeder. Opgemerkt wordt dat bij de vervaardiging van legale farmaceutische producten nagenoeg geen kleurstoffen kunnen worden gebruikt.
Cafeïne kan worden gebruikt bij het versnijden van amfetamine of kan worden gebruikt als toevoeging in amfetamine (voornamelijk Captagon) tabletten.
Lucht afzuigkasten, voorschakelunits, elektronische schakelkasten alsmede vloeistoffen zoals
Power Top Bio-G Power kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van hennep.
4. Een
rapport [10] nr. 2021.03.15.113 van het Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie van Justitie te Rijswijk, inzake [verdachte] , op 19 mei 2021 door A.B.M. van Esch-de Bruin opgemaakt op de algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, inhoudende de verklaring van voornoemde deskundige - zakelijk weergegeven -:
1.
- AAOW6922NL;
- wit poeder, volgens opgave "20 x kartonnen doos voorzien van een sticker met het opschrift 'Pharmavit microcrystalline cellulose (MCC)’. Inhoud een plastic zak met 20 kg wit poeder. FD = cellulose. 3 dozen getest en 1 doos bemonsterd;"
- bevat (vrijwel) uitsluitend (micro)cellulose, conform etiket.
2.
- AAOW6916NL;
- wit poeder, volgens opgave "5 x grijze vuilniszake met in elke vuilniszak een plastic zak met 20 kg wit poeder. FD - cellulose. Zakken waren identiek aan die als beschreven onder BI Een zak bemonsterd;"
- bevat (vrijwel) uitsluitend (micro)cellulose, conform etiket.
3.
- AAOW6918NL;
- wit poeder, volgens opgave "2 witte papieren zak, inhoudende 20 kg wit poeder. Opschrift: 'Microdol calciummagnesiumcarbonaatNorway, produced in Norway’. FD = catciummagnesium carbonaat. Een monster genomen;"
- bevat calciummagnesiumcarbonaat.
4.
- AAOW6919NL;
- wit poeder, volgens opgave “Kartonnen doos inhoudende 6 x witte pot met het opschrift 'Natural minds - cafeïne’. Inhoud per pot 1 kg. FD = cafeïne. Een pot bemonsterd;"
- bevat (vrijwel) uitsluitend coffeïne, conform etiket.
5.
- AAOW6920NL;
- lichtgroene vloeistof met groen bezinksel, volgens de opgave "Blauwe en gele waterslang. Gele slang bevatte een restant gele zure vloeistof. pH 1. Deze bemonsterd;“
- de vloeistof bevat lage concentratie BMK en amfetamine in een sterk zure waterige vloeistof; het bezinksel is niet onderzocht.
In relatie tot (synthetische) drugs komt microcellulose voor als hulpstof (bind-, vul- en uiteenvalmiddel) bij het maken van tabletten. Microcellulose wordt algemeen toegepast in cosmetica en geneesmiddelen, waaronder in tabletten. In relatie tot drugs is coffeïne (cafeïne) een versnijdingsmiddel voor diverse drugs. In relatie tot drugs is BMK (benzylmethylketon) een grondstof voor amfetamine en metamfetamine.
5. Verdachte heeft
ter terechtzittingvan 20 augustus 2021 verklaard:
Ik verkoop de potten met oranje kleurstof. In mijn bedrijfspand aan de [adres] in [woonplaats] staat ongeveer 400 kilo aan MCC. Ik heb dit bij de groothandel gehaald om het door te verkopen. De kleurstoffen, sealbags en vacuümzakken die in mijn auto zijn aangetroffen, zijn ook van mij.
De garagebox aan de [woonplaats] in [woonplaats] is ook van mij. De goederen die in de garagebox zijn aangetroffen, zijn van mij.
Bewijsoverweging voor het onder 2 ten laste gelegde feit
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan.
Er zijn grote hoeveelheid drugs (pillen die amfetamine bevatten en hennep/hasj), drugs gerelateerde goederen (zoals lucht-afzuigkasten, sealbags en vacuümzakken), drugs gerelateerde grondstoffen en versnijdingsmiddelen bij verdachte in zijn personenauto, zijn bedrijfspand en in zijn garagebox aangetroffen. Ook is er onderzoek gedaan naar een aangetroffen slang, waaruit is gebleken dat de vloeistof in die slang een concentratie BMK (een grondstof voor amfetamine en metamfetamine) en amfetamine bevatte.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de aangetroffen goederen in de garagebox, de grote hoeveelheden Pharmavit microcrystalline cellulose (hierna: MCC), kleurstoffen, sealbags en vacuümzakken die in zijn personenauto en in zijn bedrijfspand zijn aangetroffen aan hem toebehoren. Uit het hierboven als bewijsmiddel 3. weergegeven proces-verbaal van bevindingen blijkt dat de aangetroffen goederen voor de vervaardiging van hennep en/of synthetische drugs kunnen worden gebruikt. Zo kan de 500 kg MCC worden gebruikt voor de vervaardiging van 2.500.000 tabletten die synthetische drugs bevatten. De aangetroffen kleurstoffen kunnen worden gebruikt voor het kleuren van het tabletpoeder en de cafeïne bij het versnijden van amfetamine of als toevoeging in amfetamine (voornamelijk Captagon) tabletten. De aangetroffen lucht-afzuigkasten, voorschakelunits, elektronische schakelkasten en de vloeistoffen zoals Power Top Bio-G Power kunnen worden gebruikt voor het kweken van hennep.
Gelet op het bovenstaande, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van handelingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm bedoeld zijn voor de voorbereiding van de productie en/of handel in verdovende middelen.
Dat verdachte de goederen voorhanden had ten behoeve van legale doeleinden is bovendien op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Het door verdachte ter terechtzitting geschetste scenario dat de kleurstof zou zijn bedoeld voor het eten en dat hij een legale handel in MCC had, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Dit komt mede voort uit het feit dat bij verdachte tevens een grote hoeveelheid van het eindproduct (pillen bevattende MDMA) is aangetroffen.
De rechtbank concludeert dan ook dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen in het kader van de Opiumwet.
Bewijsmiddelen voor de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten
1. Verbalisanten [verbalisant 4] e.a. hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [11] van 12 maart 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 11 maart 2021 betraden wij het bedrijfspand gevestigd te Bussum. Tijdens de doorzoeking hebben wij de hier onderstaande goederen in het bedrijfspand aangetroffen.
Ruimte 3 (ruimte achterzijde)
3.1 - 1
revolver van het merk Smith en Wesson verpakt in een Albert Heijn tas. Deze
lag op een plafonplaat in de ruimte van het verlaagde plafond, ter hoogte van het
bureau;
3.2 - 17
doosjes patronen, waarvan 16 doosjes onaangebroken waren en 1 doosjes
aangebroken was. In één doosje zaten veertig patronen. Deze doosjes lagen op een
plafondplaat in de ruimte van het verlaagde plafond ter hoogte van het bureau;
3.9 -
Een schoonmaakset, vermoedelijk bedoeld ten behoeve van het schoonmaken van een vuurwapen. Deze lag in een schoenendoos op de grond tegen de muur..
2. Verbalisant [verbalisant 9] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage [12] van 27 mei 2021 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
1.
SIN : AAOA0389NL
Wapen: vuurwapen, revolver
Categorie: III sub I
Bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, revolver, merk Smith & Wesson, model 617, kaliber .22 LR.
2.
SIN: AAOA0390NL
Munitie: 788 scherpe patronen
Categorie: III
Bovengenoemde scherpe patronen kaliber .22LR, merk CCI, zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van dit vuurwapen en elk ander scherp schietend vuurwapen kaliber .22 LR af te schieten.
Bewijsoverwegingen voor de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad. Het vuurwapen en de munitie zijn aangetroffen in het bedrijfspand van verdachte. Verdachte heeft hier geen redelijke verklaring voor kunnen geven. Dat verdachte geen weet zou hebben van het vuurwapen en de munitie, acht de rechtbank onaannemelijk. Het vuurwapen en de munitie zijn naast de pillen amfetamine op een plafondplaat aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte die pillen amfetamine opzettelijk aanwezig had. Daarnaast stond in het bedrijfspand een schoonmaakset voor het wapen in een schoenendoos op de grond. De suggestie van verdachte dat vrienden van hem mogelijk het vuurwapen en de munitie in het plafond hebben verstopt, heeft hij bovendien niet verifieerbaar en aannemelijk gemaakt.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat het niet anders kan dan dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie in zijn bedrijfspand en dat hij daar ook over kon beschikken. De rechtbank acht de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 6 is omschreven.
Bewijsmiddelen voor het onder 5 ten laste gelegde feit
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 20 augustus 2021;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage van verbalisanten [verbalisant 4] e.a. van 12 maart 2021, werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage van verbalisant [verbalisant 9] van 27 mei 2021, werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland. [14]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
op 11 maart 2021 te Bussum opzettelijk aanwezig heeft gehad in een bedrijfspand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] 9815 pillen (3284,2 gram) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
en
op 11 maart 2021 te Hoofddorp en Bussum opzettelijk aanwezig heeft gehad 2177 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd, en 5117 gram hennep, zijnde hasjiesj en hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2
op 11 maart 2021 te Hoofddorp en Bussum, in een pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , een garagebox gelegen aan de [woonplaats] te [woonplaats] en in een voertuig gekentekend [kenteken] om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van amfetamine en/of MDMA, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen
- 20 dozen voorzien van sticker met opschrift “Pharmavit micorcrystalline cellulose (MCC)’ met daarin een plastic zak met 20 kg wit poeder en
- 5 vuilniszakken met een plastic zak met 20 kg wit poeder (cellulose) en
- een kartonnen doos inhoudende 6 plastic zakjes met 500 gram goudkleurige kleurstof en
- 3 kartonnen dozen met witte en/of zwarte potjes met deksel van 40 ml en
- 1 papieren zak inhoudende 20 kg wit poeder met opschrift ‘Microdol Norway’ bevattende calciummagnesium carbonaat en
- 6 potten van 1 kg met opschrift ‘Natural minds – cafeïne’ bevattende cafeïne en
- meerdere zakjes van 100 gram bevattende kleurstof en één zak van 400 gram bevattende kleurstof en één zak van 500 gram bevattende kleurstof en
- 4 jerrycans van 5 liter met het opschrift ‘component 1’ en
- meerdere waterslangen bevattende zure vloeistof en
- meerdere sealbags en vacuümzakken

voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,

en
op 11 maart 2021 te Hoofddorp en/of Bussum, in een pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , een garagebox gelegen aan de [woonplaats] te [woonplaats] en in een voertuig gekentekend [kenteken] , stoffen en voorwerpen heeft vervoerd en/of voorhanden gehad, te weten
- een luchtafzuigkast en
- meerdere elektronische voorschakel units t.b.v. lampen met opschrift ‘Fertosa Gear HPS 600 W’ en
- een elektronische schakelkast en
- vijf jerrycans van 5 liter met opschrift ‘Power Top Bio-G Power’ en 4 flessen van 1 liter met opschrift ‘Power Top Bio-G Power’ en
- een elektronische schakelkast t.b.v. lucht afzuigmotor en
- 3 kunststof kratten en
- een elektriciteitshaspel en
- meerdere sealbags en vacuümzakken en
- isolatiematten

dan wel vervoermiddelen en ruimten voorhanden heeft gehad, te weten

- een personenauto gekentekend [kenteken] en
- een bedrijfspand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en
- een garagebox gelegen aan de [woonplaats] te [woonplaats] , waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van één van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
3
op 11 maart 2021 te Bussum een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver van het merk Smith & Wesson, model 617, kaliber .22lr, zijnde een vuurwapen in de vorm van revolver, voorhanden heeft gehad;
4
op 11 maart 2021 te Bussum munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 788 scherpe patronen van het kaliber .22lr, voorhanden heeft gehad;
5
op 11 maart 2021 te Bussum een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, merk/model 928 Type, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
en
stoffen en voorwerpen vervoeren en/of voorhanden hebben, en vervoermiddelen en ruimten voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van één van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 3
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
feit 4
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 5
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van € 20.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 135 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de vordering van de officier van justitie niet past bij verdachte en evenmin bij de feiten, zoals uit het dossier blijkt.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vijf strafbare feiten. Verdachte heeft grote hoeveelheden harddrugs en softdrugs aanwezig gehad. Ook heeft hij voorbereidingshandelingen verricht voor de productie van en/of handel in soft- en harddrugs. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs een bedreiging vormen voor de volksgezondheid en het milieu, en het gebruik ervan bezwarend is voor de samenleving. Met zijn handelwijze heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het illegale drugscircuit. De handel in drugs vormt een schakel in een keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving ernstig ontwrichten. De verspreiding van en handel in drugs gaat veelal gepaard met vele andere vormen van criminaliteit waaronder geweld, die een bron van overlast en onveiligheid voor de samenleving zijn. Om die redenen dient er krachtig te worden opgetreden tegen de aanwezigheid van drugs en de voorbereiding van de productie en/of handel daarvan.
Datzelfde geldt voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, munitie en stroomstootwapen, waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt. Het behoeft geen betoog dat het ongecontroleerde bezit van voornoemde voorwerpen onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich brengt en bovendien de in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid versterkt. Dat die risico’s zich ook realiseren, blijkt uit de veelheid van geweldsincidenten waarbij vuurwapens zijn gebruikt. Daarbij zijn ook dodelijke slachtoffers te betreuren.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een uittreksel uit het Nederlands Justitieel Documentatieregister van 3 mei 2021 betreffende verdachte, waaruit blijkt dat verdachte op 6 februari 2020 is veroordeeld voor een Opiumdelict tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaren en een onvoorwaardelijke taakstraf.
Oriëntatiepunten
De rechtbank heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), voor zover die voor de onderhavige feiten zijn vastgesteld. Voor het aanwezig hebben van harddrugs met een totaalgewicht van 4.000 tot 5.000 gram (in totaal 9815 pillen), geldt als oriëntatiepunt een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden. Voor het aanwezig hebben van softdrugs met een totaalgewicht van 5.000 tot 10.000 gram, geldt als oriëntatiepunt een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden.
Het is de rechtbank bekend dat de oriëntatiepunten voor het voorhanden hebben van een vuurwapen uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De rechtbank stelt voorop dat dit een vertrekpunt van denken is. De rechtbank houdt echter ook rekening met de actuele stand van de jurisprudentie, waarin te zien is dat op het voorhanden hebben van vuurwapens, gelet op het gevaar dat daarvan uitgaat, aanmerkelijk hogere straffen dan voornoemde vier maanden worden opgelegd. Nu verdachte ook de beschikking had over (veel) scherpe patronen, en derhalve een schietklaar te maken vuurwapen voorhanden heeft gehad, alsmede gelet op straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, is naar het oordeel van de rechtbank voor het voorhanden hebben van het vuurwapen en de munitie in ieder geval een gevangenisstraf van zes maanden op zijn plaats.
De straf
De rechtbank acht het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden. Het strekt bovendien als duidelijk signaal naar anderen. Voor iedereen moet ondubbelzinnig duidelijk zijn dat op drugscriminaliteit en wapenbezit met flinke straffen wordt gereageerd, zeker wanneer sprake is van recidive.
De rechtbank acht dan ook een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
De rechtbank zal daarnaast aan verdachte een geldboete van € 20.000,- opleggen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 135 dagen hechtenis. Het is algemeen bekend dat er met drugshandel veel geld kan worden verdiend en om die reden vindt de rechtbank het passend en geboden om aan verdachte – naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf – bovengenoemde geldboete op te leggen.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de personenauto van het merk Fiat Doblo met kenteken [kenteken] verbeurd te verklaren. De officier van justitie heeft daarnaast primair gevorderd de vijf gevulde vuilniszakken met ongeveer twintig kg aan wit poeder en de twintig kartonnen dozen in het midden van de garagebox, met opschrift Pharmavit, te onttrekken aan het verkeer. Subsidiair heeft zij gevorderd deze goederen verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de vijf gevulde vuilniszakken met ongeveer twintig kg aan wit poeder en de twintig kartonnen dozen in het midden van de garagebox, met opschrift Pharmavit, aan verdachte geretourneerd dienen te worden.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de personenauto van het merk Fiat Doblo met kenteken [kenteken] (omschrijving: G1196365, wit, met sleutels) verbeurd verklaren. Een deel van de onder feit 1 bedoelde hasjiesj was voorhanden in deze auto; dat deel van het feit is dus met behulp van deze auto begaan. Verder was deze auto bestemd tot het begaan van een deel van feit 2.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de onttrekking aan het verkeer gelasten van volgende inbeslaggenomen goederen:
  • vijf gevulde vuilniszakken met circa twintig kg aan wit poeder (omschrijving: 2791595);
  • twintig kartonnen dozen in het midden van de garagebox, opschrift Pharmavit.
Met behulp van deze voorwerpen is het onder 2 bewezen verklaarde feit begaan.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Ter terechtzitting is behandeld de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de twee weken gevangenisstraf die voorwaardelijk aan verdachte zijn opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 6 februari 2020, gewezen onder parketnummer 16/040523-19.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting verzocht om de voorwaardelijke straf ten uitvoer te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij voornoemd vonnis van 6 februari 2020 heeft de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank zal daarom de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf gelasten.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 23, 24c, 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht
  • 2, 3, 10, 10a, 11 en 11a van de Opiumwet;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
3(
drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
geldboetevan
€ 20.000,- (twintigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 135 (honderdvijfendertig) dagen;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 personenauto van het merk Fiat Doblo met kenteken [kenteken] (omschrijving: G1196365, wit, met sleutels);
- onttrekt de volgende voorwerpen aan het verkeer:
  • 5 gevulde vuilniszakken met circa 20 kg aan wit poeder (omschrijving: 2791595);
  • 20 kartonnen dozen in het midden van de garagebox, opschrift Pharmavit;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/040523-19
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in deze rechtbank bij vonnis van 6 februari 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.B.W. Beekman, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en A.A.M. Elzakkers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.Z. Turan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 september 2021.
Mrs. H.B.W. Beekman en S.Z. Turan zijn buiten staat deze uitspraak mee te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op 11 maart 2021 te Bussum, in elk geval in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een bedrijfspand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] )
- 9815 pillen, althans 3284,2 gram amfetamine in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en/of
hij op of omstreeks 11 maart 2021 te Hoofddorp en/of Bussum, in elk geval in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2177 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd, en/of ongeveer 5517 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op omstreeks 11 maart 2021 te Hoofddorp en/of Bussum, in elk geval in Nederland (in een pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en/of garagebox gelegen aan de [woonplaats] te [woonplaats] en of in een voertuig gekentekend [kenteken] ) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- 20 dozen, althans één of meerdere dozen voorzien van sticker met opschrift “Pharmavit micorcrystalline cellulose (MCC)’ met daarin (telkens) een plastic zak met 20 kg wit poeder en/of
- 5 vuilniszakken, althans één of meerdere vuilniszakken met een plastic zak met 20 kg wit poeder (cellulose) en/of
- een kartonnen doos inhoudende 6, althans één of meerdere plastic zakjes met 500 gram goudkleurige kleurstof en/of
- 3 kartonnen dozen, althans één of meerdere kartonnen dozen met witte en/of zwarte potjes met deksel van 40 ml en/of
- 1 papieren zak inhoudende 20 kg wit poeder met opschrift ‘Microdol Norway’ bevattende calciummagnesium carbonaat en/of
- 6 althans één of meerdere potten van 1 kg met opschrift ‘Natural minds – cafeïne’ bevattende cafeïne en/of
- één of meerdere zakjes van 100 gram bevattende kleurstof en/of één zak van 400 gram bevattende kleurstof en/of één zak van 500 gram bevattende kleurstof en/of
- 4 althans één of meerdere jerrycans van 5 liter met het opschrift ‘component 1’ en/of
- één of meerdere waterslangen bevattende zure vloeistof en/of
- één of meerdere sealbags en/of vacuümzakken en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
en/of
hij op omstreeks 11 maart 2021 te Hoofddorp en/of Bussum, in elk geval in Nederland (in een pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en/of garagebox gelegen aan de [woonplaats] te [woonplaats] en of in een voertuig gekentekend [kenteken] ) stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten
- een luchtafzuigkast en/of
- meerdere elektronische voorschakel units t.b.v. lampen met opschrift ‘Fertosa Gear HPS 600 W’ en/of
- een elektronische schakelkast en/of
- vijf althans één of meerdere jerrycans van 5 liter met opschrift ‘Power Top Bio-G Power’ en/of 4 althans één of meerdere flessen van 1 liter met opschrift ‘Power Top Bio-G Power’ en/of
- een elektronische schakelkast t.b.v. lucht afzuigmotor en/of
- 3 althans één of meerdere kunststof kratten en/of
- een elektriciteitshaspel en/of
- één of meerdere sealbags en/of vacuümzakken en/of
- isolatiematten dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevens voorhanden heeft gehad, te weten
- een personenauto gekentekend [kenteken] en/of
- een bedrijfspand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en/of
- een garagebox gelegen aan de [woonplaats] te [woonplaats] , waarvan hij/zij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
3
hij op omstreeks 11 maart 2021 te Bussum, in elk geval in Nederland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, van het merk Smith & Wesson, model 617, kaliber .22lr zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
4
hij op omstreeks 11 maart 2021 te Bussum, in elk geval in Nederland munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, minimaal 788 scherpe patronen althans een (grote) hoeveelheid scherpe patronen van het kaliber .22lr voorhanden heeft gehad;
5
hij op omstreeks 11 maart 2021 te Bussum, in elk geval in Nederland een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, merk/model 928 Type, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 maart 2021, genummerd PL1100- 2021049717 en PL0900-2021077204, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 175. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 6-22.
3.Pagina 23.
4.Pagina’s 27-67.
5.Pagina’s 100-106.
6.Pagina’s 137-140.
7.Pagina’s 6-22.
8.Pagina’s 27-67.
9.Pagina’s 70-90.
10.Pagina’s 156-160.
11.Pagina’s 27-67.
12.Pagina’s 161-171.
13.Pagina’s 27-67.
14.Pagina’s 161-171.