ECLI:NL:RBMNE:2021:5061

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/2659
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen informatiebrief gemeenteraad

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de gemeenteraad van Vijfheerenlanden. Eiser had op 5 februari 2021 een bezwaarschrift ingediend tegen een brief van de gemeenteraad van 28 december 2020, waarin vragen van eiser werden beantwoord. De gemeenteraad verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de brief volgens hen geen besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De rechtbank moest beoordelen of deze beslissing van de gemeenteraad terecht was.

De rechtbank overweegt dat een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan is die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt en die veranderingen in rechten, verplichtingen of bevoegdheden met zich meebrengt. In dit geval heeft de gemeenteraad in de brief van 28 december 2020 enkel vragen beantwoord en geen wijzigingen aangebracht in de rechten of verplichtingen van eiser. De rechtbank concludeert dat de gemeenteraad terecht heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een besluit waartegen bezwaar kon worden gemaakt.

Daarom verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de beslissing van de gemeenteraad om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2659

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

de gemeenteraad van Vijfheerenlanden, verweerder

(gemachtigde: S. van Anrooij).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 6 mei 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser heeft op 5 februari 2021 een bezwaarschrift ingediend tegen de brief van 28 december 2020. Volgens verweerder was deze brief geen besluit waar bezwaar tegen kon worden gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
3. De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verweerder terecht heeft besloten dat de brief van 28 december 2020 geen besluit is waar eiser bezwaar tegen kon maken. Volgens de wet is er sprake van een ‘besluit’ als er een schriftelijke beslissing is van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt. Dit betekent dat er door het besluit iets moet veranderen in iemands rechten, verplichtingen of bevoegdheden. Dit staat in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4. In dit geval heeft verweerder in de brief van 28 december 2020 vragen beantwoord, die eiser heeft gesteld aan verweerder. De vragen hebben onder meer betrekking op de ruiming van de woning van eiser, op de bevoegdheden van de gemeenteraad en op de mogelijkheid van inzage in raadswerk. In de brief beantwoordt verweerder deze door eiser gestelde vragen. De beantwoording wordt niet aangemerkt als besluit in de zin van de Awb, nu er geen sprake is van verandering in de rechten van eiser, verplichtingen of bevoegdheden of in die van iemand anders. In die brief heeft verweerder eiser voorzien van informatie met betrekking tot de door eiser gestelde vragen.
5. Het standpunt van verweerder dat er geen sprake is van een besluit waar eiser bezwaar tegen kon maken is naar het oordeel van de rechtbank juist. Verweerder heeft het bezwaar daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Wat eiser heeft geschreven aan de rechtbank is geen reden om hier anders over te denken. Het besluit van verweerder is juist en het beroep is kennelijk ongegrond (artikel 8:54 Awb).
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is uitgesproken op 25 augustus 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven