In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De zaak betreft de aanwijzing van twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen, zoals vastgesteld in een besluit van 7 december 2020. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat door verweerder in een bestreden besluit van 10 mei 2021 ongegrond is verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 31 augustus 2021 behandeld. Eiser was aanwezig, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat verweerder het bestreden besluit onvoldoende had gemotiveerd en voorbereid. Er ontbrak beleid en richtlijnen voor de plaatsing van laadpalen, en de belangen van de bewoners waren niet adequaat afgewogen. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet inzichtelijk had gemaakt welke belangen bij het verkeersbesluit waren betrokken en hoe deze tegen elkaar waren afgewogen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij eiser opnieuw in de bezwaarprocedure gehoord moet worden. Tevens werd verweerder opgedragen het door eiser betaalde griffierecht van € 181,- te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van de uitspraak.