ECLI:NL:RBMNE:2021:5036

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/1915
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van de Sociale Verzekeringsbank inzake bezwaarschrifttermijn

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank behandeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van 8 maart 2021, maar dit bezwaar is te laat ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten op 3 september 2013, 5 september 2014, 18 juni 2020 en 17 juli 2020 bekend zijn gemaakt, en dat de bezwaarschriften uiterlijk op 15 oktober 2013, 17 oktober 2014, 30 juli 2020 en 28 augustus 2020 ingediend hadden moeten worden. Eiseres heeft haar bezwaarschrift pas op 27 januari 2021 ingediend, wat te laat is volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Eiseres heeft aangevoerd dat zij door psychische, medische en sociale omstandigheden niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank heeft begrip voor de situatie van eiseres, maar oordeelt dat deze omstandigheden geen geldige reden vormen voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiseres is om tijdig bezwaar te maken of dit door iemand anders te laten doen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van verschoonbare omstandigheden en dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is.

Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het bezwaar van verweerder terecht niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1915

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 oktober 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. J.A.M.B. Amting),
en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
8 maart 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb).
3. In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval zijn de besluiten bekendgemaakt op 3 september 2013, 5 september 2014, 18 juni 2020 en 17 juli 2020. De bezwaarschriften hadden dus uiterlijk op 15 oktober 2013, 17 oktober 2014, 30 juli 2020 en 28 augustus 2020 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 27 januari 2021. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Eiseres zegt dat zij te laat was, omdat zij van 2004 tot en met 2020 wegens psychische, medische en sociale redenen niet in staat was om haar administratie en financiële zaken naar behoren te beheren en af te handelen. Na haar echtscheiding in 2004 volgde een jarenlange strijd met vele rechtszaken. In de periode na de scheiding heeft eiseres alleen de zorg voor haar kinderen moeten dragen en leefde eiseres onder het sociaal minimum.. De administratie en financiën van eiseres waren een complexe chaos, omdat zij al haar energie heeft gestoken in het voeren van de strijd met haar ex-man en de opvoeding van haar kinderen. In 2010 heeft eiseres de ziekte van Lyme opgelopen. In deze periode is de administratie van eiseres een nog grotere chaos geworden. Hierdoor zijn de beslissingen van verweerder niet tot eiseres doorgedrongen en heeft eiseres er geen bezwaar tegen kunnen maken. In 2020 heeft eiseres hulp gezocht om alles op orde te brengen. Volgens eiseres heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met haar persoonlijke situatie en had verweerder meer feitelijk onderzoek moeten doen hiernaar. Eiseres is van mening dat de omstandigheden waarin zij verkeerde, de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar maken.
5. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de situatie van eiseres, vormt deze situatie geen geldige reden voor het te laat indienen van haar bezwaarschriften. Het is de verantwoordelijkheid van eiseres om tijdig bezwaar in te dienen of, indien zij er zelf niet toe in staat is, dat voor haar te laten doen. Uit de omstandigheden die eiseres heeft aangevoerd blijkt niet dat zij er niets aan heeft kunnen doen dat zij niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Dat psychische, medische en sociale medische redenen in de weg hebben gestaan bij het bezwaar maken, is door eiseres onvoldoende aannemelijk gemaakt. De rechtbank overweegt derhalve dat geen sprake is van verschoonbare omstandigheden, zodat geen sprake is van een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het beroep zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
6. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 4 oktober 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De rechter is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.