ECLI:NL:RBMNE:2021:5035
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 4 oktober 2021, staat het verzoek van de verzoeker centraal om vergoeding van zijn proceskosten. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. de Vries, heeft een verzoek ingediend tegen de korpschef van de Nationale Politie, die als verweerder optreedt. De zaak heeft betrekking op een eerder besluit van de verweerder, genomen op 22 februari 2021, waartegen de verzoeker bezwaar heeft gemaakt op 1 april 2021. Aangezien er geen tijdige beslissing op het bezwaar volgde, heeft de verzoeker op 16 juli 2021 beroep ingesteld. De verweerder heeft op 14 juli 2021 alsnog een besluit genomen, dat op 19 juli 2021 is verzonden. Hierop heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. De verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de verzoeker om vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 374,-. Dit bedrag is berekend op basis van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde van € 748,- en een wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak enkel betrekking heeft op de overschrijding van de beslistermijn.
Daarnaast is de verweerder ook veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 181,- aan de verzoeker. De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de verzoeker, en deze uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson in aanwezigheid van griffier J. Fagel. De beslissing is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.